HUILEN MET MIJN PET OP

Je kunt rustig beweren, zonder je schuldig te maken aan overdrijving,  dat mijn jeugd moeilijk en problematisch was. Waarover ik na al die jaren niet echt meer droom noch wakker lig. Een gebrek aan  de gebruikelijke opvoeding, wat zeker zou worden beaamt door mijnheer pastoor Peereboom zaliger van onze parochie kerk, de Sint Willibrordus buiten de veste. Kapelaan Gouds  , de latere pastoor van de Sint Nicolaas kerk. Het schoolhoofd Broeder Fernandes van de lagere school, pater Reijnders de conrector van het gymnasium, de neuroloog dr. Frohn. Allen allang bevorderd tot de heerschare van onstoffelijke zielen wachtend op wedergeboorte.  Last but not least de psychiater van het M.O.B.* waar ik als 11 jarige voor het eerst kwam. Een lieve anti autoritaire man, die eigenlijk niet in dit rijtje van kleine potentaten thuishoort. Van wie  mij door verdringing de naam niet te binnen schiet . Een lot dat juist de liefste mensen vaak beschoren is. Uit schaamte voor ons eigen onvolkomen zijn, lijkt het wel.. Een jeugd als het huilend dweilen bij de open kraan met de pet der onnozele kindertjes op. Zo kan ik de korte spanne tijd als vroeg rijpe knaap het beste omschrijven. Bij het ontbreken van een sterke vaderfiguur was ik mijn hele jonge leven lang opzoek ,net als mijn moeder, naar een passend substituut voor de lapzwans van mijn stiefvader. Zo leerde ik en zij een hele waslijst aan deskundigen kennen, die zich beroepshalve of van uit hun roeping indertijd met mijn ontwikkelingsproblematiek hebben bezig gehouden. Wat al die deskundigen nooit helemaal  hebben begrepen is hoe je als jongen je leeftijdsgenoten   ver vooruit de schijnbaar verloren tijd van je jeugd, die steeds verder achter je lijkt te liggen,  zonder kleerscheuren in moet halen zonder terug te vallen. Het is ongemeend moeilijk met jezelf in de pas te blijven lopen en toch het gevoel te hebben samen op weg te zijn.

Helaas was het geen van deze mannen door opleiding of geestelijke achtergrond gegeven weerstand te bieden aan de verleidingskunsten van deze Medea met een voorliefde voor Limburgse vlaai.  De mythologische tovenares in de dubbelgedaante van een engelachtige duivelin. De schizofrene tegenspraak van liefde, geweld en haat binnen één en dezelfde persoon. Tekenend als beschrijving voor zowel mijn moeder als haar eigen jeugd in Valkenburg. Als verdekte inpakkunsten tot het goede idioom van onze Moedertaal zou hebben behoord was dit zeker een betere omschrijving van het gedrag dat mijn moeder bij dergelijke halfwas “mannen “ten toon spreidde. Na een bijna familiair welkom werden ze met alle egards naar de voorkamer geleid. De kamer waar ik , mijn tweelingzus en halfbroer alleen op Zondag mochten komen. Zo een beetje opgeklopt afgestoft en opnieuw opgeschud als een zacht fluwelen kussen werden ze door mijn moederkloek op hun gemak gesteld. Met haar iets verlopen donkere schoonheid. De nog sensuele lippen extra rood opgemaakt  kroop ze met haar 40 jaar in haar gespeelde adoratie deze figuren zo dicht mogelijk onder  de huid. Mijn stiefvader was al uitgestuurd om fietsen stelen op het Damrak. Hiermee was haar  kust vrij van geestelijke wrakken. Met zwoele stem , de slachtoffers onderwijl met het zwaaien van haar vrij forse boezem hypnotiserend, werd er onschuldig over en weer gepraat, over koetjes en kalfjes.Ik kon mij als jongen voorstellen dat hier het punt dicht genaderd was waarop het klamme zweet de willozen uitbrak. Net zo lang werden deze reddelozen op hun gemak gesteld , door deze moeder van alle  slangen in hun mannelijke ijdelheid gestreeld, dat ze rijp waren om als  appels ,kippen of kikkers desnoods    te worden geplukt. Geen andere kant meer uit konden  op de door haar gewenste doodlopende weg.  Onder het genot van nog een kopje koffie met opgeklopte melk en een stukje zelfgebakken boterkoek wist zij steeds weer haar eigen moeilijkheden onder de aandacht van deze professionals te brengen. Hoe moeilijk haar jeugd als puber wel niet was geweest tijdens de oorlog. Dat ze bij het opbloeien in lente  kleuren , als een jonge knappe maagd met een wat joods uiterlijk alleen maar het griezelige feldgrau van Duitse uniformen om zich heen zag. Zij de Vera Lyn van Zuid Limburg, de forces sweetheart in dop, kon haar duidelijke charmes niet ontplooien. Dat  terwijl de Cauberg van haar  jong verlangen steeds hoger en hoger  zwoegde in haar hijgende  borst.  Dat ze September 44 bij de bevrijding van Valkenburg daar door niet geleerd had weerstand te bieden aan de verleiding door de bevrijders. Dat het bestand dat zij met zichzelf sloot als haar laatste minnaar naar het front vertrok meestal niet meer als  12 uren standhield voordat zij weer haar hoofd verloor aan een nieuwe Canadees. Ze deed het bijna voorkomen of ik daar de vrucht van was. Of mijn geboorte uit haar dappere schoot een laatste daad van verzet was tegen de gehate Duitse overheersers. Het Herrenvolk van brute verkrachters. Nu heb ik het oorlogsdagboek van mijn moeder nog ergens liggen in een la. Vol verhalen en foto’s , die het tegendeel van dit intense lijden bewijzen. Een grootboek van de liefde dat ik aan het Nederlands Centrum voor Oorlogsdocumentatie wil schenken. Zo dat ze tijdens de dodenherdenking zich ook kunnen realiseren dat niet alles kommer en kwel was in die donkere dagen. Als een volleerd actrice kon mijn moeder haar monoloog zo meeslepend voordragen dat al die sulletjes van geschoolde toehoorder vergaten op hun tellen te passen. Mijn geboorte was pas in Maart 1955. Bijna 10 jaar na het einde van de 2 de wereldoorlog. . Om mijn geboorte en de akte daarvan af te schilderen als een daad van heroïsch verzet van de partizanen geest van feministische vrouwen gaat wat ver. Op zijn hoogst was het de kinderlijke wrevel tegen de benauwende kleinburgerlijkheid medio jaren vijftig van de vorige eeuw. Een tijd waarin elke zuil en politieke stroming maar 2 soorten vrouwen erkenden. Huisvrouwen en hoeren. Huisvrouwen waren veroordeeld tot het aanrecht en de hoeren tot het schenken van seksueel genot. Iets waar ze verder geen rechten aan konden ontlenen. Seksueel genot was voor vrouwen halverwege de 20ste eeuw immers niet aan de orde. Eerder een doodzonde als een recht . Een rechte weg naar de altijd durende kuisheid en opofferingsgezindheid van het moederschap, dat werd van echte vrouwen verlangd. Die rol als een ware vedette met verve te spelen was mijn moeder op het lijf geschreven.Terwijl ze toch ongehuwd moeder van een tweeling was.

. Na nog een stukje boterkoek ter nagedachtenis dropen de beklagenwaardigen met rode koppen  af onder de belofte dat ze al hun tijd zouden spenderen aan uitzoeken wat ze voor mijn moeder konden betekenen. Zo lag de bal weer op mijn speelhelft. Kan ik dit mijn moeder kwalijk nemen. Neen als lijdende aan een theatrale persoonlijkheidsstoornis was zij eigenlijk niet veel meer als een ondergeschoven  kind van haar tijd. Heb ik nu helemaal niets aan positiefs overgehouden aan mijn gebrek aan aandacht en opvoeding? Ja zeker wel. Ik kan als de beste ,met mijn moeder als lichtend voorbeeld, de mensen om de moestuin van de waarheid leiden met mijn zielige verhalen. Daar naast kan ik mij niet binden. Heb volgens al mijn vroegere vriendinnen last van hechtingsproblemen. Is dat een probleem vraag ik mijzelf af. Maakt juist het onthecht zijn de angst voor de dood van jezelf en anderen uit je omgeving niet tot een peulenschil van kinderlijke onwetendheid. Zijn de scherpste kanten van dit leven er met zo een jeugd al niet afgeslepen. Was zo een opvoeding niet de ideale vooropleiding voor het vrijgezellen bestaan .

 

Het schijnt dat er aan elke donkere wolk een gouden randje zit. Je moet ze ondanks het noodweer en de slagregens wel achter jezelf kunnen vinden. Laat ik door de ellende van mijn vroege jeugd nu op mijn oude dag een  mensvriendelijke macrameeër zijn geworden. De meester mandenmaker, die al die kleine gouden randjes tot een vlechtwerk aan elkaar smeedt. Een raamwerk waar aan iedereen in ouderdom zich als aan een laatste strohalm vast kan houden. De jonge  taal van zijn jeugd.  De narratieve humor van mijn levensverhaal is dat je met zo een opvoeding altijd jong van geest blijft. In de nooit aflatende zoektocht naar de heilige graal van de naam van de Vader als jouw vader en de Zoon als je eigen kind de naam van je eigen geest hervindt. Wil dit kind nog anders wensen  ?!!

* Het medisch opvoedkundig bureau aan de Singel 512 in Amsterdam. Een instelling door mij ingeschakeld om mijn stiefvader van het lijf te houden.