Wat is de reden achter dat ik, volgens sommigen, keer op keer de vloer aanveeg met het salsa dansen. Steeds op dezelfde fouten hamer als de Romeinse senator Cato de grote. Allen, gevorderden of beginners, die maar één verkeerde voet op de dansvloer durven zetten, over de hekel van mijn gramschap haal. De mantel uitveeg of de spillepoten onder het vege lijf vandaan schop. Vind ik daar mijn behoefte bevrediging in. Wat is daarbij mijn motief? Of vervult het mij met een satanisch genoegen anderen op hun fouten te wijzen? Speel ik graag en met verve de rol van de Jacob Cats of de dr. Jekyll and mr. Hyde van het salsa dansen.
Nu kun je in hoofdlijnen twee soorten van motieven of redenen voor iets onderscheiden. Om het voor hier eenvoudig te houden. Een opdat-motief dat zich richt op te bereiken doelen in de toekomst. Een Omdat-motief dat de oorzaken van het heden zoekt in gebeurtenissen uit een ver of nabij verleden. Op zoek gaat naar causale verbanden tussen wat eerder heeft plaatsgevonden en het nu. Met daarnaast de voor velen nog steeds niet op te lossen vraag: kan kritiek ooit leiden tot gedragsverandering? Aan welke uitgangspunten moet kritiek dan voldoen? Daarover later!
Laat ik als eerst beginnen met het omdat-motief. Vanuit mijn kennis en ervaring uit het verleden, bespeur ik een achteruitgang in het niveau van het salsa dansen. Ik kan dit zeggen want ik draai per slot van rekening al vanaf 1988 mee in dit kleine wereldje. Een wereldje dat ik aardig heb leren kennen in de loop der tijd. Waar jaren lang Nederland op wedstrijdgebied kon meedraaien aan de wereldtop spelen wij nu geen enkele rol van betekenis meer. Waar ten tijden van in Casa in Leiden of de Winkel van Sinkel in Utrecht zelfs nog in de begintijd van het Vondelpark en bij de Westergasfabriek internationaal gezien het niveau van het ‘social dancing’ ongekend hoog lag is er de laatste jaren sprake van een kentering . Een omslag ten kwade zeker in mentaliteit .Het neoliberalisme lijkt ook op de dansvloer hard te hebben toegeslagen. Ik vergelijk het maar even met the Decline and Fall of the Roman Empire. Het meesterwerk van de historicus Edward Gibbon uit 1786 over de opkomst en val van het West- Romeinse rijk. Een uitgebreide en nooit overtroffen studie over de mechanismen die daaraan ten grondslag lagen. Met als een van de hoofdoorzaken een niet te remmen versnippering en opdeling welke het verval bespoedigden.
Nu kan ik als zovelen van mijn generatie mijn dansschoenen aan de wilgen hangen. Ik heb zo als dat heet toch al veel meer zien gaan dan komen. Veel meer meegemaakt en beleefd dan menigeen, maar ook meer mensen moedeloos het hoofd zien buigen en voorgoed vertrekken op het moment dat de verruwing steeds verder om zich heen greep. Het verval ongemerkt steeds grovere vormen aannam. Mensen die ik nog steeds mis. Maar het is zo als ik in een ander artikel schreef : ook in tijden van verval lijkt het leven van alledag zijn gewone gangetje te gaan. Niemand heeft een totaal overzicht . Dat maakt niemand specifiek schuldig, omdat voor elk een bewijs van een groter geheel niet te leveren valt.
Verder ligt het niet in mijn aard om de handdoek in de ring te gooien. Zeker niet als dat betekent dat ik geen salsa meer kan dansen. Vanuit mijn opvoeding ben ik eerder het type van de taaie vrijwel onverslijtbare overlever. Waar ik naar streef als omdat-motief is dat mensen die het beter hebben meegemaakt zich bewust worden en durven zijn van de achteruitgang. Daar een dam tegen willen opwerpen. Dit zonder er zich met een Jantje van Leiden van af te maken door te zeggen, maar we hebben het toch gezellig samen. Of een kampioenschap van de ondermaat te organiseren.
Dat gezelligheidsargument koesterde men ook aan de vooravond van de inval in Polen net voor 1 september. De aanval op Pearl Habor op Hawaï op 7 december 1941. Op de avond van 3 september 476 A.D. in Ravenna vlak voor de val van het West-Romeinse rijk. Je kunt de brand in de Rijksdag ook zien als een gezellig vreugdevuur. De boekverbranding tijdens de kristalnacht ook zo uitleggen . In die tijd was tijd bij al die huiveringwekkende gebeurtenissen geen mens op de hoogte van de krachten achter het verval. Hun kwalijke gevolgen of wat de toekomst nog meer in petto had. De oorzaken van de erosie van binnenuit waren niet bekend. De negatieve krachten die de zaak uitholden waren niet aan één mens persoonlijk te wijten. Daarom is het niet ethisch iemand de schuld in de schoenen te schuiven enkel op basis van andermans onwetendheid of onkunde. Want zelf al hadden de tijdgenoten het geweten dan nog waren ze te laat om op dat moment het tij te keren . Vlak voor de dijkdoorbraak is de dam al niet meer te repareren: de woorden van mijn geschiedenisleraar. Je kunt de loop van de geschiedenis niet veranderen door één schuldige of onschuldige te slachtofferen. De brenger van het slechte nieuws om hals brengen elimineert niet de oorzaak van het kwade. Anders gezegd: met het slachten van de duivel verdwijnt niet de hel! Nog een wijze les van deze pater van het heilig hart. Daarom onthoud ik mij als het even kan van aanvallen direct op de man en voel mij dan ook niet geroepen om mij tegen dit soort persoonlijke aanvallen te verdedigen.daar staat een beschaafd mens boven. Het gaat namelijk niet om mensen, maar om tendensen. Het valt alleen te betreuren, dat sommigen nog nooit hebben gehoord van een verjaringstermijn. Voor altijd de eens gemaakte fouten je blijven nadragen. Het is raar maar de geschiedenis leert dat het vaak de streng gelovigen zijn die een ander zijn schuld niet kunnen vergeven. Ondanks dat zij daar dagelijks om bidden. Hoe dit soort christenen van hun levensdagen de apostel Paulus heilig hebben kunnen verklaren, is mij een raadsel . Ze dwingen je met een dergelijke hypocriete handelswijze gewoon om atheïst te zijn.Waar uit de conclusie valt te trekken dat het atheïsme niet de schuld van God is, maar het gevolg van de daden van zijn gelovigen.
Het opdat-motief kent een tweedeling in een altruïstische en een persoonlijke component. Altruïsme betekent: onbaatzuchtigheid ten behoeve van de gemeenschap. Als ik dus waarschuw voor een verval in de manier van dansen is dat omdat ik hoop dat genoeg mensen zullen luisteren en daar een boodschap aan zullen nemen. Dat houdt voor de toekomst het salsa dansen levend. Mijn persoonlijk gewin is dat een vermeerdering van het aantal goede danseressen zo als bestond in het verkleden het dansen de jaren die mij nog resten tot een groter genoegen maken als dat het nu is.
Nu zou ik mij intensief moeten bemoeien met het lesgeven en een voorbeeldfunctie moeten vervullen. Ik zou daarmee in de voetsporen moeten treden van de beste leraren in dit land. Op gelijke hoogte moeten komen wat didactische vaardigheden betreft met bijvoorbeeld Mordechai Krispijn of Caurena Bernabella. Om twee van mijn idolen te noemen. Dat is natuurlijk onzin. Daar ligt niet mijn kracht. Ik schrijf en wil zelfs geen vlog maken ! Daar zijn ze in den Haag veel beter in. Als ik leraar had willen spelen had ik daar 25 jaar geleden al voor moeten kiezen. De benodigde studie daartoe volgen. Dat heb ik niet gedaan. Mijn werk ligt achter de schermen. Ik ken mijn eigen tekortkomingen en gebreken op het gebied van lesgeven. Daarvoor is om te beginnen veel liefde voor mensen van vlees en bloed nodig. Als kenner van de geschiedenis ben ik vooral in theorie in mensen geïnteresseerd.In massa’s en menigten. Zet alles keurig op rijtjes en berg het op in laatjes voor het broodnodige overzicht. Stel mij hoogstens kritisch op naar een teveel aan narratieve elementen in de hedendaagse cultuur. Wat dat is wanneer kritiek pas doel raakt , zin krijg en overkomt. Kritische beschouwingen ontlenen hun waarde en gewicht aan een gezonde dosis zelfkennis aan de kant van de ontvanger. Niet aan verhaal van één kant. Die zelfkennis kan ik hem of haar helaas niet leren.
LUDO
*Ceterum censeo Carthaginem esse delendam is een Latijnse uitspraak die toegeschreven wordt aan de Romeinse senator Cato Maior (234-149 voor Chr.). De spreuk betekent letterlijk: Overigens ben ik van mening dat Carthago vernietigd moet worden.