“Maar besef het dan toch moeder het doet allejezus veel pijn!” “Laat dat als je blieft zo goed mogelijk tot je doordringen!” “Voordat het echt te laat is!” Deze hartenkreet van mij een Jehova getuige leek slechts te worden onderstreept door een mager winterzonnetje dat schuin binnenviel door de grijze luxaflex voor het raam. Zij doodstil wasbleek op bed leek een zwijggelofte te hebben afgelegd.
Mijn stiefvader was in geen velden of wegen te bekennen. Die zou wel weer te laat zijn! In alles zo als altijd een beetje een man van te weinig zout en mosterd na het laatste avondmaal.
Er was weinig geluid van het verkeer buiten te horen. Zo wie zo was het leekt het onnatuurlijk stil . Alsof heel de natuur zijn adem in hield. Voor de gelegenheid was omgebouwd tot een kloosterkapel voor mijn moeders begrafenis. . Een onzinnige gedachte natuurlijk. Toch elk mens heeft nu eenmaal van nature de neiging of kun je het beter de behoefte noemen de dingen sterk uit te vergroten in het blote aanzicht van een nakende dood. Aan alles een extra betekenis of dimensie toe te kennen . Dit om zo lijkt het de herinnering voor later makkelijker vast te houden. Op te bergen. In de juiste vorm te gieten. Handvatten te smeden aan het lijden om het zo dragelijker te maken
Misschien was de woordkeus niet zo gelukkig voor aan een sterfbed. Misschien had ik beter op mijn woorden moeten letten. De vraag anders moeten stellen. Misschien mocht je bij andermans sterfbed je eigen pijn wel niet aanroeren of benoemen. Of het al vast over de verdeling van de erfenis hebben. Maar de tijd drong. Letterlijk! Ik moest het weten. De naam van mijn biologische vader. Misschien kon ik zo op het nippertje te weten komen wat van hem was en wat van mij als individu. Het aandeel van zijn erfenis in mijn D.N.A. Eindelijk mijn diepste levensvragen beantwoord zien.
Ze heeft wel iets anders aan haar hoofd dacht ik als excuus voor haar zwijgen. Maar ze zou toch ook moeten beseffen dat ik haar hiermee een laatste uitweg bood uit de misère. De eerste en tevens laatste kans om volkomen eerlijk te zijn tegen zichzelf, tegenover mij het verloren slachtlam en desnoods God de vader. Met één van de drie of zo er nog even tijd was met allen in het reine te komen.
Dat was toch het doel van het sterven en waarom wij op aarde waren in de woorden van de catechismus uit de eerste klas van de lagere school. Wij waren op aarde om met alles schoon schip te maken om er zo de vaart voor ons nageslacht in te houden.
Licht buiten zinnen als ik mij voelde dreven mijn gedachten weer af. Even stuurloos als daar net .Nu naar de plastic soep in de oceanen. Het vervuilde menu van de toekomst. Dat zou zij gelukkig niet hoeven meemaken. Onderwijl drukdoende voor mijzelf het decorum op te houden van de immer liefhebbende zoon moest ik hoognodig plassen. Die gestreepte stropdas kon wel af.
Met een half oog in hoge nood keek in naar buiten weg van dit ingevallen gelaat. Haar gezicht waaraan vroeger de familiegelijkenis met mij zo makkelijk viel af te lezen leek nu een gesloten boek. Mijn tranen wilde ondanks de band maar niet komen.
De schoorsteen van het ketelhuis buiten voor het raam braakte rook uit. Een opwarmertje ging het door mij heen. Bij aankomst in het ziekenhuis had hij mij nog de waarschuwende vinger van de Heer geleken. Nu herinnerde ik mij de geruchten uit de ziekenhuisgangen dat deze verbrandingsovens dienden als cover-up voor medische missers. Als vliegasschool om door doodsangst je vliegangst te leren overwinnen.
De ziekte haar volkomen gesloopt. Haar haar eigen lijfgeur ontnomen. Zij rook nu fris naar een cocktail van jodium, ziekenhuiszeep, kalmeringsmiddelen en zuur braaksel. Zeker niet meer naar de warme moederborst. De tepel waarin ik mij als baby optrok tot zij van pijn haar gezicht vertrok.
Moest je voordat je mocht sterven eerst je lijfgeur inleveren. Gedepersonaliseerd worden bij het afrekenen aan de kassa. Om er zeker van te zijn dat je alles had afgerekend tot op de laatste cent.
Was deze lappenpop daar op bed nog wel mijn moeder of slechts een ingehuurde actrice. Zo als zij haar hele leven was geweest met mij in mijn wisselende rol als haar souffleur , haar gigolo of buikspreekpop in de coulissen.
Hoelang lag zij hier nu al. Volgens mij niet meer dan één maand.Een van de 720 van haar leven. Het leken er meer. Of vadertje tijd zijn spierballen wilde tonen om haar de leeftijd van Methusalem cadeau te doen.
Ik keek op mijn horloge . Hoeveel tijd er nog over was. Kon ik niet beter eerst gaan plassen. Buiten op de gang sloeg ergens achterin het gebouw een deur dicht. Een verscheurend geluid. Nu wordt, hoopte ik, alles nieuw: de hemel en de aarde. . Maar waar was hier die éne nooduitgang in de kerk of het onze lieve Heere toilet ?
Slaapgebrek speelde mij parten. Nam als een tweelingzuster een loopje met mijn gedachten. Ik had de laatste dagen te weinig rust ‘genoten om deze potpourri aan dwaze gedachtespinsels een halt toe te kunnen roepen.
Huilen ging toch behalve voor actrices buiten het commando van de wil om. Maar hoe moet je koel en beheerst zonder zweet in je handen jezelf blijven aan dit sterfbed van alles .
Zij bewoog. Met zichtbare inspanning gingen haar ogen open. Knipperend tegen het gefilterde daglicht. de strepen over haar gezicht bewogen mee. Haar woorden bijna niet te verstaan wilde ik van haar lippen scheuren. Opnemen met mijn Iphone. Daarmee vastleggen in high definition. Het leed dat sterven heet terugbrengen tot 1920×1080 pixels. Conform de eisen van deze tijd.
Harry heette hij je echte vader. Harry afgeleid van Hendricus. Ik ben het nooit vergeten ! Met welke woorden hij zich voorstelde. “Hendricus voor de belasting maar voor wie mij lief is wil ik Harry heten.” Een beetje een halve zool van een dichter die ‘echte’ vader van je. De laatste glimlach van haar leven verlichte haar gelaat. Verdomme niet Harry klonk mijn kreet van ongeloof gemengd met wanhoop bij haar laatste woorden. Niet Harry zo als de naam van mijn gehate stiefvader. Waarom geen Ludo of Lodewijk desnoods. Had ik in ieder geval zijn naam levend gehouden. Riep iemand mijn naam vroeg mijn stiefvader bij binnenkomst. Precies 30 seconden te laat.
Ludo