essay als verweerschrift.
Van de week werd ik persoonlijk aangevallen op Facebook. Met naam en toenaam zo als dat heet. Door een neerlandica uit Friesland. Tweetaligheid als een gespleten tong heeft toch zijn voordelen, was het eerste wat ik dacht. Dat had de slang in het paradijs moeten weten dan had hij Adam in plaats van Eva kunnen verleiden tot het eten van de appel van kennis . Had het ‘homonisme’ in plaats van het feminisme nu hard nodig geweest. Even kon ik mij heel goed voorstellen hoe Caesar zich moet hebben gevoeld op de 15 maart *in het jaar 44 voor christus. Toevallig de dag na of voor mijn verjaardag. De zwarte dag in de geschiedenis dat hij onverhoeds met 23 dolksteken in de rug werd neer gestoken en om het leven gebracht. Stierf met de verwensing op de lippen: oh te Brutu!* De oorzaak van deze laaghartige aanval moet worden gezocht in de kritische opstelling van een aantal leden van de senaat. Een hypocriet afwijzen van het machtsstreven van wat nu een dodelijk slachtoffer een martelaar van het streven naar macht van zijn tegenstanders was.
***
Nu vroeg ik mij natuurlijk af waaraan heb ik deze aanval op mijn persoon te danken of verdiend? Had ik anderen persoonlijk het mes op de keel gezet en was dit een terechte vergelding? Of was het niet veel meer dan een ordinaire wraakactie? Alhoewel zelfs wraak leidt tot het zoete gevoel van rechtvaardiging. Een gevoel van genoegdoening welke besloten ligt in wat wij noemen: oog om oog en tand om tand.* Niet toevallig een van de eerste rechtsprincipes uit het oude testament. Ik kon niets vinden dat een van beide ideeën rechtvaardigde. Nu hield de aanval zich niet bezig met de inhoud van wat ik geschreven had, maar zij richtte haar dolk op de vorm waarin. Waarbij mijn capaciteiten en talenten zeker als schrijver gehekeld werden. Dit onder het motto leek het wel: laten we de boodschapper om zeep helpen, in de hoop dat ook de boodschap daarmee verdwijnt ins Blauwe hinein. Een goed gebruik in Griekse tragedies en tevens de Bijbelse variant uit het oude testament van een niet zo’n politiek correcte oplossing: stenig de overspelige en help zo de zonde van de seks de wereld uit.*
***
Nu zullen een aantal lezers wel denken. Eigen schuld: dikke bult. Je hebt er zich naar gemaakt Ludo en wie kaatst kan de bal verwachten. Of wie het zwaard heft zal door het zwaard geveld worden, om bij de favoriete lectuur van de aanvalster; een domineesdochter uit het hoge noorden, te blijven.
***
Nu stel ik mij in mijn blog nog wel eens kritisch op, dat klopt. Schrijf soms slechte recensies en geef mijn ongezouten mening. Veelal over zaken, die mij letterlijk raken of in het hart of op mijn lichtgevoelige tenen. zaken welke mij de keel uitkomen, maar noem ik daarmee mensen bij naam en toenaam of alleen man en paard. Daar tussen bestaat een wezenlijk verschil. Een dat wel eens verloren dreigt te gaan voor zij bezig de schoen aan te trekken. Onderwijl probeer ik stromingen en tendensen te onderkennen en in kaart te brengen. Al zoekend een antwoord te vinden op de voor mij relevante vraag: waar het met het salsa dansen heen gaat en heen zou moeten gaan. Punt van overweging daarbij is dat alle zaken boven water worden gebracht. Verwoordt op een wijze dat er een discussie op gang kan komen. De manier daartoe is een zekere mate van stelligheid, grenzend aan zelf overschatting in het ter berde brengen. Een effectieve handelswijze die de hoenders wekt als de bekende knuppel in hun slaaphok. Gebeurd dat niet, is mijn mening, gaan we met zijn allen als op de onzinkbaar geachte Titanic, terwijl het orkest op het bovendek nog speelt, ten onder aan de ijsberg van verborgen structurele fouten.
***
In mijn blog maak ik graag gebruik van een literaire vorm bekend als satire. Waarom hanteer ik uitgerekend die vorm en niet een andere meer serieuze schrijfstijl ? Voor mij als ‘schrijvertje’ is satire eigenlijk ,wat ik noem, de kleinkunst van het cabaret op papier. Je kunt huilen om de gang van zaken in het salsa dansen, maar je kunt er op grond van defensieve tolerantie ook om proberen te lachen. Het is ook de uitgelezen manier om op min of meer humoristische wijze kritiek te kunnen leveren zonder dat zij direct dodelijk is voor een van beide partijen. . De satire bewaart en bewaakt dus zowel de gedroomde onschuld van mij ,de schrijver, als die van het onderwerp van mijn spotlust. In de vorm van satire kan ik zowel het onderwerp als mijzelf relativeren. Want je kunt er mijn stukken op na lezen , maar ik houd mijzelf zelden buiten schot. Klim zelden op de zetel van de onbetwiste autoriteit op zijn vakgebied. Op deze manier valt te voorkomen dat de soep te heet wordt gegeten en dat iedereen daarmee zijn billen brandt. Elkaar te hard op de lange tenen trapt.
***
Zelf besef ik terdege, dat elke vorm van kritiek hard aankomt. Opbouwend of niet. Kritiek lijkt in eerste instantie een toestand van machtsongelijkheid te creëren tussen de criticus en de bekritiseerde. Waarbij de criticus superieur lijkt . Voor de tegenpartij zich ook superieur waant. Wat hij overigens niet is . Al was het maar, omdat altijd moet worden meegenomen dat: smaken verschillen .Een mening maar een mening blijft tussen velen al wordt zij nog zo stellig onderbouwt en beroep men zich ook van op de autoriteit van de allerhoogste .Maar moet je daarom ten alle tijden je mond dicht houden als de politiek in de jaren vlak voor de 2 de wereldoorlog.
***
Het bijna niet te voorkomen nadeel van kritiek is wel dat zij absoluut is even als het gevoel dat zij oproept.* Althans zo overkomt. Al te makkelijk daardoor als trigger fungeert voor gevoelens van minderwaardigheid. Negatieve gevoelens en de mate waarin die voor elk individu anders liggen. Mensen een gevoel van minderwaardigheid aanpraten ligt echter nooit binnen mijn bedoeling. Uit eigen verveelde jeugdervaring weet ik dat dit elke ontwikkeling remt.
***
Maar waar gaat het nu om in het dansen? Of de punten en komma’s in het als satire bedoelde essay wel op de juiste plek staan. het dictee van de groot Nederlandse taal foutloos gemaakt is en een 10 verdient ! Het bourgondisch bombastische taalgebruik iedere lezer tot in de meest noordelijke provincie behaagt door over gepolijste schoonheid. Tot dat de taal glanst als het Woord van de Heer zelf. Of gaat het erom dat er af en toe iemand opstaat en zijn bek open durft te doen met gillen begint als het werkelijk dreigt de verkeerde kant op te gaan.
***
Zelf zou ik zeggen houd juist de criticus als martelaar voor de goede zaak in ere anders heb je binnen kort alleen nog jezelf als zondebok om stenen naar te werpen. Of ezeltje prik te spelen. Ik zal dus maar aannemen dat de aanval op mijn schrijfstijl en mij als schrijver als satire was bedoeld.
LUDO
Er wordt in verslagen uit die tijd van de idus van maart gesproken. Dat kan volgens de Juliaanse jaartelling zowel 13 als 15 maart zijn in de gregoriaanse kalender.
**
Of de laatste woorden van caesar ook werkelijk: Oh te Brutu, waren wordt door een aantal Historici betwist, maar hij is door zijn bondigheid waaruit de teleurstelling van Caesar spreekt op zijn sterfbed , misschien wel over een heel leven, gevoelsmatig te mooi om dan maar te laten liggen.
**
* een verwijzing naar het boek Deuteronomium 17:5. Dat de oplossing niet zo politiek correct is komt, omdat er over de rechten van de verdachte op een onafhankelijk advocaat niets geschreven staat. Zijn rechten worden getreden als hij geen getuigen á decharge vinden kan.
**
Verwijst naar een wet in Deuteronomium 19:21: Leven om leven, oog om oog, tand om tand, hand om hand, voet om voet
* een verwijzing naar het boek: de psychologie heeft zin van de schrijver en emeritus hoogleraar N.H. Frijda