
De boog kan niet altijd gespannen staan luidt het spreekwoord. Veel mensen denken dat het hier gaat om een verwijzing naar de steeds korter wordende spannings- of aandachtsboog. Een modern fenomeen waarin mensen de tijd niet meer nemen om ergens voldoende aandacht in te investeren. De mogelijkheid kennis op te doen of die te verdiepen aan zich voorbij laten gaan voor leukere dingen. Wel te begrijpen. Want niet het verwerven maar het bezitten van kennis is macht. Het verwerven is meestal een moeizame weg. Voor sommigen zelfs een uitzichtloze taak. Maar toch is een zekere kennis in deze tijd nodig om een juist onderscheid te kunnen maken. Niet als een papieren gelovige bedolven te raken onder de half-facts* van viruswaarheid!
Half-f.act; halve waarheden. Vooraf geselecteerde feiten op basis van eigen belang en emoties die wel een grond van waarheid bezitten of deels stoelen op juiste kennis, maar toch niet tot een geldige conclusie leiden.
Toch de oorsprong van dit gezegde is veel profaner. Ligt verder terug in de tijd. Het gaat hier om een eigenschap van de in de Middeleeuwen gebruikte houten bogen. Handbogen van iepen of taxushout bespannen met pezen, samengesteld uit natuurlijke materialen. Dierlijke pezen of plantaardige vezels. Hield de jager of strijder deze handboog te lang onder spanning dan rekte onder invloed van bijvoorbeeld de luchtvochtigheid de pees uit. Normaal was dan ook dat men pas vlak voor gebruik de boogpees op de boog aanbracht Deed men dit niet nam de lengte van de boogpees toe en daarmee de effectiviteit van de boog af. Dit doordat minder energie in de boogarmen werd opgeslagen. Wat ressorteerde in een korter bereik en een minder diep indringen van de afgeschoten pijl.*
Het was en is nog steeds dus een spreekwoord geboren uit de tekortkomingen van het materiaal.
Ditzelfde lijkt te gelden voor de huidige maatregelen om de coronacrisis te bezweren. Vanaf 17 maart lijkt de boog steeds gespannen te staan. Neemt de maanden daarna de bereidheid af zich nog streng aan de maatregelen te houden. Sommigen spreken al snel van onderwerpen en voelen zich in alles als dolle honden gemuilkorfd. Onder andere doordat een aantal actiegroepen waaronder viruswaarheid en acties van BN’ers, maar ook allerlei lobby – en pressie groepen als die van de “Koninklijke” Horeca Nederland aan de bereidheid en wil tot naleving tornden. Dit vooral door op basis van eigen belang de noodzaak van een deel van de maatregelen simpelweg te ontkennen. Het verdeel en heers principe nu toegepast op de maatschappelijke bereidheid tot naleving en de discussie.
Tot welke conclusie moet dit leiden? Laat ik weer even terugkeren naar de middeleeuwen en zeggen. De duimschroeven zijn in de maand maart niet vast genoeg aangedraaid geweest. Zijn al op vanaf 11 mei en zeker vanaf 1 juni te vroeg van hun spanning afgehaald. Zonder dat de beklaagde een bekentenis heeft afgelegd.*
Jammer het streven had net als in Schotland en Nieuw-Zeeland een zero-virus beleid moeten zijn. Een beleid om het virus de wereld uit te helpen en niet te gedogen zolang het zich koest zou houden. Maar gelukkig hebben we in dit land ook daar een spreekwoord voor. Halfzachte maatregelen maken in golven stinkende wonden die nauwelijks genezen. Zeker als een zwalkende regering de eigen adviezen niet bindend durft te verklaren.
Ludo
- Voor de kruisboog gold dit spanningsverlies deels ook. Alleen was daar door de kortere zwaardere boogarmen een zelf spannen van de pees vlak voor gebruik niet mogelijk i.v.m de benodigde kracht.
- Het Romeins recht overgenomen door de katholieke kerk eiste van de aangeklaagde een persoonlijke bekentenis. Voordat vonnis kon worden gewezen. Hoe die bekentenis tot stand kwam, door marteling bijvoorbeeld, was van veel minder belang.