Ieder van ons deelt uit een nostalgisch verlangen naar vroeger graag zijn mooiste jeugd herinneringen . Zeker rond de tijd van Sinterklaas. Bijzondere momenten die hem of haar nog jaren lang voor de geest staan. Daar kan ik ondanks een ongelukkige jeugd niet bij achter blijven. Vond ik zelf , Mijn lege schoenen bij de schoorsteen ziende Daarom dit waar gebeurde verhaal en tevens mijn mooiste jeugdherinnering!
In mijn jeugd woonde mijn ouders, ik ondergetekende ,één tweelingzus en één vreselijke etter van een stiefbroer op een bovenwoning in Amsterdam. In de Karel du Jardin straat 55 II. Een slecht onderhouden straat in oud zuid aan de nette kant van de Pijp. Ik zal 11 jaar geweest zijn. Hoe oud precies weet ik niet meer Niet dat dit hier van belang is. In die tijd ik spreek over de jaren 60 werd ik al 5 jaar door mijn stiefvader mishandeld. Fysiek op week en maandbasis en geestelijk elke dag. Die fysieke mishandelingen hadden er aanmerkelijk meer kunnen zijn als ik niet al op jonge leeftijd had geleerd dat het slimmer was om op de vlucht te slaan. Zeker als er een pak slaag in de lucht hing. Iets waar ik als een Pietje Pelleboer een zesde zintuig voor ontwikkelde. Een bijna overdreven gevoeligheid voor zelfs de kleinste verandering in het humeur van mijn moeder die mij gered heeft van menig pak op mijn donder. Zodoende maakte ik er een gewoonte van elke middag iets voor vijven de deur achter mij dicht te trekken . De tijd van de dag dat hij ‘mijn stiefvader’ steevast van zijn werk bij de koninklijke marine thuis kwam. Ik zwierf dan een uurtje rond .Verbeidde mijn tijd met het pesten van de buurtkatten. De buurtspeeltuin op het Van Aertzplein zat al dicht. Als er geen noodweer dreigde kwam ik net voor het eten rond de klok van zes weer thuis . Waste mijn handen en deed verder of mijn neus bloede. Op de vraag waar ik geweest was antwoordde ik steevast: de bibliotheek. Een stijlvolle leugen waar ik mijn fenomenale eruditie aan te danken heb. Een antwoord ook dat mijn stiefvader met alleen maar lager school volkomen bevredigde . Alsof ik voor hem wat goed te maken had! Hij er voor zorgde dat ik hogerop de maatschappelijke ladder kwam. Kennis is net puberale seks dacht ik in mijn vroege pubertijd.
Mocht er echter voor meer fan 80% zekerheid wel een pak slag in de lucht zitten bleef ik weg van huis tot ver na middernacht. Sliep heel soms in onze kerk: De sint Willibrordus buiten de Veste aan de Amstel. Meestal verbleef ik meerdere uren in het trapportaal als ik niet op veel te jonge leeftijd over de wallen zwierf. Mij lichamelijk vermaakte met de schunnige tekeningen in pieshokken in Amsterdamse stijl, nee niet de tekeningen, met de fraaie naam: de krul. Vaak pas ‘s morgens om 5 uur dat mijn moeder mij uit het portiek haalde zodat ik nog 2 uur slaap kon genieten voordat ik weer naar school moest.
Soms zag ik de bui echter niet aankomen. Hij kon ook om helemaal niks uit zijn vel barsten . Vooral na het warme eten. Mijn moeder was een bedroevend slechte kokkin . En werd ik ter vervanging alsnog bont en blauw geslagen. Het moet gezegd: Hij sloeg mijn moeder nooit. Vooral omdat hij voor haar een heilig bijna angstig ontzag koesterde. Iets waar hij bij mij geen last van had! Ik kon niet van hem scheiden. Had ik eenmaal de eerste klap te pakken werd ik zelf overvallen door een uitzinnig woede en schold hem verrot. Wat mij doorgaans meer klappen opleverde dan mij lief was.
Na één zo een pak slaag zinde ik echt op wraak. Gewoon om het evenwicht te herstellen. Als David tegen Goliath respect voor mijzelf te houden. Één keer maar. Daarmee zou het hele ‘kinderfeest’ van mijn jeugd voor altijd gered zijn!
HOOFDSTUK 2
Het zal rond Sinterklaas zijn geweest dat ik huilend van woede van huis wegliep zonder jas. Huiverend van de kou bedacht ik het volgende snode plan. Zo als ik al schreef woonde wij als ‘gezin’ op een bovenwoning. 2 hoog Meerdere steile smalle houten trappen bekleed met kokos traplopers leidden naar de verschillende etages. Deze trappen hadden ongeveer 20 treden elk. Bij de voordeur beneden een halletje zo klein dat ik er op jonge leeftijd al niet meer languit kon liggen. Het hele trappenhuis geschilderd in een wee crème geel. De bleke kleur van een roerei met een bedorven donkergroene lambrisering. Uitgevoerd in glanzend emaille beton. Met de nodige gebruikssporen als zwarte en ingeschoten vlekken, barsten en stukken die loslieten van de muur. Het grijze stucwerk daaronder toonden. Zo samen het onheilspellend patroon van een griezel verhaal of gezin vormden. De hele nacht door brandde er een paar kale peertjes. Dat was het verhaal en het interieur van mijn jeugdgevangenis. De bronzen brievenbus was wel weer zo breed dat ik mijn jongens hand er door heen kon steken. De deur bij het daarvoor bestemde touw kon open trekken. Een systeem van touwen en katrollen dat in heel Amsterdam gangbaar was. Zo leek schrijven en post ontvangen als symbool voor de ultieme bevrijding te staan. Niet dat ik ooit post kreeg. Nog steeds niet!
Terugkomend op de traplopers. Deze lagen vast met roeden. Elke tree één. Messing staven welke door twee schroefoogjes elk aan een kant van de loper deze op zijn plaats hielden . De roeden waren gewoonlijk maar iets langer dan de loper breed was zodat je er op moest letten dat ze niet uit hun ogen schoven . Waardoor de loper los kwam te liggen. Je zeker bij het omlaag gaan zo van de trap kon vallen.
U begrijpt al wat mijn plan was! Na kort maar rijp beraad legde ik van de onderste trap naar de eerste verdieping de helft van de roeden los . Dit door de oogjes er uit te schroeven. Hierdoor viel het niet op dat de roeden en de loper volkomen los lagen. Na enige tijd geoefend te hebben op het veilig afdalen voor mijzelf belde ik midden in de nacht aan bij mijn ouderlijk huis. Met forse nadruk zeg maar . Vervolgens als onderdeel van het plan opende en sloot ik de voordeur beneden en zette hem op een kier. Klom daarna snel maar muisstil naar onze huisdeur twee hoog. Daar bonsde ik hard op het paneel alsof ik zwarte piet zelf was. Luisterend met mijn oor aan de deur hoorde ik binnen gestommel. Tijd voor fase twee. Ik stelde mij op het bordes van de eerste verdieping. Mij ervan weerhoudend moord en brand te roepen. Zoals te verwachten kwam mijn stiefvader korte tijd later in zijn gestreepte pyjama met zijn kale slaapdronken hoofd kijken welk onraad bij nacht en ontij hij te duchten had. Mij ziende ontstak hij in een vreselijke driftbui en begon te schelden. Blind van woede stormde hij vervolgens de trap af . Daar had ik opgewacht. de derde fase kon in werking treden. : Als een jong konijn haastte ik mij de beneden trap af . Halverwege greep ik met beide handen de leuningen vast en gleed daarlangs verder omlaag. Er voor zorgend dat mijn voeten de treden nergens zouden raken. De loper bleef mooi op zijn plaats. Veilig geland stormde ik naar buiten de straat op. Tot ik achter mij een fors gestommel en vreselijk gevloek hoorde. Mij omdraaiend zag ik door de geopende deur mijn stiefvader witheet van woede beneden aan de trap liggen . Met een pijnlijk gezicht zijn linkerenkel omvattend met zijn wit weggetrokken handen.Zonder gebalde vuisten leek hij zoveel kleiner. Mijn gebeden waren verhoord. Hij leek bijna te huilen zo zwaar had de val zijn enkel gekneusd. Een moment van opperste gelukzaligheid kolkte mij door het bloed explodeerde in mijn hoofd. Een mooier en gelukkiger beeld heb ik mijn hele jeugd niet meer mogen zien . De volmaakte rechtvaardigheid als sinterklaasgeschenk. Een kind van God en de liefde had over zijn eigen stiefduivel gezegevierd.
Later hoorde ik van mijn moeder. Dat ik door mijn daad van verzet een duur horloge was misgelopen. Een polssieraad eigendom van mijn stiefvader dat hij mij had willen geven omdat ik naar het gymnasium ging. Maar wat moest ik als kind met een horloge om de tijd te meten als zeker in die tijd de tijd niet alle wonden heelde
Ludo