NIET ALLE 5 OP EEN RIJTJE; een moderne kerstnouvelle.

 

 

VOORSPEL;

Inleiding;

Voor een gevoeliger iemand dan hij met zijn botte  manier van doen  lag het verlaten pand op de Muurhuizen achter de nieuwbouw van C&A er vroeg in september romantisch zelfs verlangend bij. Een weldoorvoede poëet zou zeker oog hebben gehad voor het maagdelijk tere  spel van het maanlicht op de hoge muren. De zwarte gaten als penseelstreken waar het metselwerk was uit gevallen woordelijk kunnen duiden op hun juiste betekenis voor de dichtkunst hier ter stede. . De rijen hoge ramen hebben vergeleken met de talloze toegangen tot de duiventil van de allerhoogste hier boven. Die zij voor zulk een bevlogen gemoed zeker ook waren. Een wijkplaats voor alle doofstomme zielen. “Dichters ontlenen aan alles diepere gevoelens.” “Hechten aan alles een even onbenullige als bodemloze betekenis.” dacht hij smalend. “Hij zou,” een heilig eed ; “van zijn leven nooit een dichter worden!” Zelfs geen broodschrijver ! Want als de echte honger als een horde ratten aan zijn maag knaagt. Een mens niks te eten heeft dan helmgras en berkenschors, wordt een mens gedreven andere meer prozaïscher soms misdadige dingen te doen dan de honger naar liefde in zijn hartje te stillen met de lucht van zoetgebakken woorden. Hij zou op zijn eigen misschien wat brute manier de slagen van dit leven te boven komen. Een in sint elmsvuur gesmede belofte.  Zonder overal een dubbele betekenis aan te hechten. Een bedoeling achter te zoeken. Dat liet hij aan de poét mourir van de dichterskring Amersfoort over.  Zonder daarbij te bemerken dat zijn eigen taalgebruik en metaforisme* naadloos aansloten bij deze ouwewijvenclub. Hij zou in alles  zichzelf blijven. Zijn eigen weg volgen.  Ongeacht hoe moederloos hij zich nu of later door dit vaste voornemen nog zou gaan voelen.

Episode 1:

De planken voor de achterdeur van het pand getimmerd boden hardnekkig weerstand aan zijn oude wat kromme schroevendraaier. De wat droeve toestand van dit stuk gereedschap maakte dat hij dit nu gebruikte als breekijzer en wig. Om wrikkend voldoende ruimte te scheppen om de klus te klaren. De eerste plank liet met een luid krakend geluid los. De schreeuw van overgave leek te echoén over de binnenplaats. Terug te kaatsen tegen de hoge muren als een stem uit het verleden. “Niet zo hard!” klonk een fluisterend mannenstem benauwd achter zijn rug. “Denk aan de smeris!”. “Denk je nou echt schijtbak! dat die klabakken nou nog op patrouille zijn?” Ook maar iets zien of horen  in hun fascistische volkswagenkever?” kaatste hij wrevelig terug. “Die zitten op dit uur echt wel warmpjes achter hun koffie met hun voeten op het bureau.” “Maar je klinkt ongelogen of die pet jou ook past, schijtlijster!”  De betekenis van het woord schijten en alle daarvan  afgeleide begrippen  hoefde niemand hem uit te leggen. Die had hij al geleerd op straat in de Jordaan in Amsterdam. . Even legde  hij behoorlijk gepikeerd de schroevendraaier neer om rustig  op adem te komen en te denken aan al die keren dat hij na arrestatie de vogelekooi* al met een bezoek had mogen vereren.

. Achter hem stonden op de binnenplaats 8 studenten van de sociale academie Middelloo te hijgen in zijn nek. Het overgrote deel gekleed in het zwart. Een vlucht zwarte kraaien in plaats van regenwulpen Zo als hun bij de voorbereiding was gevraagd. Om op de vlucht niet op te vallen. Een groepje notoire krakers hield zich afzijdig van de groep studenten. Stond aan de andere kant van de deur ook te trappelen van ongeduld om snel binnen te komen. De angsthazen bang dat ze zouden worden betrapt op inbreken. Hem maakte het niets uit. Hij had overal schijt aan vooral aan angsthazen.  Ze waren met 15 krakers en hij. Het pand was dan ook best groot voor Amersfoortse begrippen. Die studenten zouden de kern van vaste bewoners gaan vormen. En hij huismeester. Een positie die hij niet ambieerde noch op zijn lijf was geschreven. Toch was hij met zijn 85 kg en onderdrukte woede, zo als alleen opstandige pubers die kunnen voelen, gevaarlijk sterk en zeker onberekenbaar. In de eerste plaats voor zichzelf.

Aafje een van de studentes klopte op zijn schouder en vroeg;” Gaat het? “Moeilijk!” “Die rottige planken zijn verdomme vastgeschroefd!” Zei hij luider dan nodig. “Met 4 duims *schroeven uit Amsterdam lijkt wel.” “Die hadden die **** joden goddomme beter voor Jezus kunnen gebruiken!” “Was die pas vandaag van het kruis afgenomen.. “Wil jij het soms proberen?” “Denk jij echt dat het jou sneller lukt.?” Hij voelde zich beter nu hij even van zich had afgebeten. Dat zijn slachtoffer een vrouw was en Aafje heette kon hem voor dat moment verdomd weinig schelen. Zij knikte in haar hemd gezet van nee. Zij geeuwde. Hij weer: “Je kunt beter je oren en je doppen open houden.” “Horen of de wouten er niet aan komen scheuren.” Direct verspreiden als dat gebeurt had zwarte Jan de voor deze avond aangewezen aanvoerder van de tijdelijke actiegroep hun op het hart gedrukt . “Naar twee kanten op de Muurhuizen wegrennen en dan over de Kerkstraat of de Blauwbruggang pleitte gaan” “Verder bekijk je het maar, zo lang je je maar niet laat pakken!” “Gebeurt dat toch alleen je naam geven en zeggen dat ‘hamer en spijker’ het gedaan heeft.” “Of dat de mogelijke dader al jaren op het zigeunerkerkhof aan de Noorderwierweg ligt. “iedereen van de groep lachte. Op hem na. Een team van 12 rechercheurs was begin jaren 70, wekenlang bezig de leden van deze niet bestaande actiegroep op te sporen. Arrestaties bleven zo als te verwachten viel uit.

Episode 2;

Na meer dan een kwartier zwoegen lieten de onderste planken één voor één los en kon hij bij het deurslot komen. De stijlen waren fors gehavend. Nu was het eenvoudig een kwestie van de schroevendraaier in het slot rammen . Na een paar korte klappen met een klauwhamer brak de bladveer die de sleutelplaten op hun plaats hield Die handige wetenschap had hij van Appie uit Zandwijk. Een behandelingsinstituut voor depressieve jeugddelinquenten. Een frêle gebouwd Rotterdammertje, wat voor zijn lievelingsbezigheid zeker een pluspunt was, die met zijn 15de jaar al een volleerd inbreker genoemd mocht worden Wat alle dienstdoende gemeente ambtenaren op het bureau : doelwater 5 aan de Maas zonder meer beaamden .Appie had maar één echte hobby; waar hij echt in uitblonk; elk slot en iedereen die vond dat hij zijn tijd beter kon besteden kraken . Appie was dan ook net als de dichter Jules Deelder de heer en meester van de nacht daar aan de Rotte. Zij het dat Appie zich bezig hield met meer aardse nuttiger zaken.

Nu de schroevendraaier er even uit zodat die sleutelplaten omlaag konden vallen. De schroevendraaier er weer in. Een slag draaien met behulp van de waterpomptang en de deur draaide gelukkig naar binnen open. Hij veegde het zweet van zijn voorhoofd en met de woorden; “ Welkom. Komt maar allen hier te samen en maak het je gezellig gezellig.” “De miswijn staat achterin.” Een beter passend welkomstwoord voor de nieuwe bewoners van dit voormalig klein Seminarie kon hij verzinnen.

Episode 3;

Bij het licht van wat zaklantaarns leek de eerste ruimte waar zij binnen kwamen behoorlijk groot. Het spel van de wisselende schaduwen echter speelden hun parten. Waardoor zij zich van de werkelijke afmetingen van die ruimte geen beeld konden vormen. In de hoeken overal spinnenwebben.. Lagen stof waarin hun voetstappen achterbleven op de licht gekleurde deels gebarsten granito vloer. Hoelang had het pand al niet leeg gestaan.? Jaren aan het stof en de kalk van het plafond gevallen te zien De oude keuken bleek had aan 2 wanden zware grijze granito aanrechtbladen met 4 spoelbakken. Nog helemaal intact met gebladderde licht groene kasten daaronder. Van twee hingen de deurtjes eruit en een ontbrak helemaal. .Die kon hij of een van de andere mooi repareren. Als hij daar de tijd voor kreeg In het midden van de ruimte stond als een ruim tweepersoonsbed een enorme kloostertafel. Ruim onder het stof met barsten in het tafelblad. Op deze tafel hadden ze gezien zijn afmetingen ook moeiteloos de Heer kunnen schroeven ging het als gedachte door hem heen. Aan deze tafel ontbrak als door een wonder niet één poot Aan de wand daar tegenover stond in de verste hoek een achtergelaten oud . kolenfornuis met een roestige kachelpijp die dooreen gat in het plafond verdween. Het gietijzeren fornuis bleek bij nadere inspectie gebarsten en er ontbrak ook hier een deur. Zij het nu van de oven. Geen nood zij kookten toch op butagas. Twee paneeldeuren in de muren tegenover de ramen waren van voorraadkasten waar de planken gelukkig nog inzaten. De half openstaande deur in het midden leidde naar een lange gang met tientallen andere deuren. Het had iets van een spookklooster. Zo als beschreven door in de romans over rechter Tie* . Waar elk elk moment net onthoofde nonnen het maagdelijk bloed spuitend uit hun nekken uit de cellen konden komen snellen. Hij moest zijn fantasie in toom houden. Aafje, een lieftallige roodharige op klompen, die soms de weg kwijt, dan graag beweerde de 5de bruid van Anton Heyboer te zijn , riep bij binnenkomst meteen enthousiast: “Hier kunnen we mooi samen eten.” Alsof ze als Us Ferlosser de commune ‘Waldorf´ voor de tweede keer wilde stichten.. Twee maanden laten woonde zij samen met Hans een creatief therapeut. Verbonden aan Middelloo. Willemein een medestudente en al even wereldvreemd, waar Gerrit als eerste achter mocht komen, knikte even enthousiast van Ja. “Laten we maar eerst even wachten hoe het er bij daglicht uitziet,” zei hij om de feeststemming te drukken. “Niks overhaasten. Voor hetzelfde geld staat er morgen een knokploeg voor de deur.” Wat hem nog geen maand terug was overkomen bij een kraak aan de Korte Bergstraat. In een pand van Hoogevest. Bij de ontruiming die daar onterecht op volgde had hij een agent die aan zijn spullen zat een forse knal voor zijn kop verkocht. Vanwege deze begrijpelijke actie mocht hij weer de vogelekooi aan de binnenkant bewonderen. 6 uur later was hij weer op vrije voeten gesteld. Zijn spullen waren onder tussen afgevoerd naar het gebouw van de gemeente reiniging. Boeken levensmiddelen kleding , bussen appelstroop, volle flessen melk, aangebroken pakken volkoren meel, hij bakte zelf zijn brood, alles op een hoop gegooid. Het was niet voor niets oorlog tussen hem en de gemeente. Met 14 stemmen voor en één onthouding besloten zij hier in de keuken hun slaapzakken uit te rollen en pas morgen de rest van het pand te verkennen. Na provisorisch het meeste stof aan de kant geveegd te hebben. Alleen zwarte Jan vertrok die moest bij zijn vriendin maffen. “Om nog hele horden kleine krakertjes bij te maken ΅zo als hij grapte. Het was voor hem de eerste en enige nacht dat hij tussen Aafje en Willemein mocht slapen. Met zijn drieën op de eiken kloostertafel als een altaar waarop zij helaas niet hun maagdelijkheid offerden als dank voor zijn vele werk eerder die nacht. Daarna groeide tussen hen de afstand doordat hij nog geen maand later meerdere keren per week lsd begon te gebruiken.

* de vogelekooi, bijnaam door de vaste bezoekers gegeven aan het arrestanten lokaal op het oude politiebureau aan de Stadsring. Waar nu het ‘nieuwe’ gebouw van de Amersfoortse krant staat. Aan de binnenkant waren de ruiten van deze wachtruimte voorzien van een zwaar tralie raster werk om te voorkomen dat boze bezoekers hun frustratie zouden uitleven op het glas . Om dit te voorkomen moesten ook alle voorwerpen klein genoeg om door de tralies te steken vooraf worden ingeleverd. Daarmee kreeg het geheel iets van het sprookje van Hans en grietje.

*een Amsterdamse duim is 2,57393636 cm (11 Amsterdamse duim is 1 Amsterdamse voet);

*Anton Heyboer was een Nederlands kunstschilder en etser. Hij woonde met vier vrouwen in een commune te Den Ilp. De “vijfde” vrouw was zijn kunstverkoopster aan de overkant. Wikipedia

Geboren: 9 februari 1924, Nederlands-Indië

Overleden: 9 april 2005, Den Ilp

* waldorf Waldorf (schooltype), de internationale naam voor de Steinerscholen of Vrije scholen

* rechter Tie: hoofdfiguur in een reeks van 17 Chinese misdaadromans van de Nederlandse schrijver en diplomaat Robert van Gullik.

 

us ferlosser : uit het Fries ; onze verlosser de bijnaam van Ferdinand Domela Nieuwenhuis ( 1846- 1919 ) grondlegger van de socialistische beweging in Nederland.

HOOFSTUK 1

Het  van de avond na kerstavond   en bitter koud. Een kou die voor zijn gevoel overal in trok .Elk lichaamsdeel dat maar even boven de slaapzak uitstak binnen de kortste keren veranderde in een gevoelloze steenklomp. “Net het hart van zijn moeder!” dacht hij grimmig. In een flashback van wat zij hem geflikt had. Zijn verdere zegeningen waren op de vingers van één hand te tellen. Een wat povere uitkomst die hem niet bepaald  tot het meest welgestelde deel van de samenleving deed behoren. Dat was in zijn ogen  de familie Pon van het gelijknamig automobiel bedrijf, waarvan hij 2 jaar later nog 100 gulden als kerstgratificatie zou krijgen.  Eerder behoorde hij tot het legioen van armoedzaaiers. De ongekroonde naamloze horden uit de grijze bladzijden van de  geschiedenis. Zijn bed was vanwege zijn gebrek aan middelen een kale spiraal, een twijfelaar zonder matras. Wat de luchtcirculatie vanaf de onderkant aanmerkelijk verbeterde. vertelde hij het bezoek van de zelfde steuntrekkers  als hij. In de hoek van de kamer stonden 6 kratjes op elkaar gestapeld . 3 aan 3 om als geïmproviseerde voorraad – en boekenkast te dienen. Gevonden na afloop van de markt. Op de onderste plank een pakje Fries roggebrood en een glazen theekop waar het oor van afgebroken was. In het kratje daarnaast bestek voor één persoon. Alhoewel hij zijn chips meestal met zijn handen at,  had hij dit teken van opvoeding en beschaving nodig om zich een echt  mens te voelen. Daarboven zijn hele boekenschat. 3 boeken waarvan 2 geleend en nooit terug gebracht . En het pronkstuk uit zijn verzameling de roman:  in de ban van de ring. Hard gebonden in één band. ‘s Nachts gestolen uit de etalage bij Veenendaal . Dronken cultuurbarbaren uit Spiekedorp hadden net voordat hij langskwam met een straattegel de winkelruit in gegooid . Nog voor al het glas eruit was had hij zich opgeworpen als beschermheer. Een redder van de beschaving. Verder 4 kratjes aan een geschoven die als salon en ontbijttafel tegelijk diende. Het hele interieur van 10 kratjes , een bed en een lege butagas kachel ademde ongewild de sfeer van een Zen-klooster uit in wolken condens .

Met zijn uit het kruis gescheurde spijkerbroek en jasje met daaronder een schipperstrui en 2 t shirts over elkaar heen  aangetrokken lag hij ineengedoken, de ogen gesloten als een foetus in de baarmoeder van een oude leger slaapzak. Daaroverheen twee mottige dekens. De een gebroken wit met een rode bies en de ander vaal oranje. Een blauw afdekzeil met rafels en metalen ogen aan de randen zorgde als onze driekleur  voor het spatwaterdicht zijn. Ondanks zo lekker warmpjes te zijn toegedekt rilde hij van de kou. Was het niet eerder de speed die hem de stuipen op het lijf joeg. Eigen schuld . Had hij ook zijn lange grijze militaire overjas maar  moeten aanhouden onder de lakens. Zijn voeten leken verdwenen. Geamputeerd als kerstgeschenk omdat er van het westelijke front geen nieuws kwam . Bij die vredesgedachte jubelde zijn tenen bijna opgelucht. Was hij nu helder van geest? Net bijgekomen uit een alcoholroes ? Of nog onder invloed van de l.s.d.? Ach wat maakte het uit! De bittere werkelijkheid veranderde er niet door. De temperatuur zou geen graad stijgen. Alleen hoe een mens zich erbij voelde. Wat het je deed of er tegenover stond. Altijd positief blijven had zijn psychiater van het M.O.B. dr. Francois in Amsterdam hem voorgehouden. Dr. Francois een aimabele man die studentikoos saxofoon speelde in een Dixieland orkest. daarbij zijn leeftijd vergat! Of je innerlijk sterk genoeg was, de kracht kon vinden om je noodlot als een man te dragen of onder te gaan in een oceaan van ellende. Een vraag waar je alle kanten mee uit kon zo lang er iets van goedheid bestond. Soms kun je beter vluchten, dacht hij somber. Beter verdrinken dan weer tegen de stroom op zwemmen. Gewoon omdat je nergens in de woestijn, in al je tranen een bron kan vinden. Laf misschien maar ook lekker pragmatisch. Verre te verkiezen boven een situatie waarin de kraaien zich in je haar nestelen .Een aforisme uit een boekje met Chinese wijsheden uit de bibliotheek op de Zonnehof. Voor nu wilde hij alleen maar bidden . Alleen raakte  hij in verlegenheid door  de vraag tot wie.

Het continu druppen van de lekkages in zijn kamer was voor even opgehouden. Het ontbreken van enig geluid anders dan zijn ademhaling liet een ongemakkelijke stilte achter. Verdomme dacht hij , nauwelijks warmer dan zo even, laat het nu niet nog kouder worden. Misschien dat het wel gaat vriezen. Wat dat betreft kan het beter regenen dan dooit de kou tenminste. Niet onbelangrijk voor iemand van wie de butagas kachel dienst weigerde. Afgekeurd voor dienst  was zo als hem een jaar later in Utrecht   zou overkomen. In de Knoopkazerne.  Stom hij was vergeten de gasfles om te ruilen op de Soesterweg. Op de dinsdag voor de feestdagen toen het nog kon. Of hadden de Duitsers zijn fiets gestolen? Aan slappe excuses voor  de dingen achterwege laten had het hem nooit ontbroken. Daar kon zijn vorige vriendin over meepraten.

 

Het was 25 december 1972 om precies te zijn zodat over de precieze datum en het jaartal in ieder geen twijfel hoeft te rijzen bij de lezer. Over de rest en het juiste tijdstip was hij onze hoofdpersoon nog niet zo zeker. Vooral de quizvraag naar de zin of onzin van zijn leven als puber hield hem bezig. Het was kerstmis wist hij . Met een zekerheid die meer met  het koele verstand beredeneert was dan dat hij zich werkelijk een kerstkind voelde. Of misschien toch wel . Hier alleen in de stal in zijn kale kribbe in de kou voelde hij zich zieliger als de hele heilige familie met hun herders samen. Het feest van de vrede voor alle mensen van goede wil. Wat vroeger de mensen elkaar toewensten. Ach de wereldvrede begint met tevredenheid met jezelf was zijn kerstgedachte. Maar hoe je daar aan moest bouwen vertelde het sprookje niet.

In de naweeën van de lsd groeide de hoop dat zijn oren het lied over de heiligste van alle nachten toch ergens in de verte zouden horen. Dat de klanken van het lied machtig tegen de muren van de Muurhuizen zouden oprollen. Van de daken zouden schallen om na afloop hun vleugels uit te slaan en op te stijgen naar hun Heer in de hemel. Zwanen volmaakt witte zwanen als sneeuwvlokken waren de woorden van het stille nacht heilige nacht in zijn ogen . Hij verlangde naar de opera’s van Richards Wagner. Maar om die zwanenzang van helden te mogen horen moet je zelf ook van goede wille zijn. In vrede en liefde voor allen geloven. Een teder gevoel van mededogen bezitten dat er bij hem al jaren geleden in zijn kindertijd was uitgeslagen. Door zijn moeder met met een buigzaam blauw plastic tennisracket . Een reden temeer om niet naar het tennistoernooi bij Flehite te gaan .

Alleen zijn voeten probeerden elkaar warm te wrijven. De rest van zijn als een eskimo ingepakte  lichaam bleef  roerloos onder de dekens liggen. Het plastic zeil opgetrokken tot aan de kin. Niet hoger anders zou de condens van zijn adem in zijn nek druppelen. Zijn t shirts  klam maken.  Handig dat zeil ooit bedoeld om bakstenen af te schermen tegen uitdrogen door de zon. Voor niks meegenomen van een onbewaakte bouwplaats. Van de zomer bij van Hoogevest op de Hogeweg. Eerst had hij zich bij het stelen een vreemde ekster gevoeld, maar nu kwam het beregoed van pas. Het duister in de kamer met op de rechter zijmuur het schaduwspel van een straatlantaarn wakkerde introspectie aan. Verleende aan zijn naar binnen geslagen blik de echt zilveren glans van een gulden* uit 1955. Niet toevallig ook het jaar van zijn geboorte. Alleen het verder voor iedereen onzichtbare kaïnsteken op zijn voorhoofd devalueerde zijn eigenwaarde. Gal kwam door zijn slokdarm naar boven zetten . De geel bittere smaak in zijn keel deed hem bijna kotsen. Die vrijheid had hij zolang hij maar het blauwe zeil als doelgebied koos. Even voelde hij zich met dat formaat baby slabbetje 3 koningen te rijk ondanks alle misère.

 

_

Zijn ogen open. Zou hij zijn bed uit gaan? Op zo niet  openstaan ?, De volle emmers en pannen legen? Vragen, steeds meer  vragen  die ongevraagd om hem af kwamen stormden als kleine kinderen op de schoot van hun opoe.  Wat had het voor zin als het morgen weer op andere plaatsen zou lekken? Dat hij weer genoeg lege pannen had! Er genoeg of zelfs meer dan  schoon genoeg  van hebben  beantwoordde probleemloos  zijn vraag naar de zin van het ontstaan van allerlei zaken.. Hij had die lente in de inrichting in den Dolder  geleerd dat je de vraag naar de zin van alles het beste kunt beantwoorden door de vraag in zoveel mogelijk verschillende componenten op te delen. Als een borduurwerk met korte stukjes garen. Dagelijks slechts een paar stukjes van  het totaal aan vraagstukjes aan een  te leggen en als ze pasten in elkaar te schuiven . Van het verbaal geweld waarmee de meeste vragen een mens overvielen eerst het lijdend voorwerp te zoeken. Was jij dat niet kon je het antwoord uitstellen tot volgend jaar.  Liet het antwoord dan nog op zich wachten. Was de puzzel niet compleet. Niet getreurd de dag daarop gewoon opnieuw beginnen alles overboord te gooien wat een antwoord in de weg stond. Tot de dood aan elke poging een einde breidt. Als hij zou wachten met alles leeggooien had hij in ieder geval voldoende drink en waswater. Gratis sprak de armoedzaaier in hem.

_

 

Dat kaïnsteken*, die Blasiuszegen* bleef hem toch dwars zitten. Het zat er al zolang hij het zich herinnerde. Het bittere merkteken van een gebrek aan eigenwaarde en liefde. Ach ook niet zo raar dacht hij ter verontschuldiging van alle betrokkenen. Het ongewenst zijn had hij al gevoeld aan de moederborst. Aan haar geschifte melk. Was met de jaren alleen maar duidelijker aan het daglicht getreden. Zeker voor iemand die daar een zesde zintuig voor ontwikkelde . Zo hypersensitief dat hij aan één woord van afwijzing of kritiek genoeg had om zijn biezen te pakken. Voor altijd er een punt achter te zetten. Niet het ideale uitgangspunt voor een liefdesrelatie. De smaak daarvan had hij dan ook nauwelijks geproefd op Anneke. na. Maar die was zelf ook getroebleerd. Soort zoekt soort zou zijn moeder smalend zeggen. Hij besloot de tijd onder de dekens te rekken tot zijn blaas hem dwong zich over te geven aan de kou.

Hoe laat was het nu. In ieder geval avond, maar de exacte tijd. Een horloge had hij niet en de batterijen van zijn wekkerradio hadden naast de kachel ook de geest gegeven. Reservebatterijen kon hij pas op 3 de kerstdag kopen. Het maakte weinig uit. Hij had toch geen zin in de kerstbijeenkomst van het Leger des Heils. Voor de zoveelste keer in de markthal op de Breestraat. Om de armen van de straat te houden. Gezellig samen onderduiken in de gedeelde ellende. Huilebalken en stamppot met wat magere stukjes worst eten. Zijn agressie in toom proberen te houden door dat stelletje  soepsloebers niet al teveel op stang te jagen. Ze hadden het al zo moeilijk.

 

Met zijn vingers als kam woelde hij even door de klitten in zijn zwarte haren met een grijze lok. Al jaren werd hij door dat grijs  ouder geschat als dat hij werkelijk was. Hoeveel mensen kunnen verder kijken dan alleen een uiterlijk? Hun eigen neus voor vooroordelen. Al die vroegere pesterijen hij lag er niet meer wakker van.

Halverwege zijn tengere lijf knorde er wat. Terug in je hok was het eerste wat zijn benevelde brein dacht. Verdomme had hij wel wat gegeten. De smalle schouders onder de dekens deden hem zich afvragen of hij zijn kerstmaal genuttigd had? Goddelijk was gespijzigd met nectar en ambrozijn! Welk gewicht hij nu nog in de schaal te leggen? Nu na zeker 2 maanden op een dieet van chips en cola met soms wat sneden roggebrood als toetje. Dat elke avond stoned swingen in de Papillon – zijn stamkroeg in de Valkestraat kostte ook de nodige kilo’s aan kracht en lichaamsgewicht. Steeds meer begon hij te lijken op een getailleerde kruiskopschroef .Zeker geen 60 kg schatte hij zijn geslonken spierballen met de vingers van één hand omvattend. De spijkerbroek aan zijn gat maatje 32 was van een vroegere vriendin geweest. Hij viel op jongensachtige meisjes die hem aan zichzelf deden denken, maar dan liever. Borsten hoefden ze niet te hebben, dacht hij zuur. De blauwe denim stof zwabberde al zeker een maand rond zijn billen. Gelukkig dat een sergeant van het leger des heils bij het zien van zijn achterwerk als een hazewind met haar hand over haar hart streek en hij gratis een paar bretels kreeg. Voor sinterklaas had zij er bij gezegd. Hoe zo had hij gevraagd moet ik die ouwe gek daarmee wurgen. Alles bij elkaar was hij een hoop aan lichaamsgewicht verloren. Zijn gedachten gingen terug naar een aantal maanden geleden. De tijd dat hij ruim 85 kg woog. Schoon aan de haak. Spieren botten en pezen, geen grammetje vet. Hij was sterk geweest. Sterk genoeg om 5 agenten zich van het lijf te houden. Urenlang bij een gevecht in het bos Birkhoven. Bang waren ze voor hem geweest. Gevreesd in die tijd als straatvechter met altijd een mes uit Nepal in zijn laars. De buit van een inbraak bij de Bhutanboetiek. Een kraak samen met Berry ook uit het  tehuis .Maandenlang had de verdieping naar sandelhout geroken.

De maanden dat hij nog bij de atletiekvereniging Altis trainde. Zo sterk van lijf en leden dat zijn coach hem had geadviseerd om te gaan gewichtheffen. Gewoon voor de sport, Hij had het opgevat als dat ze hem kwijt wilde. Een geheime vaderlijke afwijzing. Volgens zijn trainer had er de kracht voor om in die tak van sport ver te komen. De kracht en het figuur benadrukte hij met een blik op zijn gespierde schouders. Een advies dat hij van binnen bloedend maar van buiten minzaam had afgewimpeld. Kon die trainer dan niet begrijpen dat hij met heel zijn ziel hield van de eenzaamheid van het lange afstandslopen. De vrije loop die zijn gedachten namen wanneer hij tegen zijn eigen grenzen aanliep. Daarmee vocht. Deze wist te overwinnen en zo te verleggen dat zijn hart steeds ruimer werd. Daarna ging hij minder graag naar de training waardoor zijn conditie langzaam verslofte.

Maar had hij nu wel of niet wat in zijn maag? Vandaag? Gisteren? Zijn blik viel bij het omdraaien van zijn hoofd op de krathouten salontafel net naast zijn bed onder handbereik Ook een afgedankte vondeling van zelfmedelijden. Een aangebroken pak roggebrood, zwarte kruimels en een vierkant halfvol kuipje smeerkaas zeiden van ja. Naast een halve zak gezouten Croky chips naturel en een lege fles cola die hem de smaak van zijn 2 gangen kerstdiner in herinnering brachten . Die lege fles kon hij zo direct mooi gebruiken om in te zeiken. Als hij niet geplaagd werd door een ochtenderectie! Zo dadelijk na het opstaan Toch voelde hij nog steeds een onbeantwoorde honger! Vooral tussen zijn oren.

 

Met dat hij de tijd en het land aan zichzelf had kon hij mooi zijn gedachten pijnigen met de eenvoudigste vorm  van alle samengestelde vragen: Waarom ik?! Vraag: Als ik mij eenzaam voel, waar om dan ik en hij niet. Het antwoord liet niet lang op zich wachten. Alles van liefde is een smerige leugen. Een denkbeeld dat de pijn hier in de eenzaamheid van zijn ijskoude kamer moest verzachten. Door de schuld buiten hemzelf te leggen. Bij het weer , bij de ander*, zijn moeder. maar hoe zat het nou: Hij was voor de ander toch ook een ander! Zijn andere ogen met hun doffe glans gleden over het afbladerend stucwerk van zijn kamer. Het was een verkeerde keuze geweest om voor deze kamer te kiezen. Dom maar tja de zon scheen in de late zomer. De kamer was qua licht en afmetingen groot genoeg geweest om in hem de wil te doen ontwaken weer te gaan schilderen. Hoe fout die keuze was kwam hij pas achter met de herfstregens . Het had al dagen gezeken toen het op meerdere plaatsen steeds harder begon te lekken. In de beginne leek het mee te vallen, had hij gedacht: Gods water over Gods akker tot de regendruppels ‘nachts op zijn gezicht uiteen spatte. Boos als lazarus was hij opgestaan om zijn bed op te nemen en te verplaatsen naar een nog droge plek midden in de kamer . Tot ook daar de zondvloed losbrak. Gelukkig had hij nu zijn plastic zeil dat hij zo nodig als een éénpersoons bungalowtent over zijn hoofd kon trekken. Zijn jongemannenerectie als tentstok.

 

Het rook in de kamer vochtig naar nat hout. Wat ook niet zo verwonderlijk was op Gods akker . Zijn onderkomen was voorheen in gebruik geweest als opslagplaats voor brandstof. Geweldige Boomstammen zo uit het zwarte woud, zo zag hij het voor zich, van hun schors ontdaan en in stukken gehakt om te dienen voor de vuren van de bakovens. Vegen roet ontsierde de muren aan de voorkant. Roet dat je met geen mogelijkheid meer wegpoetst. Waar je alleen met ossenbloed overheen kunt schilderen. Daar zullen de cokes of eierkolen wel gelegen hebben vermoedde hij Kolen die met hun helse vuur de lichamen van de klein seminaristen hier aan de Muurhuizen van de nodige warmte moesten voorzien. Zo veel warmte in ieder geval dat de priesters in opleiding enthousiast konden blijven geloven in het woord van hun hoogste christelijke voorman en aanvoerder van het twaalftal: Ik ben de goede herder en allen die in mij geloven zullen eeuwig leven ( Johannes 10;27-30)

eerste poging.

Eeuwig leven brrr.. hij gruwde alleen al bij de gedachte. Zelf was hij, dacht hij nu het liefste gestorven op het hoogtepunt van zijn leven. Als kind op de kerstmis van 1962 aan het einde van de hoogmis. De aller eerste keer dat hij als jong misdienaar uitverkoren was de middernachtmis mee te helpen celebreren. Pas 7 jaar was hij geweest. De Benjamin van de Sint Willibrordus buiten de Veste.

 

Het middenschip van de kerk lag er schitterend bij. Overal brandden kaarsen. Op elk altaar in de zijbeuken. De tientallen verlichte kerststerren boven in de neogothische gewelven wezen de gelovigen de juiste weg. Dit sprookje vertellen had de koster en zijn vrouw handen vol werk bezorgd. De kerststal op de plek waar anders het Maria-altaar stond was levens groot en echt. De os leek wel te loeien en de ezel te balken, Maria te glimlachen als op het hoogtepunt van de dienst , tijdens de consecratie het kindeke Jezus ten aanschouwen van alle gelovigen in zijn kribbe werd gelegd. Daar spraken de oude vrouwen die door de weeks het merendeel van het kerkvolk vormde weken later nog over. Tot aan de Pasen toe.   De ‘eeuwige ‘kerstbomen en ballen mistte een mens niet met al dat schitterende  licht. Die kwamen de kerk niet in als symbolen van het heidense joelfeest zo als de koster volhield. Ondanks de verzoeken van veel gelovigen, zeker van neogermaanse origine ,  met minder kennis van de kerkgeschiedenis en een grotere neiging tot conformisme.  Hij onze jonge misheld had zich in de sacristie  feestelijk gehuld in zijn witte superplie samen met nog 8 anderen misdienaars en 4 diaken. Het was dan ook de hoogste hoogmis van het jaar. Le plat principal op  de kerkelijke menukaart. Een 3 sterren diner waarvan  geen mens een hap kon  missen . Hij met alle knoopjes van zijn rode feesttoog dicht had zich door al die hem omringende  godsvreugde verstikt zelf  het kindeke Jezus in zijn kribbe gevoeld. Op het hoofdaltaar  met al die blikken van de parochianen die als vers en geurig stro in zijn rug prikten. Met alleen de kaarsen aan was elk gotisch gewelf gehuld in een bovenaards licht. Straalden alle gezichten met een zachtheid die hun anders vreemd was. De kerkwierook had alles geparfumeerd met de rijke geur van kostbare mirre. Hij was het kind door allen lang verwacht en te samen aanbeden .Boven zijn hoofd brandde met een verblindend licht  de tiara. De drievoudige kroonluchter in het 64 meter hoge  kruisgewelf onder   de grootste  toren van de architect Petrus Josephus Hubertus Cuypers. Zelf gezegend met de doopnamen Ludovicus Gerardus Joseph Franciscus Willibrordus voelde hij een innige verwantschap.  Deze zoon van een kerkschilder  had zijn opa van moederskant kunnen zijn. haar hele familie kwam ook uit het zuiden des land. de kroonluchter    zegende hem  de uitverkorene met alle de 12 heilige  namen van de apostelen in glas in lood. Nu zijt wellecomme! Ijle stemmen zweefden door de gewelven. bewogen de sterren en de harten van de gelovigen hier op aarde.   Het lied had de hele mis door in zijn oren geklonken. Steeds weer telkens opnieuw had hij het willen aanheffen voor zijn God, de allerhoogste Vader. Hoe wonderlijk had het gevoeld zich voor de eerste en enige keer, leek het, door allen geliefd en bemind te weten. Tranen van geluk en deemoed  prikten achter zijn oogleden door de vrome aandacht van die 2000 paar op hem alleen gerichte liefdevolle ogen. Voor dat ene uur had hij van alle parochianen, alle gelovigen waar ook ter wereld zelfs even van zijn moeder met heel zijn jonge ziel gehouden. Voelde hoe de warmte, de vrede bezit nam van zijn hart. Op de klanken van het Te Deum van Charpentier had hij – een tweede zoon van God – rechtstreeks uit de stal ten hemel willen varen, om zo het hele verdere lijdensverhaal tot aan het kruis te kunnen overslaan. Het was er niet van gekomen. Thuis gekomen na de nachtmis om 2 uur ‘s morgens had zich al razend snel een vel op de chocolademelk gevormd . Zo dik dat je er bijna als Reinier Paping, de volksheld  op kon schaatsen.  Zo bitter koud was het die winter van 62-63. geweest. De koudste winter sedert 1789, het revolutiejaar  zelfs in Ukkel.  Het hele land was   de hel van Holland geworden. De hel van de Karel du Jardin 55 2 hoog achter. In het achterhuis waar hij frank en onvervaard met open ogen zijn dagen doorbracht met dromen en hopen. Op ? Hij wist in 1962 7 jaar oud en nog geen jaar misdienaar   niet eens op wat ! Liefde voor altijd ? Zijn eerste poging zichzelf van het leven te beroven mislukte deerlijk. De uitloop van de hoge spoelbak op het toilet thuis in de gang waaraan hij zich met de leren draagband van zijn Agfa box aan wilde ophangen brak  bij de eerste poging finaal af. Zorgde voor een plens water als een tweede doop over zijn hoofd. Doorweekte zijn haren en zondagse overhemd met stropdas.  Zijn ouders lachten hem eerste kerstdag   vierkant uit toen ze ervan hoorden.. Hoelang zou de lsd nog nawerken?

 

Hoofdstuk 2

Gisteren had hij vreselijke koppijn. Een signaal dat hij er niet echt slim aan had gedaan om drie dagen terug in de middag te beginnen met slikken. Alleen omdat hij zich had voorgenomen om de kerst te overleven door de hele tijd in de zevende chemische hemel te bivakkeren. De hoeveelste was het nu. Gezien zijn verstoorde tijdsbeleving was tellen niet langer zijn sterkste punt. De derde al in drie dagen? Maar het kon ook niet anders. Hij moest zich uitleven in dat fantastische idee om onder invloed van l.s.d. op kerstkoopavond uren heen en weer te banjeren door de Langestraat  . Als een zigeunerbaron met zijn donkere blikken zijn haar in een knot al die kooplustige gekken toe te knikken. Zonder al teveel moordlust te laten blijken. Hij had er van genoten te zien hoe hun bekken waren vertrokken door de hebzucht als speelden zij hun rol als beul op een schilderij van James Ensor. Of waren zij toch de martelaren van hun eigen burgerlijk bestaan. De ballen die een eigen kerstboom misten.  Hij zelf was de Christus geweest op weg naar zijn kruisiging en tegelijkertijd de jongere uitgave van sinterklaas. met zijn rode poncho op maat gemaakt van een oud Perzisch tafellaken. Die vrolijke gedachtes alleen al had hem er toe gedreven weer een trip te slikken. Het idee koudweg het warenhuis van V& D aan de Utrechtsestraat binnen te lopen. Bovenin het restaurant achter in de zaak op de eerste verdieping met een balkon aan de Hellestraat 4 kroketten met witbrood en roomboter naar binnen te proppen. Dit vooral! Vooral om de bedrijfsleider te schofferen. Uitgehongerd als hij zich voelde bleef het knagen door een gebrek aan eigenwaarde .

Het was niet zijn allereerste bezoek – daar boven bij de heren. De eerste keer was hij er met bloed aan zijn ouwe legerkistjes. Het zien daarvan net na 9 uur ‘s ochtends had hem doen schrikken. Ontwaken bij zijn eerste ochtendmaal . Had zijn weerslag gehad op het besef dat zij hem Eddy een dealer uit Utrecht misschien wel hadden doodgeslagen in plaats van hem alleen daarvoor achter te laten. Als een ritueel geslaagd rund uit een hoofdwond bloedend bij zijn tuinhek aan het begin van de Willem van Mechelen straat. Hij had toch nog gestuiptrekt had hij gezien toen hij zich omdraaide om daarna met zijn tweeën hard weg te rennen? Hij harder dan Moby die fors hinkte. Niet dat hij dat niet had verdient die kleine vettige gluiperd, de wezel in zijn smerige Afghaanse jas. De junkierat! Dat opwachten was een idee van zijn vriend en huisgenoot Moby geweest. Moby die Moby heette omdat hij in zijn lopen op Ahab leek. De kapitein van de Pequod uit het verhaal van Moby Dick met zijn kruk als houten poot. Van het ziekenhuis Het Sint Elisabeth cadeau gekregen , omdat hij zijn onderbeen verbrijzeld had met een ongelukje op zijn Puch. Moby kon zich als het zo uitkwam voordoen als een redelijk goed katholiek. De schrootwaarde van die Puch, total loss, had hij daarom maar gebruikt als aanbetaling op een aftandse Triumph Bonneville. Waar hij nog 500 gulden op toe moest leggen. Hij kon het nooit laten met een slok op over al zijn ongelukken stoer te praten of het hem niets deed. Waarschijnlijk was dat ook zo, want het was het enige wat hem interessant maakte voor de vrouwtjes.

Beiden fors aangeschoten na een bezoek aan de Papillion op de vrijdagavond .Hun vaste stapavond . Vroeg in de morgen hadden zij het plan gesmeed en het benodigd gereedschap opgehaald van huis. Een gekraakt arbeiderswoninkje aan de Breestraat precies op de plek waar nu de goudkust staat. De een een zwaar stalen motorslot aan een ketting. De ander slechts licht bewapend met een fietsketting. Eddy had hun eerst nog uitgelachen . De spot gedreven met de kruk van Moby. Iets hatelijk opgemerkt over zijn grijze lok.. Vrolijk beweerd dat zij te jong en te invalide waren voor het echte werk. Hij had het geweten. Waren zij eerst nog niet echt boos, nu wel. En Jonge woede slaat makkelijk door. . De eikel had er zelf om gevraagd. Nietwaar! Moby had plotseling met zijn kruk zwaar uitgehaald waarop een klap met de motorketting volgde. Ik deed met mijn fietsketting vervolgens ook een duit in het collectezakje. Eddy leerde zo hardhandig dat je nooit moet spotten met andermans lichamelijke gebreken als zij niet dronken of stom genoeg zijn om ze niet te begrijpen. Na de eerste klap voor zijn harses was tussen hem en ons het ijs gebroken! Spoot het bloed uit zijn mond. Vlogen in het eerste morgenrood de door amfetamine gebruik toch al loszittende tanden in het rond.Het was opvallend stil gebleven op straat na de klap waarmee zijn hoofd tegen het bakstenen pilaartje van het tuinhek knalde. Alleen de vogels zongen vrolijk verder. Niks gebeurd toch zei Moby na de spurt. Hoe vroeg er echt helemaal zelf om. Ja ik dacht ook al  zo iets te horen beweerde hij.  Het voelde voor hem als een echte opluchting een bevrijding. Eindelijk stond hij eens aan de kant waar de klappen gegeven werden in plaats van in ontvangst genomen. Iets waar hij na thuis , bleek plots, echt een vreselijke behoefte aanhad .

 

Maar om het toch een wat een ethische moralistisch kerst tintje aan dit geweld te geven moet hij zeggen dat er geen geweld bestaat dat groot genoeg is om tegen je eigen gevoel van minderwaardigheid op te boksen.

En het waarom van dit alles ? Moby een juniorlid van de motorclub, een vereniging  voor moeilijke jongeren, was vreselijk verkikkerd geraakt op de ex-aan-ex- vriendin van Eddy. Een junkie verslaafd aan brown sugar om de maand  bezig met afkicken. Door het overvloedige aanbod van Eddy — bang een goede klant en een goedkope hoer te verliezen — was dat goede voornemen een paar dagen voor kerst weer de mist in gegaan. Bij het horen raakte Moby door het dolle heen. En hoe anders kun je de eer van een reddeloze hoer beter verdedigen of wreken dan door haar pooier in elkaar te slaan. En zo als al bekend alles van liefde is smerig verrot en riekt naar stront dus welk verschil maakt het als de dood in zijn grijns of tandeloze mond dezelfde rottige kenmerken vertoont !

Wie weet had dat stomme bloed als een stille getuige wel vlekken gemaakt in

de vaste vloerbedekking daar in het restaurant. Hem zonder weerwoord van zijn kant beschuldigd van doodslag. De toekomst zou het leren!

Het pakslaag viel mee! Een maand later moesten zij ,  Moby en hij vluchten via de achterdeur van de kroeg met de fraaie Franse naam voor vlinder. Eddy de laffe rat had 5 Surinaamse vrienden en afnemers van hem op hen afgestuurd. Stevige jongens uit de Trechter die als goed afgerichte pitbulls verhaal voor hem kwamen halen. Zich vastbeten in hun  opdracht. Bij binnenkomst wisten zij meteen hoe laat het was. De dealende tandloze had het  dus zij het met wat kleerscheuren en andere littekens overleeft. Maar eind goed al goed na enige aandrang van de motorvrienden van Moby liet Eddy verdere wraakoefeningen ondanks zijn rotkop achterwege.

Hij was er – daarboven – trouwens bij zijn tweede bezoek al eens  uitgezet. Alleen maar omdat zijn lange vuil zwarte haren en grijze militaire Wehrmacht overjas te veel afstaken, detoneerde, bij de winkelende huisvrouwen uit Bunnik-Spakenburg met hun gebloemde spatlappen. Dat wist hij zeker. Het was pure discriminatie door die witte nonnen kappen. Winkelende huishoeren waren het wat hem betrof, die hem met hun christelijke ogen de tent uitkeken. Loopse teven hoe zij onderwijl stiekem geilde op de gedachte hoe het zou zijn met een echte ruige langharige bonk. Door 4 man was hij er uit gezet schreeuwend : Die Jas is nooit het eigendom geweest van wie jullie denken. Vuile fascisten. Hij had die bedrijfsleider met zijn kale kop en zijn nette pak een dure eed gezworen. I’ll be back. Zo nodig als de geest in het kerstverhaal van Charles Dickens.

 

Beneden op de begane grond bij de roltrap liep hij Hetty tegen het lijf. Hetty met haar sprietige rode kapsel dat wel wat shampoo kon gebruiken. Gekleed in haar eeuwige vaalbeige corduroy pak .Jaren geleden gekocht bij de firma Geutjes op de Langestraat. Zij was een bekende uit de Coffoon, die hij groette omdat hij verder niemand kende. Niemand hem gedag zei. Samenwonend op de Teut waar zij in kleine hoeveelheden voor 10 gulden zakjes cannabis verhandelde. Samen met haar vriend bolle Leen. Je kon bij haar ook op de pof kopen maar dan alleen voor niet meer dan 5 gulden. Nauwelijks genoeg voor één joint! Het vroeg-kapitalisme had ook in de hasjhandel al hardnekkig om zich heen gegrepen. Diep had zij hem in zijn ogen gekeken. Bij het zien van zijn sterk vergrootte pupillen samenzweerderig gelachen. Gezegd; “Is het weer zo ver?” Hij wist niet beter dan alleen maar stil licht verbeten te knikken. Verdwaald in de vraag tot hoe ver hij van huis was geraakt . Hoever hij was gekomen door in deze hel van verlossing en haar te dromen.

 

 

Toch had de hele trip verder gevoeld als een zegetocht onder de voortdurende klanken van een ruisend kerkorgel. De blijde boodschap in zijn verrukte oren bij elke stap. Op de Groenmarkt in de hallenkerk op de Hof. Met de sprookjesachtig verlichte kerkramen waar gelovigen ieder in hun eigen licht van god los toevlucht zochten in een ander, eigen soort egotrip. Geloofsvernauwing gepresenteerd als een beleving van de Heer.! In zijn benevelde brein hadden de straatstenen geen andere keuze voorgeschoteld gekregen dan zich voor hem te openen. Hem uit te nodigen tot ver onder het niveau van het riool van de werkelijkheid af te dalen. Met de gelofte daar op het omslagpunt* tussen hel en hemel alleen aan hem de waarheid over zichzelf en daarmee de geheimen van het heelal te openbaren. Hij was vroeg in de ochtend glorieus in slaap gevallen. Zijn lans stijf in aanslag. Hij wist het zeker hij zou in zijn droom kinderen verwekken bij de heilige maagd. Nog steeds druk doende de Chinese karakters op de muur van zijn kamer te ontcijferen. In de zekerheid dat zou hij daarin slagen hij de huur van dit bestaan kon opzeggen sloten zich zijn ogen. Zij het niet voorgoed. De steen van de wijze liefde had hij nog niet gevonden.

INTERMEZZO IN GEBRUIK

Wat het betekende lsd te slikken, te trippen , hoe mooi het was hoe heroïsch. Dat kon hij nooit uitleggen aan mensen zonder verleden als gebruiker. De zoete onmacht van het moeten. De verslaving die op alle aandacht beslag legt. Je elk leed doet vergeten zolang je maar scoren kan. Het is net zo kalmerend als roken , maar dan nog een graadje of 30 erger. Hoe alleen onder invloed van bijvoorbeeld lsd alle tegenstellingen niet langer vijandig tegenover elkaar staan, maar elkaar juist aanvullen. Je kunt als verslaafde moeiteloos een liefdesverklaring afsteken een hooglied dichten met als subject van je liefde je eigen heilige gebruik. Sommigen zouden zeggen misbruik. Lsd maakt dat er tussen alles een innig verband ontstaat. Een zegerijkdom waardoor de moederliefde die in alles leeft eindelijk de kans krijgt zich te openbaren. Los te komen van de werkelijkheid. De gevangenis van de waarheid. Om te paren en zich te vermenigvuldigen als de os en de ezel. Iedereen het zwarte kind van een blanke wordt. Zijn ketenen van zijn verslaafd te zijn aan zichzelf morgen beloofd te verbreken   .Vrijwillig, omdat de samenleving hem geen andere keus laat. Terwijl hij als  Lazarus kan opstaan uit de dood. Keer op keer. Niemand die hem dit nadoet.  Gelijk in de brief van de apostel Paulus aan de Korintiërs ( 1:15) over de wederopstanding. Dat met het Woord van de heilige Lysergeenzuurdi-ethylamide , boeddha zij geprezen, de bak- en straatstenen de doordringende geur van pittige oosterse driedimensionale wijsheid krijgen . Daar zij als uitverkorene van de Heer Boeddha hun herder in het patroon van de lint en stoot voegen een voor normale mensen niet te lezen boodschap uit de heilige Veda’s bevatten. De wereld met elk geluid elk woord een wonderschone symfonie van Gregoriaanse koorzangen wordt. Een Wagneriaanse opera waarin  jij een edeljunk in de rol van Lohengrin. de stervende zwanenridder speelt

Daar hadden de burgers gewoonweg geen idee van . Het enige nadeel van dat lsd gebruik is dat van alles wat hij  zag of dacht nooit een schilderij of een goed lopend verhaal heeft kunnen maken en dat spijt hem  nog altijd.

 

Brak en nog boven zijn theewater was hij wakker geworden. Zijn handen nog natrillend van de amfetamine. Een goedkoop middel waarmee ze de duurdere l.s.d. versneden. Gelukkig vertoonde de spiegel in de kamer zoveel barsten en vlekken die overeenkwamen met de zijne in zijn gezicht dat hij niet hoefde schrikken van hoe verlopen hij er uit zag bij daglicht. Hij was nog steeds manlijk knap zij het uitgemergeld van voorkomen . Snel op weg naar Hilversum nam hij zich voor. Leuk gratis reizen met de trein in de kleur die hem het beste stond. Stan zijn vaste leverancier van psychedelica – zijn oude tehuis makker – was door de komende feestdagen al door zijn voorraad drugs heen. Op het stationsplein daar in Hilversum had hij nog 3 trips gescoord. In een kroeg die hem was aangeraden door Hans een medeverslaafde, maar waar hij nooit kwam. Zelf ging hij liever naar de trechter in Utrecht waar hij de portier Nicio van kende – nog uit de tijd van zijn verblijf op de Willem Artz Hoeve – maar die kelderkroeg was helaas gesloten. Zeker op vakantie naar Libanon voor een paar kilo goeie gele of rooie. Zijn vangst bestond uit 3 kleine dennendal groene pilletjes die er om deze tijd van het jaar om smeekten samen te worden ingeslikt. Voor 25 gulden. Een derde van zijn week inkomen. Hij had zich beheerst met de gedachte eerst maar een om te zien of het spul wel werkt. Je wist het nooit met die vage handel van vreemden. Voor hetzelfde geld was het finale nep. Was je zwaar getild en kon je met een fietsketting terug om je recht te halen. De eerste pil had maar een matig effect. De hemeljuichende orgelklanken ontbraken en het één voor allen gevoel van één van de 3 musketiers te zijn . Het voelde alles bij elkaar als een knap matte vertoning waarbij de hoeveel speed na afloop zijn handen deed rillen en hij zich tot in zijn tenen misselijk voelde.

Bang voor een badtrip was hij nooit geweest. Erger dan de psychose van deze armoedige realiteit kon het niet worden. Er dus ook niets was om te verliezen of na te laten. De angst zelf anders zijn beste vriend zou worden Waardoor het gebruik van L.S.D. de hoogst haalbare vrijheid betekende .Tenminste zo lang hij Janis Joplin op haar muziekteksten durfde geloven.

Toch maar in de herkansing slikte hij in de kerstnacht de laatste twee tegelijk met de laatste slok cola.. Het dodelijk harde geluid van de kerkklokken op kerstmorgen op de Hof vroeg er gewoon om. Dwong hem tot onverantwoord handelen. Die Vermoorden verdomme met hun nagalm zijn herinnering aan de hoogmis van 62. Gelukkig had hij verstand van slikken. Daarna was hij weggegleden in een staat tussen bewustzijn, slaap en foute dromen. Kwamen de gebeurtenissen van het afgelopen jaar ongevraagd als verkeerd bezorgde pakjes onder de kerstboom naar boven.

Hoofdstuk 3

Het jaar daarvoor was de kerst in de roes van een enorm zwart gat verlopen. Dat gat ergens in het centrum van de Melkweg. Wat hij had gedaan of nagelaten was door de zwaartekracht uit zijn herinnering gezogen Hij wist het gewoonweg niet meer. Ladderzat en apestoned , waarschijnlijk de 3 feestdagen lang om de vierde dag te ontwaken met bont en blauwe billen, een blauw oog en een gescheurde wenkbrauw. Van de trap gegleden in de Coffoon waar het toilet alleen maar bereikbaar was via een smalle houten spiltrap. Lopen matten voor de deur omdat de een of andere onbenul iets had gezegd over I’m dreaming of a white Christmas. Zijn favoriete kerstlied wat hij wat ruim van bewustzijn in zijn eigen heelal de hele avond aangeheven had. Als een nazaat van het Urker mannenkoor verkracht door de kerstengel van de Maastrichterstars

2de poging

Zijn wens om er snel en jong en bruut een einde aan te maken deed hem in januari een groot aantal verschillende pillen slikken. Samen met flink wat bessenjenever . Op een dinsdagavond in de Papillon. De kroeg van bolle Mike en Gu’an een chinees. Die zijn vader een chinees restaurant uitbaatte op de Langestraat. In die kroeg hebben ze goed aan hem verdiend. Bolle Mike moest een tijd later nog een jarenlange gevangenisstraf uitzitten wegens hasjsmokkel. Gu’an zo ging het gerucht had zich met het geld van zijn vader opgewerkt tot restauranthouder in Hilversum. Maar de mensen geloven graag in andermans ongeluk. Er waren die avond weinig bezoekers. En die er waren bemoeide zich alleen met hun eigen consumptie . Na 10 glazen meer dan een halve fles was hij van zijn barkruk gelazerd. Dat maakte deze manier een afknapper naast afrader. Ten eerste zijn kater en ten tweede zijn rekening die hij nog moest betalen. Op die manier werd het de duurste poging tot zelfmoord tot dan toe. Een gewaarschuwde dokter liet hem met een ambulance met loeiende sirenes naar het ziekenhuis de |Lichtenberg brengen. Daar kwam hij bij stikkend op de operatie tafel met een rubberenslang in zijn keel. Die ze om hem te straffen omdat hij hun vrije avond had verpest er zeker nog 5 keer instoppen. Zo was zijn maag leeg genoeg om hem naar de afdeling hart bewaking te brengen. Na een kwartier stond hij weer op straat. Buiten in de koude nacht op eigen benen. Zij het nog wat onvast. Zijn overjas lag nog in de kroeg die zou hij morgen wel ophalen,. Gelukkig had hij de helling naar de binnenstad mee en de wind van verlangen naar morgen in de rug . Het was een leerzame ervaring. Aanzijn eigen slechts geënsceneerde zelfmoord moet een mens niet teveel geld willen uitgeven.

Zijn derde poging eind van die maand had verder weinig om het lijf. Achterin het gebouw in de keuken van het jAC slikte hij een wat hij dacht dodelijke combinatie was van spiritus, wasmiddel en wat merkloze pillen. Een echte reden had hij niet . Na het nuttigen van dit avondmaal vloog zij keel en maag in brand. Braakte hij zeepbellen uit en dacht dat gaat uren voordat die pillen in mijn maag zijn opgelost. Plotseling werd hij misselijk Bij de eerste keer kokhalzen vloog zijn kots al tegen het raam boven het aanrecht. De pillen kwamen er in zijn geheel ongeschonden uit. De rest van zijn maaginhoud kotste hij in de gootsteenbak . Waarna hij met de restanten van het wasmiddel en teen spons de ramen weer schoon zeemden. Niemand hoefde te weten wat hij had gedaan. Zijn maag niet van steen was. Had hij geleerd dat een beetje poging pijnloos te sterven de nodige kennis en voorbereiding kost. Voor de trein springen kan elke zelfmoordkandidaat, maar dat lugubere beeld van hem in duizend stukjes tussen Amersfoort en den Dolder stond hem enigzins tegen.

hoofdstuk4

Vroeg in het voorjaar van 1972. Halverwege de maand maart . De eerste vogels zingen in dit vroege uur vrolijk in de takken van de bomen .Merels en lijsters zo te horen. Hij beeldt zich in hoe de zon glanst op hun zwarte veren. Denk aan hoe zij zijn haren wilde knippen. Het gevecht dat daar opvolgde, De knoppen lopen uit. De krokussen bloeien al, De herauten van de lente en zijn verjaardag. Het gras is al aardig op weg even groen te worden als de zomer het jaar daarvoor. Hij ligt stil en probeert na te denken ondanks de vernauwing van al zijn zintuigen. Hun liefdeslied hoort hij door de muren van zijn isoleercel heen. Het is maar goed dat zij hem niet kunnen zien. De stalen ramen samengesteld uit ruitjes van 15×15 van kogelwerend glas zijn geblindeerd. Ontsnappen is niet langer mogelijk . Bij het zien van hem een gevallen kerstengel zouden zij hun lied staken De noten op hun zang verliezen. Terwijl ze nu onbekend met zijn leed daarbinnen kunnen doorgaan met hun vertolking van Orewoet.* Zo denkt hij. Versuft door een cocktail aan kalmeringsmiddelen waar een junk uit de Trechter God dankbaar voor zou zijn Slechts bedoeld, volgens zijn psychiater Buikhuizen, om zijn geest terug te brengen op het rechte spoor. Hem chemisch tot kalmte en bezinning te dwingen. Hij kan wel wat hulp gebruiken. Hij voelt de castratie van zijn ongebonden geest, de dwang tot burgerlijke gehoorzaamheid. Van hem kunnen ze allemaal aan het kolengas. Het liefst gisteren nog.

Welke vrije vogels zou niet schrikken bij het zien hoe hij daar nu al ruim 2 weken zeker 14 dagen 336 uur volkomen gefixeerd op zijn bed ligt . Een eufemisme in gebruik bij de psychiatrie oude stijl om zichzelf vrij te pleiten. Deze onbetaalbare (w) ondermensen. De spuit deed zijn werk. De handen en voeten stevig vastgebonden aan de spijlen. De rest van zijn lichaam met 3 Zweedse banden bedwongen. Een over zijn knieën . Een over zijn middel ter hoogte van zijn navel en een over de bovenkant van zijn borst. 6 door het ziekenfonds Amersfoort en omstreken betaalde Sadomasochisten hadden hem plat gekregen. Hem vervolgens volgespoten. Laat als U blieft Heer vandaag niet de langste dag des oordeel aanbreken. Een onberedeneerde angst lost op in flarden.

Jammer voor jou jongeman maar alle spanlakens zijn al bij andere patiënten in gebruik had de broeder gezegd. Hij haatte hem met alles wat hij nog was om de laconieke manier waarop het zijn mond uitkwam. Een diepe Haat om hoe ze hem behandelde beroerder nog als een wild dier. Een haat die eenzaam en vastgebonden op wraak zon.

Het was wist hij jaren later nog de isoleercel geweest op de Willem Artz Hoeve. Paviljoen Eijkman, de gesloten herenafdeling . Waarom tooien ze gekkengestichten toch altijd met de naam van dooie geneesheren, christenen en nooit met de naam van krankzinnigen die daar in isolatie bivakkeren? Nooit met de naam van wie ik lief heb wil ik heten. Paviljoen Lodewijk klonk toch zoveel menslievender.

Hij hield het leeftijdsrecord had de nachtwacht , broeder Hub hem verteld op zijn ronde door het doodstille gebouw. Broeder Hub een man met de korte nek en de brede schoften van een stier Bekroond door de Heere zelf met een klein kaal hoofd met onder het lage voorhoofd 2 priemende ogen. Het had er net als bij de cyclopen even goed één kunnen zijn. Toch had hij de zachte handen van een vrouw. Zijn haar lag in drie gescheiden rijbanen platgestreken over zijn schedel. Zo jong had hij ze op zijn stille wake nog maar één keer eerder meegemaakt klonken zijn woorden hol in zijn cel. Op zijn vraag wie de jongste was. Antwoordde broeder Hub een voormalig taxichauffeur in de binnenstad van Amsterdam: Aukje! Maar je hoeft voor je record niks te vrezen. Aukje heeft verleden jaar op zijn 15tiende zelfmoord gepleegd. Net na zijn verblijf van ruim een halfjaar in de isoleercel op Lorentz het Hof. Nu ben jij hier op de W.A hoeve de jongste patiënt. Ik vroeg hem of ik als medaille een extra slaappil kon krijgen. Neen zei hij maar wel een extra spuit in zijn billen. Draai je maar om . Zelfs de laatste oordeelsdag kan hem nu niet meer wekken.

Waarom hij daar ligt? Hij heeft absolute rust nodig volgens de ‘geneesbeer’ om alles weer op een rijtje te krijgen. Zij jeugd thuis en in het tehuis te verwerken. Alles achter zich te laten van zijn vroegere reis.. Wat later bleek een trip naar het einde van een eindeloze nacht te zijn. Een dwaaltocht tot aan de afgrond door de krochten van de menselijke geest. Hij had voor zijn verblijf hier een Franse schrijver uit de romantiek gelezen. Het verblijf van 3 weken in isolatie ploegde voren in zijn geest tot op het kale zanderige bewustzijn. Verkilde zijn toch al bange ziel met een intentionele angst voor alles wat nog komen zou.

Nog voelt hij de gepolsterde Zweedse banden in zijn polsen en voeten bijten. De stigmata van die blank leren riemen waartegen hij zich dagenlang gillend van wanhoop verzette. Een bittere wanhoop die door zijn tranen van woede heel goed door konden gaan voor tekenen van krankzinnigheid. Een waartegen hij zich alleen door de roes van de tijdelijke gekte verdedigen kan.

De dag van zijn 17tiende verjaardag breekt aan in halfschemer. De luiken zitten nog steeds voor de ramen om het te veel aan prikkels van buiten te weren. Zijn moeder komt binnen met de woorden. Kijk eens wie er hier helemaal uit Weesp bij jou op bezoek komt. Het moederloeder heeft van de gelegenheid misbruik gemaakt om ongevraagd en onaangekondigd langs te komen. Te dom om te beseffen dat zij wel de laatste was die hij wilde zien. Op de niet geheel geslaagde feestdag van zijn verjaardag. Zeker niet in zijn kwetsbare ronduit vernederende positie. Hier horizontaal vastgebonden op bed. Alleen naaste familie mag op bezoek komen, op bevel van de psychiater. Bij hem de graaf van Monte -Christus van zijn opvoeding. De jeugddelinquent uit een gebrek aan moederliefde.

Hij is in zijn gestreepte kiel te duf om te vragen of ze a.u.b. direct weer rechtsomkeer wil maken. Dat treinretour voor zijn part na afstempeling in haar kut kan steken. Hij gilt : Rot op tyfus wijf. Hoer! temeier van mijn stiefvader! Dat je godverdomme nou je kans schoon ziet .del! Rot toch3 keer op . ! Je geloof in mij komt jaren te laat. De broeders komen voor de zoveelste maal om hem een kalmeringsspuitje te geven. Gelukkig vervaagt daardoor langzaam het beeld van zijn moeder in de roes van seresta forte . Vervangen door dat van Neeltje zijn geheime liefde .

Zo roerloos vastgebonden aan alles in zijn cel van 3 meter in het vierkant voelt hij zich verwaaid als een enkel blad. Een woestijnvlinder bij windkracht 10. De passerset die zijn moeder voor zijn verjaardag als het mooiste cadeau en symbool van haar integere liefde voor hem bij de balie aan de ingang afgeeft ontvangt hij pas maanden later. Bij een laatste bezoek aan de vertrouwde gekken en om zijn weinige spullen op te halen. 3 boeken waaronder in de ban van de ring in één band en wat gescheurde kleding die hij droeg bij zijn arrestatie. De reden voor deze late aflevering ? Te gevaarlijk oordeelde de psychiater; Paardengebit die zijn cadeau voor hem uitpakt. Daarvoor toont onze patiënt te veel tekenen van suïcidaal gedrag voor. Hebben ze dan op de universiteit nooit geleerd dat eenzame opsluiting al een mens tot waanzin kan drijven? Zijn het niet de ‘veelplegers’ in de geestelijke gezondheidszorg die hun schuld door onkunde afwentelen op de patiënten door ze als dieren op te sluiten in te kleine isoleerstallen

Hoofdstuk 5

Half bij bewustzijn neemt deze eerste kerstdag zijn geest de ruimte om terug te denken aan de gezamenlijke poging tot zelfmoord van zijn vriendin en hijzelf .

4de poging

Hij denkt aan al die Japanse stellen die hetzelfde deden zij het dat die van de rotsen in zee sprongen. Een onfeilbare methode door te verdrinken in de branding. Ze hebben in dat land van de rijzige zon geen schoolzwemmen .

Knap is ze wel met haar 16 jaar die Anneke van Chinees-Indische komaf. De eerste vrouw die hem verplicht , angstig en met het zweet op het voorhoofd rood van schaamte , de vochtige opwinding aan de binnenkant van haar kruis , schaamlippen en dijen te verkennen .Hij wist niet wat hem overkwam of wat hij moest doen of laten. Hem daarmee actief dwong haar kruis te troosten met zijn mannelijkheid .

Van haar kant is die poging tot zelfdoding , weet hij , een goedgelovige maar ook pathetische manier om te worden herenigd met haar vroegere vriend. De echte vliegende Hollander zo als hij net 16 met ware doodsverwachting inreed op een vrachtwagen van Albert Heyn. Met zijn opgevoerde brommer ter hoogte van de kruising van de Leusderweg met de van Campenstraat. Op de hoek bij de christelijke kerk. Als een gebouw ook christelijk kan zijn. Het was in een klap stil geworden op dat kruispunt waar ze op oudejaarsnacht de vreugdevuren zo hoog stapelen dat het asfalt smelt. Doodstil. Nog stiller werd het toen ze zijn verbrande haar uit de uitlaat moesten peuteren.

Hij heeft haar noch haar overgrote schuld* noch de vereffening daarvan aangepraat. Dat te blijven denken is zijn anker. Hoe hij dat zo zeker weet ? Zij heeft in haar Indisch vrouwelijke handschrift zij het wat beverig een afscheidsbriefje aan haar ouders geschreven. De laatste bladzijde uit haar dagboek gescheurd. Om hun om vergeving voor alles te vragen. Als dat mogelijk is . Ook voor hem. Hun probeert uit te leggen in te weinig woorden hoe zij en daardoor hij nog dagelijks lijden onder het verdriet door de dood van Robert . De bromfietsfanaat. Hij ontdekt alleen weinig echte liefde voor hem in dit verhaal van gemis en pijn.

Hij de hoofdrolspeler ziet het leven al 17 en een half jaar jaar niet meer zo zitten. Hij breekt om zijn en haar nood tot op de bodem te ledigen in. Op een oktobernacht bij nieuwe maan. Het J.A.C. Boven aan de Utrechtse weg op de P.C. Hooftlaan 3 in een slecht onderhouden herenpand is zijn doelwit. Stil aan de achterkant met een schroevendraaier forceert hij moeiteloos een schuifraam . De avond daarvoor heeft hij de pennen al verwijderd. Die vrijwilligers die daar werken letten toch niet op dit soort van details. Voor de zekerheid heeft hij alle pennen keurig in de keukenla gelegd. Die kunnen ze daarna weer mooi gebruiken. Armoede maakt dat een mens zuinig wordt op alles. Eenmaal binnen in de keuken is de rest een eitje. Het cijferslot van de medicijnkast in de kamer voor aan de straat legt het al na een paar minuten af tegen zijn geoefende vingers. Stom van die psychiater om zijn verjaardag als combinatie te gebruiken. Op een schaal van 1 op 10 voelt hij zich maar voor het cijfer 3 schuldig. Want het J.A.C. is toch ook een beetje zijn huiskamer. Iets van hemzelf bijna. Al bellen ze wel de politie als hij zich agressief gedraagt, maar daar heeft hij nu medicijnen voor. 3 maal per dag moet hij een pilletje slikken , De dosis dagelijks af te halen. Voor het weekend het 3 dubbele want dan is de hulpverlening gesloten. Waardoor hij volgens zijn redenering alleen iets wat hem rechtens toebehoort komt ophalen. Door de grendels van de voordeur te verwijderen verlaat hij ongezien het pand.

Het JAC is de enige plek dat wel waar hij in dat bewogen jaar zich thuis voelt. Water haalt en douchen mag. Lusteloos vele uren slijt met het afluisteren van steeds dezelfde 4 langspeelplaten. In gezelschap van andere probleemjongeren. Waar hij geen enkele affiniteit mee voelt. 1 van Janis Joplin. Een van The Doors, 1 van Cann’t Heat en de laatste van Leonard Cohen . De door de Heer zelf aan pubers gezonden profeet van de zelfmoord . Ze vragen er daar gewoon om!

De dag na de geslaagde missie vroeg in de avond verdeelt Anneke de pillen . 50 tabletten seresta forte 50 milligram elk. Om de een of andere reden – hij heeft haar daar nooit naar gevraagd – denk ze, onervarenheid vermoedt hij, dat 15 pillen per persoon ruim voldoende zijn om de dood zonder ongelukken te doen intreden. Zijn hondje Idee-fixe geheten – een Belgische herder met stamboom – op de gang gezet en water in een kopje uit de wastafel gehaald. Hij verontschuldigt zich dat ze samen met hetzelfde kopje moeten doen. Zij zegt wat maakt het uit wij delen alles. Lief en leed. De pijn ben ik al gewend. Hij voelt overspoelt door een golf van tederheid Na nog één keer de liefde te hebben bedreven nemen zij huilend van geluk en verdriet samen afscheid van elkaar. Hij verward weet niet of het nu het laatste avondmaal is of het laatste oordeel. We komen toch wel in de hemel is het voorlaatste wat zij vraagt. Jij zeker is alles wat hij zeggen durft. In de volgende handeling van de liefdeapostelen nemen zij ieder om de beurt de zware kalmeringsmiddelen in .Hij een dan zij. Het heeft iets van een communie uitreiking. Na elke pil nemen zij een slok water. Hij moet 2 keer zijn bed uit naar de wastafel. Met de handen in elkaar gevlochten de vingers bijna verkrampt , de lippen zwijgend zoekend naar elkaar liggen zij daar. Duurt het nog lang vraagt zij vlak voordat zij wegzinkt . Een moderne Romeo en Juliet zonder toekomstdromen wachtend op het einde . Dat komt in de vorm van een diepe droomloze slaap. Een tijdelijke dood ,een narcose die 48 duurt. Bijna op het zelfde moment ontwaken zij uit hun tijdelijk coma . Stijgt een diep schaamrood hun naar de kaken. Wat is er erger dan te ontwaken in het kille besef van een totale mislukking? Daar valt geen shakespeareaans drama over te schrijven. Daar wil niemand van weten of over lezen. Naast haar briefje op de schoorsteenmantel staat een kaartje van zijn behandeld psychiater. Of hij na zijn wederopstanding, zijn terugkeer in het land der treurenden contact met deze wil opnemen. Het toppunt van cynisme zo voelt hij dat. Iemand die weet dat hun poging bij voorbaat is gedoemd te mislukken en toch niet even waarschuwt

.Het einde van het verhaal is dat zij op de jaarlijkse Pax Christi vredestocht begin november in Brabant iemand ontmoet waar zij meer vrede en levenslust bij voelt. Nooit meer iets van haar gehoord.

Jaren later ontmoet hij haar bij toeval in de sauna van het sportfondsenbad. Herkent hij haar alleen nog aan de klank van haar stem zo fors is zij bijna als een Indische olifant in omvang toegenomen. Zo lomp dat hij blij is dat hij niet voor de vrede ging.

Bij zijn 5de poging tot zelfmoord pardon zelfdoding gebruikt hij nu een in het gebruik bot geworden stanleymes. De littekens van deze halfslachtige poging staan nog als regenwormen aan de binnenkant van zijn polsen. Bij het verbinden van zijn stigmata vertelt de nachtbroeder dat als je echt op die manier zelfmoord wil plegen je beter in de lengte met je arm mee je slagader kan doorsnijden. De hoeveelste poging is dit nu al voor je vraagt de broeder in een poging tot human interest. De 5de keer net zo vaak als ik de liefde bedreven heb. klink wrang zijn antwoord Als half gelovige bezig de God van zijn jeugdjaren af te zweren heeft hij toch nog moeite met het woord seks. Dat klinkt zo plat en ordinair als de degenen zijn die er pap van lusten. De woorden van zijn moeder in navolging van meneer pastoor klinken nog na in zijn oren. Een ongemakkelijke waarheid als hij beseft dat zijn eerste liefde nu met een ander ligt te vozen. Maar met elke poging cynischer geworden denkt hij : toch nog mooi wat opgestoken van het einde van zijn eerste nog net dodelijke liefdeservaring . En de voornaamste reden om dat najaar te beginnen met het overmatig gebruik van geest ontruimende middelen.

Wat leidde tot deze anticlimax van verloren kansen met als enig antwoord een vlucht in roesopwekkende middelen. Hier op 25 december 1972. 10 jaar later als het moment dat hij het liefste afscheid had genomen leefde hij nog steeds zijn uitzichtloos bestaan. Morgen zou hij weer proberen te scoren. Zo nodig onder dwang geld bietsen van een van de bewoners van de woongroep. Alleen niet van Aafje of Willemein , de enige twee vrouwen die hem groette als zij tegenkwamen in de lange gangen van het complex. Hij was al bezig met de vraag wie hij voor het laatste had bedreigd. Hans of Gerrie ? Een mens moet het ijzer smeden als het heet is, maar ook weer niet te warm stoken want dan smelt het. De kunst van het chanteren is de juiste dosering had hij allang geleden van zijn moeder geleerd. Je kunt alles krijgen maar in kleine porties te gelijk. Zo bezig met zijn plannen voor morgen kraakte de deur. Hij schoot overeind . Voelde zich bedreigt en greep naar de bijl onder zijn hoofdkussen. Een zachte stem vroeg:”ben je wakker?” “Ja, maar hoe ben jij binnengekomen?” “Een vrouw met een brede rode mond en een tamelijk korte rok deed mij open” antwoordde de stem. Willemein wist hij meteen met een prettig gevoel . Altijd opgemaakt met knalrode lippen om uren wellustig te zoenen met daarboven de zwart doorloper ogen van een trieste clown. Hij had een zwak voor haar en voor dit soort peilloze benen. Als je in het licht komt kan ik zien wie je bent. Ik ben nog niet helemaal helder begrijp je wel. De stem deed een stap naar voren. Daar stond Coby. Een vrouw van rond de 22 die hij verleden week op het JAC had ontmoet. Zij waren aan de praat geraakt na de sensitivitytraining op de vrijdagavond. Had haar voor even zo vertrouwd dat hij haar een glimp had geboden op zijn duister verleden. Al die gebeurtenissen die hem tot zijn woede en schaamte waren overkomen. Waar van hij niet wist hoe hij daar de verantwoordelijkheid voor moest dragen als hij dit al moest. Zijn zwakke kanten getoond wat hij anders nooit deed. Hij had zich kwetsbaar gevoeld , maar niet bang. Het was een lang gesprek geworden . Tot na tienen de sluitingstijd van het Jongeren advies centrum. Ze waren nog wat wezen drinken bij de Papillon en bij het afscheid had hij voor het eerst sedert jaren een veilig gevoel gehad. Wat kom je doen op dit late uur vroeg hij verrast. Moest hij nu blij zijn of zich schamen dat zij hem zo zag. Ik kom je een kerstgeschenk brengen zei zij . Weer met een zachte wat hese stem. Hij wilde opstaan maar zei zij blijf maar rustig liggen. Ik kan geen thee voor je zetten zei hij. De gastank is leeg. Dat geef niet ik blijf toch maar even., Maar 3 dagen geleden zag ik je lopen in de stad. Jij zag mij niet hoewel ik wel naar je zwaaide. Ik heb je echt niet gezien, maar ik was druk bezig zei hij verontschuldigend in het midden latend waarmee hij dan wel bezig was. Ook zij zou de Chinese karakter niet begrijpen, Dat is niet erg vervolgde zij, maar hier heb ik een boekje speciaal voor jou. Een gedichtenbundel . Hij had haar verteld dat hij zelf als hij heel wanhopig was niets meer leek te helpen de zaken van zich af probeerde te schrijven. Van Rabindradranath Tagore. Zij las de naam van de groene kaft af. Vuurvliegen. Wel een heel moeilijke naam om te onthouden zei hij om iets te zeggen. Ja best wel ging zij verder. Het zijn aforismen en losse gedachten. Als je toch je geest wilt verruimen kun je maar beter het meest wijze uitgangspunt nemen. Haar lach parelde door de kou in de kamer. Voorin staat mijn telefoonnummer als je me echt nodig hebt mag je mij altijd bellen. Dag ik ga weer. Ze boog zich voorover en even beroerde zij met haar lippen zijn wang. Hopelijk voelde ze niet hoe vochtig die al was. Na dat ze weg was huilde hij al die tranen die al jaren opgesloten zaten in de isoleercel van zijn wantrouwen. In zijn hersenen zijn ogen. Hij in die tijd de gevaarlijkste puber van Amersfoort huilde als een kind om zijn verloren moeder die hij net nog was tegengekomen in de gedaante van een echte kerstengel en moeder Maria ineen persoon.

Hij heeft haar nooit gebeld. Daarvoor ontbrak hem de moed . Voelde hij een valse schaamte. Daarbij wist hij niet hoe je zonder lichamelijk te worden toch het diepste bewustzijn in de liefde delen kunt Later hoorde hij dat ze nog een 2 jaar later om het leven is gekomen bij een auto ongeluk. Nu 64 is hij haar nooit vergeten .Dankbaar door al zijn tranen heen voor de wending in zijn leven dank zij dat een ene kerstgeschenk heeft hij nooit meer een poging tot zelfmoord gedaan.

Alles wat hij wil zeggen deze kerst heeft hij daarom vervat in 17 lettergrepen

TERE VUURVLIEGJES

IN HET DUISTER WEZEN ZIJ

MIJ DE WEG TERUG

Ludo