Bijzondere Ochtendgebeden

Geloven doe je maar in God , maar wantrouw je medemens. Vooral zij die je het meest na staan of die je lief hebt want hun bedoelingen zijn tweeledig en daarmee dubbel zo gevaarlijk. Je vijanden daar en tegen kun je rustig liefhebben, want zij kennen maar een bedoeling en dat is jouw ten val te brengen. Daar kan een mens op en aan bouwen.

Mijn ouders waren van katholieke huize dus werd ik met de blank lederen schooltas onder de nog zwak ontwikkelde rechterarm geklemd naar scholen voor het bijzonder onderwijs gezonden. Het begon al met de  kleuterschool waar zwaar gesluierde nonnen de rozenkrans zwaaiden. Ook de katholieke lagere zowel als de middelbare school waren stevig in de harde handen van broeders en paters. De lagere school had als patroonheilige Sint Martinus en de patroonheilige van het lyceum was Sint Nicolaas. Dus ik wist al alles over onder anderen delen van tweedehands kleding  naast staartdelingen lang voor dat ook maar iemand wist van Facebook of andere sociale media. Van seksuele toenadering heb ik nooit iets gemerkt of je moet daaronder ook een variatie aan lijfstraffen verstaan. Dan heb ik nog wel een waslijstje met klachten over de verschillende folteringen waar aan ik als jongeling vooral in het lager onderwijs , juist de kwetsbare leeftijd, heb bloot gestaan. Een ander bijzonder kenmerk van dit onderwijs was, dat jongens en meisjes gescheiden scholen bezochten. Ik leerde wel dat meisjes anders waren, maar pas later door  eigen ondervinding er achter moest komen hoe vreselijk anders. Je kunt het geloven of niet, maar ik zie in sommige vrouwen nog steeds geen gat laat staan een bodem. Dat is echter een ander verhaal.

We begonnen de lessen steevast met een ochtendgebed. De allerheiligste en zij die probeerden om  in een goed blaadje bij de meester te komen waren dan al bij de schoolmis van  8 uur geweest. Ik zie het dampende kale hoofd van meester Drubbel nog voor mij. Hij was meestal net op tijd, maar moest dan wel heel hard hebben  gefietst omdat hij in oud west woonde en onze kerk aan de Amstel stond. In de kou van de kerk verdampte dat zweet zodat leek het of hij werd bevangen door de heilige geest. De Sint Martinus school stond daarnaast. Beide gebouwen zijn al lang geleden gesloopt, maar als ik in Amsterdam bij de Amstelbrug kom zie ik ze in mijn herinnering in de bocht naar de Ceintuurbaan  nog precies zo staan als ruim 55 jaar geleden.

Het ochtendgebed bestond uit  een onze vader en een weesgegroetje om daarna vol genade en geloof de lessen des taal en rekenen te beginnen. Er werd vroeger bij gebrek aan afleiding door smartphones zo wie zo heel wat meer afgebeden als tegenwoordig. Voor het ontbijt al een weesgegroetje, daarna een dankzegging. Je kon geen hap door je keel krijgen of er hoorde wel een danklied  bij. Dat bidden voor de les ging zo naadloos verder op de middelbare school waar ook het gezamenlijk gebed deel uitmaakte van het ochtendritueel. Dat gebed deden we op een knie geknield naast de schoolbanken Iedereen deed mee , want moslims had je toen nog niet bij ons op het gymnasium. Kwam je te laat voor het gebed dan moest je als strafwerk 7 keer het onze vader overschrijven. Kwam je dezelfde week nog een keer te laat dan kwamen er nog 7 oefeningen van berouw bij. Dit alles natuurlijk wel in het Latijn want onderscheid met die stumpers van de HBS moest er wel zijn en blijven. Ja ze wisten vroeger wel hoe ze je ,desnoods met de vulpen, het geloof in het hart moesten griffen.

Het was overigens niet de bedoeling dat we ons als gymnasiasten zouden afgeven met het canaille van de hogere burger school. Dat waren eenvoudige mensen die, in de woorden van Pater Rector,  werden opgeleid voor zeg maar de  beroepen waar voor intelligentie niet van doorslag gevende betekenis was.. Ambtenaren , agenten van handelsondernemingen en hoger politie personeel ,politici en meer van dat crapuul. Dat werd ons zonder blikken of blozen medegedeeld en wij geloofden daar ook heilig in. H.B.S.ers konden wat voetballen, maar daar hield de enig verdienstelijke prestatie voor de naam van de school ook wel zo een beetje bij op. Van ons werd op zijn minst een universitaire studie verwacht. Het liefst hadden ze ons allemaal tot  bisschoppen en paus gemaakt. Daar werden we zo leek het vaak letterlijk en naar het Woord voor klaar gestoomd. Maar om terug te komen op het gebed. Als wij het eerste uur van de dag geschiedenis les hadden spraak Pater Reinders , God hebben zijn ziel, altijd daarna dezelfde gedenkwaardige woorden, Woorden zo merkwaardig dat ik ze nooit vergeten ben.

Hij zei gekleed in zijn zwarte toga met wit bord op een enigszins zalvende toon , maar toch gestreng

Geloven doe je in God , maar wantrouw je medemens. Vooral zij die je het meest na staan, of die je lief hebt want hun bedoelingen zijn tweeledig en daarmee dubbel zo gevaarlijk. Je vijanden daar en tegen kun je rustig liefhebben, want zij kennen maar een bedoeling en dat is jou ten val te brengen. Daar kan een mens aan  bouwen.

Deze buitengewone uitleg van de Christelijke leer is mij tot op de dag vandaag bijgebleven. Sterker nog deze leer te volgen heeft mij geen windeieren gelegd. Waarom pater Reinders ooit tot een religieuze orde is toegetreden weet God alleen. In ieder geval niet uit ongebroken liefde voor zijn medemens.