Perron 3A

Perron 3A

Op het station in Haarlem op het  perron 3A kwam ik mijn oude pastoor tegen. Of moet ik zeggen de pastoor van mijn vroegere kerk. Ik kon mijn ogen eerst niet geloven. Het was al 40 jaar geleden denk ik dat ik hem voor het laatst zag. Maar pastoor Peereboom, bent U het echt? Op mijn hartelijke vraag keek hij langzaam op en staarde voor een korte tijd naar mijn gezicht met zijn licht bijziende ogen. Zijn brilmontuur leek in mijn herinnering op dat van Paus Johannes de XX111. De door en door lieve paus van mijn kindertijd. Toen verhelderde een hemelse glimlach zijn gelaat Ludo ,zei hij het kan toch niet waar zijn? Kleine Ludo, mijn allertrouwste misdienaar.? Ja, zei hij mij dieper aankijkend, de kleur van je haar is veranderd. Meer het grijs van de heilige geest. Je bent ouder geworden, maar in de kern en de opbouw ben je volgens mij, hetzelfde gebleven. Jawel meneer Pastoor, U heeft gelijk ,op de details na ben ik eigenlijk niet veranderd. Hoe gaat het met U ? Eerlijk gezegd kon ik het eerst niet geloven, dat U het werkelijk was. Zei ik blij met deze voor mij bijzondere ontmoeting. U moet wel zo oud zijn als Methusalem. Ja het is bijna een Godswonder zei hij zacht. Over drie maanden wordt ik 94. Goede miswijn en weinig persoonlijke problemen zijn het recept , denk ik ,voor een lang en gelukkig leven op een dieet van de woorden van de Heer. Gaat toch a.u.b. zitten , drong ik aan . Rustig gezeten vroeg ik ,Waar gaat de reis heen , als ik vragen mag? Heemskerk naar de nonnen , zeg maar , de zusters van het goede leven. Besmuikt lachten wij, bourgondische Brabanders als wij zijn, begrijpen wij elkaar. Over een kwartier gaat mijn trein. Maar genoeg over mij, hoe is het met jou? Geloof je nog? Nu vind ik het altijd moeilijk een duidelijk antwoord te geven op zulke directe en ook delicate vragen op het metafysische vlak .Zo iets als je vriendin vraagt: Hou je nog van mij zoals toen? Ik bedoel .het kan ja maar , maar toch., maar waarin. Mijn aarzeling deed hem reageren met : Dat is dan heel erg jammer voor je. In zijn stem klonk een diep en liefdevol mededogen. Plots had ik weer het beeld voor ogen van de warme zee van de moederkerk. De schoot waarin ik als een baby als in een eindeloze baarmoeder veilig zwevend mijn teentjes en vingertjes strekte. De kerk waar in ik leerde lopen. Voor een moment , bekroop mij het verlangen en het heimwee naar die verloren tijd. De zonnige zondagmiddagen van de vergevingsgezinde Bijbelkennis. Het is jammer , want zie je , zei hij met zijn breekbare stem, het maakt niet eens zoveel uit wat je geloofd als je maar geloofd. Kijkend door zijn ronde montuur ging hij verder, Iets niet kunnen bezitten is pas armoe iets van die of gelijke strekking leert de Heer , begrijp je wel. Hij was het preken nog niet verleerd. Iets wel mogen bezitten is rijkdom. Je kunt pas delen als je iets bezit, nietwaar. Deze hemelse logica kon ik heel goed volgen. Onze lieve Heer is daarom niet tegen rijkdom , ging hij verder, zolang je die deelt met iedereen. Onze lieve Heer heeft medelijden met zij die door een soort constipatie hun materiële rijkdom niet kunnen delen, want zij weten door die verstopping niet wat zij aan rijkdom aan goede gaven bezitten. Wat je door je zucht naar rijkdom niet kunt missen dat is de ergste vorm van armoe. Je gaat dom als je bent zonder enige bezit naakt naar de hel. De Hemel is geen leerschool, dat is dit leven. Zorg dus altijd dat je met goede cijfers overgaat. Dat is nu genieten voor een oud misdienaar , een preek over de eeuwige verdoemenis verpakt in zilverpapier. De ijzeren vuist in de fluwelen handschoen van een verder zo liefderijke God. De trein naar Heemskerk, waar hij verzorgd door nonnen in het klooster in retraite zat stopte aan de rand van het perron. Onder het instappen zei hij mij zo vriendelijk Het ga je goed, dat het meer weg had van een zegening..Kijk in zo een man kan ik geloven. Zo een man waarvan al zijn lachrimpels als kleine gevouwen handjes voor tolerantie lijken te bidden. Daar voel ik mij mee gezegend. Iemand die zijn hele leven lang zijn wijsheid heeft gedeeld. Die nooit vroeg, wat kan ik van je krijgen, maar wat kan ik met je delen. Die altijd zei ,armoede is alleen maar een deugd als je alles wat je bezat hebt weggeschonken. Zo een lieve man is van een andere wereld en van een andere grootte dan alle vrije marktdenkers bij elkaar op hun molshoop Eeuwig op zoek naar het aardse slijk. Misschien, dat ik toch maar weer ga geloven. Al was het maar voor hem, deze apostel van de ware liefde van de Heer.

Ludo 2104-2018   http://www.salsablog.nl