Het was hartje zomer in het centrum van Amsterdam. De straatmussen vielen zowat dood uit de bomen. Tenminste als ze in de binnenstad nog een groene boom konden vinden. Niet dat deze bijna niet meer zomerse hitte de feestpret kon drukken. Het was salsa zondag. De dag des Heeren dat de gezegendste van alle danstriatlons werd gedanst . De heilige drie-eenheid van het salsa dansen rond het jaar 2000 opnieuw beleefd. Waar God de vader zelf in in Casa in Leiden woonde. Zijn zoon Jezus bij el Centro op de Borgesstraat in oud West . El Centro waar Erwin als portier je als de allerbeste plaatsvervanger van de heilige Petrus aan de deur van deze hemel welkom heette De heilige Geest tenslotte onderdak vond bij Meander op de Voetboogstee. In een kelder in plaats van bij onze lieve Heer op zolder. Een beetje salsa liefhebber probeerde op zo een zondag rond de eeuwwisseling zijn onstilbare honger en trek naar het dansen gedurende minstens 12 uur met een laatste avondmaal te stillen. Een portie dansplezier net groot genoeg tot aan de zondag daarop. De echte diehard gingen om 3 uur ‘ s nachts nog door naar de club van de heilige maagd Maria. Margarita’s in een zijstraat van het Rembrandtplein. Waar Colombiaanse hoeren met hun pooiers de inkomsten ,van een week leven in zonden, verbrasten. Maar ik vergaf het hun met liefde want ze danste zo heerlijk de Bachata met hun ronde billen.
De locatie voor mijn vertelling is club Meander op de Voetboogsteeg. Een steeg, die de verbinding vormt tussen de Heiligeweg en het spui. Waar ooit het mirakel van Amsterdam zou hebben plaats gevonden.* Met aan de overkant van de smalle steeg de zijmuren van het Maagdenhuis. Waar het zo als overal in de binnenstad, waar een blinde muur is het wemelde van de ouwe en geleende fietsen. Rook naar verschraald mannenbedwater. Zo een steeg, die je als toerist makkelijk over het hoofd ziet . Over een zo een zondag gaat het volgende verhaal.
Ik was net binnen en de hitte sloeg al als een drijfnatte vaatdoek in mijn gezicht . Trok direct in zowat al mijn botten om mijn hart over te laten slaan. . Zonder nog gedraaid te hebben op de eerste dans begon ik vrijwel gelijk te zweten. Het zweet op mijn rug liep via het bouwvakkersgeultje recht mijn onderbroek in.Het schone overhemd, dat ik nog net voor de deur had aan getrokken voelde alweer vochtig en klam aan. Na dj Rick een een groet te hebben toegeworpen. Dj Rick , die daar in zijn jonge jaren, hij is nu even grijs als ik, zijn Cubaanse roots ontdekte. Dit vanuit een hok met de grote van een oud Hollandse bedstee. Ja Rick heeft daar wel geleerd tot op de millimeter goed te draaien. Iets wat hij nog steeds als een van de beste doet. Gerardo Rosales speelde er met een aantal voor de gelegenheid opgetrommelde muzikanten. En trommelen dat kan Gerardo zelf na al die jaren , dat moet ik hem nageven. Hij slaat de conga net zo lang als dat ik dans. Wat een eeltig harde handen moet hij hebben. Gelukkig is de levensvreugde van zijn gezicht onder zijn eeuwige pet te lezen. Zijn optredens bij Meander hadden soms het karakter van een blind date. Je wist nooit van te voren wie er zouden komen spelen. Soms bezoekende muzikanten van werkelijk wereld klasse. Vrienden en bekende van Geraldo , die zelf een erkend weltmeister is op de Conga. Waar ik de goot van het salsa dansen bevolk en vertegenwoordig. Het mooie echter van de salsa gemeenschap is, dat de afstand tussen top muzikanten , dans performers en het voetboogvolk heel goed te overbruggen valt. Ook de toppers, spelers in de de allerhoogste klasse moeten vaak zwoegen in het circuit van kleine clubs en danslokalen. Dat maakt de gemeenschap ook zo democratisch als dat ze in den Haag nog nooit begrepen hebben. Eerlijk verdeelde armoede in de rijkdom van de dans en muzikale vrijheid. Beter kan ik het niet omschrijven. Maar goed ik schrijf hier geen politiek pamflet ik wil een verhaal vertellen.
Club Meander had zijn beruchtheid mede te danken aan dat het er zo laag was, dat als je te lang op een plek danste het risico liep op een zonnesteek of hittestuwing. Zo laag hingen de spotlights aan het plafond. Een zonnesteek op zondag voordat Lubach.geboren was
Daar zag ik haar dansen. In haar eentje .Ze was een beetje vreemd en bewoog zich onwennig. Dan word je zo wie zo niet zo snel gevraagd. Mannen zijn wat dat betreft echte angsthazen. Ze willen wel heel graag showen en opvallen, maar binnen de ongeschreven regels van wat iedereen normaal en te gek vindt Een vreemde gans in de bijt, als ik zo over haar figuur mag spreken. Zij viel mij vooral op door haar licht versleten jurk. Een wat ouderwets geval dat ook in zijn groenig gele kleur betere tijden had gekend. Zo een jurk waarin je de geur van een overleden oma meent te ruiken. Een beetje armoedig eigenlijk. Maar de jurk zat haar wel als gegoten, dat moest ik haar nageven Een vrij forse maar slanke vrouw , met blond haar in vlechten. Zo een plaatje voor dat over gezonde knapperige knäckebröd. Niet heel knap, maar aardig om te zien. Ik dacht dat ik haar al eerder die avond had gezien. Bij El Centro de club van Ben Bron . Een club die op zondag al om 11 s avonds de deuren sloot. Ben hield er denk ik wel van vroeg met zijn kippen op of van stok te gaan.
Ze zag mij kijken en stapte bezweet op mij af. Na hijgend met rode konen , het zweet met haar mouw van haar voorhoofd wrijvend, vroeg zij in niet al te best Engels ; “Zullen wij dansen.?” Ik moet haar vragend hebben aan gekeken want ze vervolgde; “Ik zag je eerder vanavond dansen en je danst als geen ander !!” “Je lijkt me voor een vrouw een hele uitdaging “. Opgave, wilde ik riposteren. Nu kun je wat zij zei als een Zweeds feministisch getint compliment opvatten. Dus om een vrouw te weigeren, die je uniek vindt !! dat doe je niet . Ik zeker niet, zoveel vrouwen vragen me niet! Vooruit dan maar. Een dansje met de nadruk op een moet wel lukken. Volledig overtuigd van mijn eigen kunnen. Stiekem als een kind zo blij om dat beetje aardigs wat zij had gezegd. Zo hongerig naar complimenten van moederlijke types dat ben ik ten voeten uit. Zeker in die tijd, waarin mijn dansstijl alleen door mijzelf en mijn vriendin soms bewonderd werd. Ik kan namelijk niet dansen als iemand anders. Zelf als zou ik willen. Ik heb het mij namelijk grotendeels zelf aangeleerd . Zonder een ander als alleen mijzelf als leraar. Dat tekent of vertekent mijn stijl.
Het was zo als altijd vrij druk en stomend heet op de dansvloer . De dansvloer had dan ook niet echt de afmetingen van het Maagdenhuis, dat iets verder op lag aan het meer voorname Spui. Na een paar keer gedraaid te hebben trok ze, zag ik, bleek weg. Het rood van haar frisse konen leek meer op de kleur asgrauw. Bezorgd dat zij misschien ging spugen van misselijkheid vroeg ik haar , :” Gaat het wel .Of ga ik voor nu te snel voor je .? ” “Nee, nee “. zei ze ; ” Het zal de hitte hier wel zijn”. “Ik kom van Denemarken. Normaal ben ik dus heel wat koelere mannen gewend. “Toch lijkt het me beter als we voor nu even stoppen zei ik. Ik wil het niet op mijn geweten hebben , dat je zo onderuit gaat. Of dat je mooie jurk smerig wordt. Een leugentje uit bestwil is mij wel toevertrouwd . Daarbij zo een forse blonde vikingvrouw dacht ik bij mijzelf . Daar moet je zo als ik vrij tenger gebouwd toch voor uitkijken. ” Je zult maar bedolven raken onder een Deense ijsberg. Nee het valt wel mee, maar wil je nog een keer met me dansen als ik weer op adem ben.”? Natuurlijk, dat spreek vanzelf aan halve dansjes doe ik niet. Net zo min als aan” half friends” trouwens .Ik geef toe, mijn Engels is ook niet alles. Halve vriendinnen? ze keek me met haar flets blauwe ogen iets wat onbegrijpend aan. Ja vrouwen met wie je de hele avond de sterren van de hemel danst en die je vervolgens nooit meer aankijken. Of je ze iets heel ergs hebt aangedaan. Met een kind geschopt of zo. Die na die ene keer dansen , je voor het leven verder verbannen naar hun eigen Duivelseiland. Daarbij je nooit vertellen wat je precies op je geweten hebt of niet. Zodat je jezelf een judas voelt zonder dat je zeker weet of je Jezus wel verraden hebt. Vrouwen die letterlijk veranderen in de hoofdletter V van veel en nog veel meer vragen. Vrouwen over wie je met je hoofd al struikelt, laat staan met je tong of voeten. Denk je dat ik ook zo ben? vroeg zij schuchter met een wat onzekere klank in haar stem ? Nee natuurlijk niet . We hebben toch nog niet eens tot in het Kattegat* gedanst. zei ik om mij er met een grap af te maken. “Maar je wil wel nog een keer met mij dansen ?.” Haar onzekerheid samen met haar rare vaal gele jurk vertederde mij. Even lachte ik mijn liefste lach. Natuurlijk als het kan de hele nacht tot aan de morgenstond. Om met jou samen de son in de suiderzee te sien sakken zei ik licht gekscherend ., Na een minuut of 10 minuut voelde zij zich stukke beter en zijn wij gaan dansen. Dit hebben we samen vrijwel continu de hele nacht vol gedaan totdat het veel te vroeg sluitingstijd was .
En er geschiedde het wonder van Meander. Er was een klik zo als nooit daar voren. Niet dat wij verliefd werden. Dat nog net niet of alleen heel erg netjes en puur, zuiver platonisch. Maar elke dans beweging van mij werd door haar feilloos aangevoeld, opgepakt begrepen en aangevuld. Elk figuur dat wij dansten deed onze wederzijdse begrip toenemen Als zwanen gedragen door elkaars vleugels stegen wij op naar steeds grotere ongekende hoogten. Het was de liefde zo als in het symposium van Plato , die zijn leermeester Socrates beschreef. Ik had mijn wederhelft gevonden in het dansen . Een wederhelft zo als beschreven in de woorden van Aristofanes. Iemand met wie ik ooit bij de aanvang der tijden in het paradijs verbonden was geweest. Een lichaam had gevormd en een geest. Een lichaam dat gescheiden was geraakt door de noodlottige wil van de Goden vanwege het zondig gedrag van de mensen. Een aanvulling van onszelf waar wij onbewust altijd van weten. Waar wij ons hele leven verder naar op zoek zijn. We werden een van lichaam en dans. Zo als je dat ook ziet bij top dansparen. Dansparen die elkaars kwaliteiten zo volmaakt aanvullen dat er wel een diepe en innige liefde uit moet voortvloeien. Dat dit geluk niet eeuwig duurt is tragisch. Maar je kunt ook denken, beter als een stervende zwaan voor even in de goddelijke kracht van zijn armen te hebben gelegen en gevlogen dan als eendje in je eentje nooit zo van de grond of uit de modder te zijn gekomen . De grootsheid van het lot , maar ook schoonheid van de tragiek is hierin juist gelegen dat het eenmalig is, moet zijn. Zowel voor hem als voor haar. Dit gezegd met het klassieke ballet van de Russische componist Tchaikovsky in het achterhoofd. ( dit voor M. EM. mijn andere muze)
Om 3 uur ’s nachts zijn we nog naar Club Mageritas op het Rembrandtplein gegaan tot een uur of 5 het licht werd. We hebben samen hand in hand vredig in alle rust en moe van geluk de zon boven het Ij zien oprijzen op de eerste pont naar Noord en terug . De Zuiderzee hadden ze al gedempt. Het Ij in de vroege ochtend met het gekrijs van meeuwen boven je hoofd lijkt volgens mij wel op het Kattegat. Mijn ogen speurde al bijna de golven af naar mijn zeemeermin. We zijn langs haar hotel gegaan om haar witte dansjurk en overige bagage op te halen. Een schitterende jurk, maar vol met vlekken van de rode wijn . De herinnering aan een aanvaring met een heer en een glas van de avond daarvoor. De vaalgele jurk die zij droeg was inderdaad een afdragertje van het Waterloo plein. Die zij op zondagmiddag in alle haast nog had gekocht om ’s avonds iets aan te hebben bij het dansen . Ik heb haar daarna op de trein gezet . Nagezwaaid tot zij uit het zicht verdwenen was . Het betreurt dat er geen stoomtreinen meer reden. Zodat zij romantisch door nevels en mist in de verte zou zijn opgeslokt en nooit meer iets van haar gehoord.
Toch is zij geen halve vriendin geworden. Ik heb in een nacht voor een heel leven lang volmaakt en genoeg gedanst met haar. Mijn fantastische Odette. Niet dat ik ooit genoeg van de herinnering aan haar krijgen zal, maar volkomen tevreden met de ongekende weelde en overvloed , die ik kreeg van deze wildvreemde . Te weten dat je voor een keer in je leven jouw eigen dans wederhelft hebt ontmoet. Want wat bleek. Deze lieve blonde Walkure was naast een vreemd eendje in Holland ook de regerend salsa kampioene van Denemarken. Voor een week end overgekomen. Die zo als het sprookje van de schrijver Hans Andersen toevallig ook een Deen, zich als onbekend eendje ontpopte tot een van de mooiste danszwanen , met wie ik ooit gedanst heb. Zwanen die alleen zwanen worden als je ze ook echt de ruimte geeft. Een herinnering aan een sprookje waar geen halve of hele vriendin tegen opkan. Ik hoef geen wedstrijden meer te dansen, want ik heb de wedstrijd van mijn leven door haar gewonnen. Ik ga dansend door het leven. Een grotere beker van vreugde dan dit kan een mens niet winnen. Helaas Denemarken was te ver voor mijn Yamaha brommer fs 1. Misschien maar beter ook. Sprookjes moet je in je hart bewaren en aan je kleinkinderen vertellen. Maar toch verzucht ik soms denkend aan haar: Waarom kan een mens niet nog meer delen, uit niet nog veel meer wederhelften bestaan als enkel de twee, waarmee we samen dansen Jij en Ik.