SCHILDEREN VOOR MENSEN, die nooit een kwast vast houden
KWASTEN
Eerst iets over het belangrijkste gereedschap van de goede vakschilder : De kwast. Goede kwasten voor olie en kunsthars verven zijn van Chinees varkenshaar. Het bijzondere kenmerk aan dit haar is dat de haren aan de punt gespleten zijn ( bles). Elke haar wordt aan de punt als het ware twee dunnere haren. Hierdoor is zowel de verf opname als afgifte superieur vergeleken met de moderne kwasten van nylon. Dit haar is van nature iets vettig. Voor watergedragen verven is dit haar, omdat het hol is, iets minder geschikt zei het wel bruikbaar.( mindere verf opname, sneller indrogen van de verf in het haar) . Deze kwasten in naadloze bussen zijn opgebonden met touw om de kwasten bij het slijten even lang te houden als in het begin. Het verlies aan lengte door het gebruik wordt gecompenseerd door de woeling van touw af te wikkelen over de afgesleten lengte. Daarna wordt de kwast door schilder opnieuw op gebonden. Het nadeel van deze woeling is wel dat er veel verf in kan gaan zitten, die bij onvoldoende schoonmaken verhardt. Met als gevolg, dat op die plek de haren door uitdroging afbreken. Met het beslijten van kwasten wordt in de schilderswereld bedoeld het afsluiten van de zijkanten van de kwast tot dat deze een min of meer ronde vorm heeft aan genomen. Dit beslijten gebeurd , omdat de kwast steeds een hoek met het te schilderen werk maakt. Elke schilder heeft een iets andere voorkeur voor die hoek , vandaar dat de kwast naar je hand gaat staan.
Het productieproces van een kwast -Van Dam’s Kwastenfabriek …
Chinees varkenshaar is, tot op heden nog steeds de belangrijkste grondstof voor de verfkwast. Kwasten behoren tot de oudste gereedschappen der mensheid. De oorsprong van de kwast gaat terug tot vele tienduizenden jaren voor Christus. In de grotten van Altamira in Noord Spanje zijn kwasten gevonden, gemaakt van ...
Het idee, dat je nieuwe kwasten in het water moet zetten zodat ze de loszittende haren verliezen is onzin. Daar trekken de haren alleen maar krom van. Loszittende haren verwijderen doe je door de kwasten 15 minuten over een schone baksteen of ander enigszins ruw oppervlak heen en weer te kwasten. Het beste is om nieuwe kwasten in het begin te gebruiken voor muurwerk om ze zo iets te laten beslijten. Ze verliezen dan iets van hun veerkracht, worden zacht en soepel en de scherpste punten worden ietsje stomp wat voor het vloeien van de verf een beter resultaat geeft.De kwast laat geen strepen meer achter. De kleinere maten zijn nog overal te koop.De grootste maat kwasten zijn nog maar sporadisch te verkrijgen ( de firma Bok en zonen te Amsterdam ) . Boven maat 18 is de kwast voor lakwerk niet meer goed te hanteren.
Maat 18 was een ronde buskwast met een diameter van rond de 6 cm. Hollandse zink witter werden die kwasten genoemd. Met deze maat kwast schilderde ik in het verleden raam en deurkozijnen naast opdekdeuren en paneeldeuren. Voor opdekdeuren was een ovale buskwast trouwens nog beter geschikt.
Kwasten schoonmaken;
Kwasten schoonmaken deed ik vroeger weinig. Tijdens het werk werden ze tijdens de middagschaft en aan het eind van de dag op wat oude kranten afgeveegd en tot net onder de metalen bus( pas op voor roesten) in een emmertje met leidingwater gezet. Kleur bij kleur. De volgende dag werden ze uitgeschud en kon je gewoon verder met schilderen. Dit gaat goed bij verven op kunsthars en olie basis.
Bij verven op waterbasis is het beter de kwasten aan het eind van de werkdag zeer goed om te spoelen in lauw water met wat afwasmiddel en op de achterkant van de steel weg te zetten. Zo nodig de haren verpakt in een stukje huishoudfolie om de kwast wat vochtig en in vorm te houden. Heb je erge haast dan kun je ook de hele kwast in folie wikkelen dus met steel en al en de haren in het water zetten. De kwast blijft gedurende twee dagen redelijk bruikbaar, maar niet veel langer. Het belangrijkste is dat de kwast en de verf daarin worden afgesloten van de lucht zodat de verf geen zuurstof kan opnemen en daardoor drogen. Mocht je dat nog te veel werk vinden dan kun je ze ook goed afgesloten in een diepvrieszak onder in de koelkast leggen.
Mocht je toch je kwasten voor kunsthars verven willen schoonmaken doe dit dan als volgt. Haal zowel mogelijk de overtollige verf van de kwast met behulp van oude lappen. Spoel vervolgens de kwast in al eerder gebruikte terpentine. Droog hem daarna zo goed mogelijk weer met die ouwe lappen. Herhaal dit zo vaak als dat de kwast nog weinig verf afgeeft. Spoel hem dan na in een jampot met schone terpentine en droog hem weer goed na. Zeep de kwast in met groene zee. Laat hem zo nodig even staan en was hem onder de lauwe kraan goed uit masseer daarbij de haren stevig zodat alle verf wordt verwijdert. Geen heet water gebruiken , want dan kan de hars waarmee de haren vastzitten week worden met alle gevolgen van dien. Herhaal dit zo vaak als dat de kwast niet meer naar terpentine ruikt en het water schoon blijft. Droog de kwast door de steel in de handpalmen rond te draaien. De haren zijn nu enigszins uitgewaaierd. Breng de kwast weer in model( dresseren) en wrijf de kwast in met zuurvrije vaseline. Vergeet daarbij ook de binnenkant van de kwast niet. Kwasten ; die te droog aanvoelen kunnen worden ingewreven met oil of Olaz en daarna in folie worden gewikkeld. Kwasten die hard zijn geworden. Niet als verf er al maanden inzit dan heeft het geen zin. Maar zeg maar kwasten die je een dag of twee vergeten bent kun je weer zachter krijgen door ze drie dagen in de groene zeep te zetten gewikkeld in folie. Daarna goed uitspoelen en in vetten met oil of Olaz. Zo schoon gemaakte kwasten worden plat in dozen bewaard. Dit voorkomt dat motten of muizen het haar aanvreten Behandel je dure kwasten als je eigen haar dan gaan ze langer mee.
In mijn tijd werd er ‘ s winters nog niet geschilderd. Hoe ik ze mijn kwasten voor de winterstop schoonmaakte is een goed bewaard geheim. Ik maakte ze nauwelijks schoon . Ik doopte ze in de verf , wikkelde ze in folie en legde ze in het diepvriesvak van de koelkast. Tot de volgende lente en dan liet ik ze rustig ontdooien. Ik kon er dan zo mee verder alsof ik ze gisteren nog gebruikt had. Zachtere en betere kwasten heb ik nooit gehad. Ze maakten een wat zuigend geluid bij het halen en de streken smolten gewoon weg onder mijn kwast. Een waar genoegen voor de schilder
BESNIJDEN
Om te besnijden wordt een kwast met een busdoorsnede van 15 mm. Omwonden met schilderstape. Zo dat er nog 2 cm van de haren uitsteekt. VEEL MENSEN GEBRUIKEN EEN TE KLEINE KWASTJE OM DE RANDJES NETJES TE SCHILDEREN. Een te kleine kwast houdt te weinig verf vast om de hele lengte van de roe in een keer te schilderen. Je moet vaker indopen en elke keer als je opnieuw moet aanzetten loop je het risico op bibbers en druipers. Waarom we een relatief grote kwast gebruiken voor het besnijden is omdat we de roede of de zijkant kunnen gebruiken als liniaal waar we de kwast langs leiden. Enige oefening baart hier zeker een beter resultaat. De 4 hoeken tussen het glas en de roede worden voorgezet. Dat is aanstippend en met verf gevuld zonder te strijken. Deze afgeplakte kwast wordt onder een hoek van 45 graden op het werk gezet en vervolgens iets uit de hoek van de roede met het glas in de naad daartussen gedrukt en een beetje gedraaid. Vervolgens kun je dan in een rechte vloeiende beweging een lijn trekken, die 1mm op het glas geschilderd is. Dit garandeert, dat de naad tussen de roe en het glas redelijk waterdicht is. Dit is van belang. Want ook als er water van B.v. condens onder de verflaag komt zal deze na verloop van tijd blazen vertonen en loslaten.
Omdat vandaag de dag ook de vacht of schuimrubber roller deel uitmaakt van het gereedschap van de schilder hier iets over het bewaren tijdens het werk. De vachtroller wordt het meest gebruikt bij muurverven. Het bewaren tijdens het werk gebeurt door de roller in een volle verfbak met verf te leggen en deze bak met roller en al in een vuilniszak te schuiven en luchtdicht af te sluiten c.q. dicht te plakken met schilderstape. Dus niet in water bewaren, omdat vachtrollers moeilijk droog te krijgen zijn .
Het narollen van glanswerk doe je met een schuimrubberroller met een hoge persing, waardoor de cellen in deze roller kleiner zijn. Dit voorkomt schuimvorming. ( een teveel aan kleine belletjes in de verflaag). De kunst bij het rollen is er voor te zorgen, dat er geen naad te zien is aan de randen van de roller. Je kunt dit voorkomen door de haak van de roller( de kant met de metalen beugel) steeds aan de zelfde kant te houden en vanaf de geschilderde kant naar de nog te schilderen kant te schilderen. Het bewegen van de roller gebeurt steeds in de lengterichting van het paneel mee. Bij het gebruik van een roller is het voorzetten zeker nodig. Voorzetten is het met een niet te grote kwast in schilderen van de diepere delen van hoeken en opstaande randen naast de bovenkant van lijsten in de deuren of kozijnen. Kortom alles waar je met de roller niet bijkomt.Dit voorzetten wordt ook gedaan bij het rollen van deuren. Dan worden de eerste 1,5 cm van de bovenkant en onderkant in de breedterichting van de deur geschilderd en een streepje naast de scharnieren. Vervolgens wordt de deur gerold. Dit kan gebeuren terwijl de deur in de sponning hangt. Vast gezet met een wig.
SCHILDEREN ;voorwerk
-
De eerste wet van het schilderen ongeacht het verdunningsmiddel luidt: Vet over mager. Dat wil zeggen in de onderlagen de verdunde verven en in de toplagen de onverdunde. Mocht u met verven met verschillende oplosmiddelen gebruiken (water of terpentine) dan eerst de magere (waterbasis of cellulose ) en daarna pas de vette. Vroeger waren dat de olieverven, tegenwoordig zeg maar even voor het gemak alle verven, die verdund worden met terpentijn,terpentine of petroleum.
-
Alleen over zeer goed door gedroogde olieverflagen kun je na maanden een vernis op basis van damar , Venetiaanse terpentijn of tragant zetten. Dit in zeer dunne lagen en dan nog is het gevaar van craquelé steeds aanwezig. Dit craquelé heeft te maken met het verschil in snelheid van krimp in al drogere en nog natte lagen. Alleen voldoende doorgeharde lagen zijn redelijk stabiel.
-
Zorg voor een goede omgevingstemperatuur 20 graden is ideaal. Dit ook i.v.m. de droogtijd. 4 graden lager verdubbelt de tijd voor het drogen.
-
Vermijdt direct zonlicht op het te beschilderen werk ook bij het drogen( ongelijke droging c.q. spanningsverschillen}
-
Vermijdt tocht; tocht onttrekt vocht aan het schilderwerk waar de tocht over heen stroomt en zorgt voor stof in het nog natte werk.
-
Werk zo mogelijk bij daglicht. Moet je kunstlicht gebruiken, zorg dan voor schaduwloos licht (tl verlichting). Het liefst van meerdere kanten. Werk niet bij het licht van bouwlampen of de gewone kamer verlichting . Je kunt dan je schilderwerk niet of nauwelijks beoordelen. Je ziet niet wat je doet door valse schaduwen of het harde licht en het resultaat is meestal desastreust. Werk met liefst witte niet pluizende kleding. Je kleding werkt dan als een reflectie scherm. Heb je weinig licht gebruik dan een hoofdlampje op batterijen van de action.
-
Werk altijd vanuit een strijkketeltje met een inzetvaatje. Het keteltje voorkomt morsen en zorgt voor de juiste en gelijke insteekdiepte voor de kwast. Maximale insteekdiepte ongeveer 2cm. Dat is een kleine halve liter verf. Mocht je op de ladder werken en het keteltje schuin houden gebeurt en niks. Mocht je onverhoopt struikelen is niet al je verf onbruikbaar geworden. Het Strijkketeltje is een metalen emmertje met handvat met een doorsnede van 17 cm en een hoogte van 16 cm. Hier past een plastic emmertje( inzetvaatje) in dat je er bij koopt. Uit dat plastic emmertje wordt de verf genomen tijdens het schilderen. Restanten worden nooit terug gegoten in de pot, maar in het emmertje bewaart afgedekt met huishoudfolie of met een bij te kopen deksel.
-
Doe niet meer als ½ liter verf in het vaatje en verdund niet meer als met 5% toegevoegd verdunningsmiddel. Dus nooit in de pot verdunnen. Mocht dat fout gaan is de hele pot minder bruikbaar.
HET SCHILDEREN ZELF
Nieuw hout;
-
Eerst goed ontvetten met ammonia, Sint Marc of hete soda daarna schuren met machine korrel 150 daarna na schuren met korrel 220. Ontvet je niet voldoende dan zul je door de warmteontwikkeling bij het schuren het vet en vuiligheid vooral verspreiden, naast dat je schuurpapier snel volloopt. Op vet en was houdt geen enkele verf.
-
De ergste scheuren en gaten vullen met een houtrotvuller. De door de fabrikant aangeven mengverhouding zorgvuldig navolgen en het middel ruim de tijd geven om goed door te harden. Zeker 6 uur. Mocht het vulmiddel onvoldoende zijn doorgehard dan zullen na verloop van tijd zich blazen voordoen in het schilderwerk . Dit als gevolg van het feit, dat de uit de diepere lagen uitdampend gassen van het oplosmiddel niet door de film van later aangebrachte droge verflagen heen kan dringen.
-
Daarna gronden met verdunde grondverf (5-10 %). Na het gronden het werk zeker een dag laten overstaan, zo als dat vroeger heette. Bedoeld wordt dat je elke laag voldoende tijd geeft niet alleen om te drogen, maar vooral om goed door te harden. Anders zuigt de nog zachte laag te snel het oplosmiddel van de er over aan te brengen laag op , die daardoor taaier wordt en moeilijker te verdelen. Op een niet doorgeharde laag kan een overliggende laag niet mooi vloeien.
-
Vervolgens de kleine oneffenheden vullen met een vulmiddel. Zorg dat het vulmiddel niet te hard is . Een iets zachter vulmiddel is mooier vlak te schuren. Daarbij mag het vulmiddel nooit harder worden als de daar overheen te schilderen lagen i.v.m. barstvorming. Schuur zo lang dat de omtrek van het gevulde gat weer zichtbaar wordt . Het oppervlak is dan glad en zal in de daar overliggende lagen niet meer zichtbaar zijn. Mocht je door de grondverf heen geschuurd zijn deze plekken bijschommelen is de vakterm; met verdunde grondverf (10%) 2x bijwerken. De twee keer kan alk na een uur. Deze verdunning voorkomt aanzetten en randen.
-
Daarna het hele werk weer gronden. Zo ver verdunnen als dat je de verf goed kunt verdelen. Deze grondlaag wordt gebruikt om na het drogen het werk door te schuren. Dat wil zeggen om de kwaststrepen en kleine oneffenheden en stof er zoveel mogelijk uit te schuren. Het schuurblok maakt bij het uitschuren een hoek van ongeveer 70 graden ten opzichte van de strepen. De richting waarin je schuurt is onder die hoek van 70 graden met de kwaststrepen mee.
-
We gebruiken in het schilderen zo veel waar mogelijk grondverf, omdat deze goedkoop is, zeer goed vult( een betere laagvorming geeft) en beter staat( minder druipt). Het schuren in eenmaal geschilderd werk doen we altijd met de hand. Dit omdat een machine cirkelvormige schurkrassen geeft en geen krasjes met de draad van het hout mee. Daarnaast is door de kracht en snelheid van de tegenwoordige machines de kans groot dat je vooral de hoeken weer kaal schuurt. Iets wat ten alle tijden voorkomen moet worden. De hoeken zijn toch al het meest kwetsbare deel in het schilderwerk. Zij pakken slecht verf. De bedoeling van het schuren is alleen om het oppervlakte door al die krasjes te vergroten en daarmee de hechtkracht. Zie het maar als een soort klittenband.
-
Zo nodig de gemiste gaatjes en kleine onvolkomenheden bijwerken met lakplamuur. Zo vullen dat er weinig of geen schuurwerk meer nodig is. Anders schuren met een schuurspons. Je kunt nu gaan afwerken
Al geschilderd hout:
-
Heel goed ontvetten en met de hand heel goed mat schuren. Probeer de oude laag zo dun en egaal van dikte te schuren. Deze laag is dan als het ware gereduceerd tot de eerste grondverflaag.
-
Daarna scheuren en gaten vullen ; zie bovenstaande tekst en de rest van de handelingen zoals boven beschreven volgen.
AFSCHILDEREN;
Regel 1 ;We werken altijd van het licht af. Dat betekend we beginnen aan de kant van de muur , waarin zich de raamopening bevindt. Vervolgens de zijmuren en als laatste de achtermuur. Dit geldt ook voor de kozijnen van ramen en deuren. De deurvlakken zijn als laatste aan de beurt. Eerst de binnenkant( kamer) en daarna de buitenkant (gang)
Regel 2 ‘ We schilderen altijd eerst de liggende delen en daarna de staande. We doen dit omdat de overlappen in het werk staand niet zo opvallen.
Regel 3 .’ We werken altijd van binnen naar buiten. Dit voorkomt smetten op reeds geschilderd werk. Je kunt je dan ook niet per ongeluk vastgrijpen aan nat schilderwerk. Dus bij raamkozijnen doen we eerst de roeden Zie regel 2). vervolgen de liggende stijl van het raam , de staande stijlen . Daarna de binnenkant van het kozijn. Weer eerst de boven en onder lijst vervolgens de muurkant van het kozijn. De liggende delen van de vensterbank als laatste.
Bij kozijnen van deuren eerst de binnenkant en vervolgens de kanten, die aan de muur grenzen. Dus steeds : eerst de liggende boven en onder stijl en vervolgens de staande zijstijlen Mocht je per ongeluk morsen dan mors je bij dit systeem op nog niet geschilderd werk en kun je de verf snel met een schone lap opnemen. Door deze discipline je eigen te maken weet je ook welke delen al geschilderd zijn.
Regel 4; Bij het afschilderen werken we alleen met de draad van het hout mee ( de groeirichting) en maken we geen keerslagen (streken haaks op de lengterichting). We doen dit omdat als je een klein stukje vergeet door te halen de koppen van deze keerslagen heel erg duidelijk zichtbaar zijn( vooral in zijdeglans) . Bij posten en smalle delen zorgen keerslagen voor het ophopen van verf aan de zijkanten met als gevolg druipers. Doorhalen of doorstrijken is :als zeg een staande post van het kozijn helemaal met verf bedekt is nog een keer luchtig door de verf strijken . Bij voorkeur in een beweging van boven naar beneden. De kwast staat hierbij onder een hoek van ongeveer 60 graden met het werk. Je kunt dit doorhalen ook doen met een schuimrubber roller. Gebruikt deze schone roller alleen voor het doorhalen.
Regel5; Al het staande te schilderen werk wordt altijd van boven naar beneden geschilderd. Naar gelang of de schilder links of rechtshandig is wordt het liggende werk voor linkshandige van links naar rechts en voor rechtshandige van rechts naar links geschilderd.
Vroeger werd er zo als al zei in twee lagen afgeschilderd. De eerste laag werd gedaan met grondlak. Dit is een verf, die de schilder zelf maakte. Een deel grondverf werd goed geroerd met de zelfde hoeveelheid lakverf(hoogglansverf). De voordelen waren : de verf vloeide beter als grondverf, maar stond beter,druipte minder als hoogglans verf, was goedkoper en belangrijk op de zijdeglanslaag van de grondlak vloeide de hoogglans veel mooier en beter. Daarnaast kon je beter zien of je in de eindlaag wel alles geschilderd had. (Iets wat hoogglans op hoogglans ongelooflijk moeilijk is. Je kunt dan alleen afgaan op het minieme kleurverschil tussen natte en droge verf. ) Met als resultaat eersteklas zichtwerk. ( Werk dat op ooghoogte bekeken werd en waaraan extra aandacht werd besteed). Omdat de mensen vroeger minder haast hadden en begrepen dat het werk de tijd moet krijgen om door te harden liet men dit werk vaak een week of langer overstaan. Afhankelijk van het weer een de daarmee samenhangende luchtvochtigheid.
Kun je dan voor de eerste laag bij het afschilderen niet gewoon zijdeglansverf gebruiken is misschien uw vraag. Beter van niet, omdat zijdeglansverf eigenlijk een hoogglansverf is waaraan een matteerpasta is toegevoegd. Wat een wasachtig preparaat is. Verder zorgt de dichtere filmvorming voor een verminderde zuigkracht, wat weer van invloed is op de hechtkracht. Alle verven voor hout hebben een zekere zuigkracht van de ondergrond nodig om goed te kunnen hechten. Hetzelfde principe gaat op voor verven , waarmee olie en acryl schilderijen worden gemaakt.
Bij het schilderen is het dus van belang zo kort mogelijk in de verf te werken . OPBRENGEN ; STEEDS OP DEZELFDE WIJZE OVER ONGEVEER EEN GELIJK OPPERVLAKTE IN EEN RICHTING VERDELEN; DE VOLGENDE STROOK OP DE BOVENGENOEMDE WIJZE AANBRENGEN ; STEEDS OP GELIJKE WIJZE LATEN OVERLAPPEN EN ALS DE HELE STIJL GESCHILDERD IS NA HET CONTROLEREN IN EEN KEER DOOR STRIJKEN OF ROLLEN. Voor het doorstrijken wordt de kwast schoongewreven aan de rand van het strijkketeltje zodat er geen extra verf wordt opgebracht. Bij het schilderen van stijlen de kwast op ongeveer 25 cm beneden de bovenhoek aanzetten en eerst naar boven schilderen en vervolgens naar beneden.
Met een kwast maat 18 kun je het deurkozijn zien als bestaande uit drie te schilderen delen. Ik houdt me niet bezig met alle profileringen, die schilder ik in een keer. Met de huidige smallere kwast schilder je de wel steeds de volle breedte van de post en werk je alsnog van boven naar beneden tot een halve cm boven de vloer. Dit voorkomt smetten van de kwast.( dat de kwast stof en zand opneemt van de vloer). Maar je zet de diepere delen van de profileringen aan de muurstijlen snel voor met een kleine kwast.
Voor het schilderen van deuren bestaan meerdere methode’ s. Vroeger schilderde ik opdekdeuren met de grootste buskwast, die ik kon hanteren in een streek per baan van uit het midden naar boven en beneden. Hierna schilderde ik weer een baan die de eerste maar heel weinig overlapte naar drie of 4 banen haalde ik snel even door. Ik schilderde zo een deur in nog geen 10 minuten. De deuren zagen eruit of ze gespoten waren , omdat ik dezelfde verdunning als bij het spuiten gebruikte 1;4.
Als ik maar even aarzelde mislukte het werk. Het is dus een methode, die alleen aan te bevelen valt voor schilders met voldoende ervaring. Dat doet mij eraan denken als je verf verdunt laat het dan zeker 10 minuten rusten voordat je het gaat gebruiken. De samenstelling is dan veel coherenter. Dat voorkomt de zo gevreesde druipers. Je kunt ook met de grootste kwast , die je nu kunt kopen het liefst een platte Amerikaanse verniskwast met iets verdunde verf 5/ 10% de banen schilderen
HET SCHILDEREN VAN DEUREN( opdekdeuren)
Haal het deurbeslag van de deuren. Als dit niet gaat probeer dan in ieder geval de klink te verwijderen. Plak dan de schilden af. Kun je alles verwijderen plak dan de ontstane gaten af met schilderstape. Vergeet de gaatjes voor de bouten niet. Plak een stukje tape op de scharnieren precies naast het te schilderen oppervlak om smetten te voorkomen.
Verf met een kleine puntkwast de boven- en onderkant van de deur over een breedte van 1,5 cm in. Zet naast de drie scharnieren ook een streepje verf. de Verdeel in gedachte de deur in twee helften . Een boven en beneden. Zet de kwast met verf aan in het midden van de bovenste helft van de deur en verdeel de verf over de bovenste helft tot aan het midden . Zet meteen daarna de onderste baan op op boven genoemde wijze en zet vervolgens weer een baan op de bovenste helft waarbij je de eerdere baan ongeveer 1 cm overlapt. Daar volgt weer de onderste baan. Schilder zo snel drie banen en rol dan met behulp van de roller de banen in een vloeiende rollende beweging van boven naar beneden door. Hou de haak van de roller naar de kant van het nog niet beschilderde vlak . Als je dit goed doet zie je de naad aan de kant van de haak en de structuur van de roller weer vervloeien . Dit kan wel 30 seconden tot een minuut op zich laten wachten. Niet aankomen en de volgende 3 banen schilderen. Weer door rollen tot de deur helemaal geschilderd is. Niet in eenmaal geschilderd werk gaan zitten roeren. Mochten er toch druipers zijn ontstaan dan wachten tot de deur droog is . De fouten eruit schuren en opnieuw schilderen. Je kunt ook proberen de druipers met behulp van een hele goede kwaliteit Engels plamuurmes eruit te wrijven , maar dat gaat zelden goed en veroorzaakt vaak kleine krassen. De nog natte verf afsteken heeft in zoverre zin dat je daarmee het drogen van de te dikke laag in ieder geval bekort. Mocht je van de lucht van terpentine houden kun je ook de hele deur weer van de nog natte verf ontdoen. Zeker een uur of twee laten drogen voordat je hem opnieuw schildert.
HET SCHILDEREN VAN PANEELDEUREN
Wacht met het schilderen van de deuren tot de kozijnen droog zijn.
Het schilderen van paneeldeuren is te vergelijken met het schilderen van raamkozijnen. Voor het schilderen wordt de verf zo ver verdund als prettig is voor het uitstrijken. Dit hangt af van de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid. Verdun de verf niet meer als nodig. Het verschil met een raamkozijn is , dat je nu begint met de panelen als diepste delen van de deur, Mochten de panelen zijn afgetimmerd met lijsten dan worden eerst deze lijsten voorgezet. Haal de hoeken goed uit anders vindt daar verf ophoping plaats. Voor een deur die samengesteld is uit meer dan twee panelen gebruik je een kwast met een busdiameter van tussen de twee en twee en een halve centimeter. Zet op en strijk door in de lengterichting van de panelen zonder keer en kopslagen. Strijk vervolgens nog een keer de lijst na. Haal de hoeken uit. Bestaat de deuren uit panelen met opgehoogde velden dan schilder je eerst met een kleine kwast de schuine (in verstek ) geschaafde delen vervolgen de diepe delen en vervolgens de opgehoogde velden. Daarna de middenstijlen , die de panelen scheiden. Vervolgens de bovenkant en de onderkant. Zet zo nodig de onderkant aan de kant van de drempel voor. Daarna volgen de linkerstijl en als laatste de rechterstijl. Zet bij het schilderen van de rechterstijl de hoek aan de kant van het kozijn met klein kwastje voor. Doe dit ook aan de onderkant en bij de scharnieren. Mocht je de deurklink niet kunnen verwijderen zet dan ook de de deurstijl achter de klink en aan de zijkant van de deurplaat met een kleine kwast voor. En nu maar hopen dat al het werk de toets der kritiek van je huisgenoten kan doorstaan. Veel schilder plezier en onthoudt haast leidt bij het schilderen tot knoeiwerk
Ludo
site : uitliefdevoor.com