VREEMDE KERMISGASTEN ( kort verhaal gebaseerd op ware gebeurtenissen 20 minuten leestijd) Laat ik het nieuwe jaar eens met een lekker lang verhaal beginnen een longreader zo als Robin Tan het noemt
Na een afwezigheid van 8 jaar kwam ik weer thuis. Niet echt in mijn oude ouderlijk huis .Op de Karel du Jardin straat. Het spookslot , het oliebollenpaleis van Frankenstein zo als ik er nog steeds aan op terugkijk. Mijn ouders waren in mijn afwezigheid verhuist van Amsterdam naar Appelscha. Na een korte tussenstop in Weesp. In dat terpdorp, op de Friese klei, de geboortegrond van mijn stiefvader zo als hij graag benadrukte, hadden ze voor hun oude dag een kleine woning gekocht. 4 kamers met met een lapje grond daar om heen. Ver buiten de dorpskern op het platteland omringd door grotere boerderijen. Het huisje had in het verleden de winkel van de landbouwcoöperatie geherbergd Het voormalige winkelpand was eerder halverwege Appelscha en Bovensmilde gelegen als in het dorp zelf . Bovensmilde, een buurtschap in Drenthe tegen de grens met Friesland aan . Een kleine dorpsgemeenschap in de rest van het land vooral berucht vanwege het gijzelingsdrama en de treinkaping bij de Punt. Beide gebeurtenissen hadden zich een jaar daarvoor afgespeeld. In dat dorp woonden Karel de broer van mijn vriendin Maartje met zijn vrouw Ellie en de kinderen Aan de overkant van de enige dorpsstraat in de wijk haar ouders en zijn hele verdere schoonfamilie. Naar ik mij herinneren kan.
–
Mijn moeder had mij een kleine maand eerder gebeld en uitgenodigd voor het kerstdiner. Ik wilde wel komen. Mijn hart hoefde wat mij betreft niet langer een moordkuil te blijven , maar ik had al een afspraak voor met kerstmis. Ik zou bij Karel de broer van mijn vriendin de kerstdagen samen met haar en de hele familie doorbrengen. Haar vader en haar stiefmoeder waren ook op bezoek. We zouden voor 4 of 5 dagen gaan, want zo vaak kwamen we niet over uit Amersfoort.
–
Mijn moeder bleef soebatten aan de telefoon . Je mag je vriendin wel meebrengen hoor. Goed dan ! Het klonk en voelde als een noodoplossing of vulling waar je met je tong achter blijft haken . Dat mijn vriendin uit Ambon kwam was in het gesprek niet ter sprake gekomen. Waarom ook! Het was gewoon niet in mij op gekomen dat dit enig verschil zou maken. Voor ons beiden was het nooit een punt. Wij hadden het er nooit over. Mijn liefde voor haar was stekelig maar kleurenblind. Zeker waar het haar huidskleur betrof.
–
Op 25 december togen wij dienaangaande met de bus richting Appelscha. Mooi woord dienaangaande uit het ambtelijk jargon van de Nederlandse Marine . Een dienst waar mijn stiefvader zijn leven als burger aan gewijd had. Waarvoor hij nu boventallig zo als ze een teveel aan oude schepen bij de marine noemen op wachtgeld stond. Het leek een welkome onderbreking. Na een middag familiegebeuren in Bovensmilde . Dat werd na twee dagen vroeg voor mijn tijd op al wat slechter verstaanbaar. Vooral na de preek van dominee Manusama in het Maleisisch. Het weer bij het weerzien was eerder geschikt voor ijsbloemen als voor zoenen op de wangen Wij werden opgewacht aan de bushalte langs het kanaal door mijn moeder alleen. Mijn stiefvader had geen zin om mee te komen. In wat noch een heilige noch een stille nacht zou worden dwaalden wij gedrieën mijn moeder Maartje en ik als de gebroken heilige familie bij het vallen van de avond over het Friese platteland. Op weg naar de CO-operatieve winkelbedoening.
–
Daar zat ik een half uur later met mijn vriendin naast mij aan het kerstgala Met een gevoel of ik de lang verwachte verloren zoon des huizes was. Weergekeerd in de veilige moederschoot als op het schilderij van Jeroen Bosch . Zo werd ik vlak na aankomst behandeld. Zeker door mijn moeder. Zij had er na haar betaalde baan bij de melkfabriek een onbetaalde levenstaak van gemaakt het hele gezin weer bij elkaar te brengen. Ondanks alle niet te beschrijven ellende uit het verleden. Wat haar na jaren vergeefse pogingen de brokstukken te lijmen vandaag eerste kerstdag leek gelukt. .Gloria in excelcis Dei.met wat hosanna’s er gratis bij
_
Daar zaten wij dan met zijn vijven de harde kern van het gezin , met aanhang. Iets verder op aan tafel zat mijn tweelingzus Hilde. Ook al jaren uit huis. Met bonje ! Hoe kan het ook anders zou ik bijna zeggen. Zij had na mijn vroege uithuisplaatsing mijn rol gedwongen moeten overnemen. Na mijn vertrek fungeerde zij als stootkussen en bliksemafleider voor de onderhuidse spanningen in de relatie tussen mijn beide ouders. Dat je een huwelijk wilt redden door de kinderen de gebreken van je partner aan te wrijven ze als boksbal te gebruiken heb ik nooit begrepen . Scheiden doet lijden, maar moet je die ellende voorkomen door je kinderen halfdood te meppen?
__
Mijn tweelingzus had geen vriend noch vriendin bij de hand. Dat laatste had heel goed gekund want onze ‘opvoeding’ had op alle 3 een andere weerslag gehad. Juist waar het de moeizame blinde zoektocht naar eigen seksualiteit betrof. Ze zat voor dat moment zei ze tijdens een kort gesprek in de overgangsfase. Nu toch al niet, daar ben je te jong voor. Tenminste als je volhoudt mijn tweelingzus te zijn. Had ik jolig gezegd. Moeite als ik had de ernst van de zaak in te zien .Een vaag oponthoud tussen wel of niet uit de kast komen. Zij worstelde met zichzelf en de vraag of zij als zij pot zou blijken zichzelf iets te verwijten had.
__
Tegenover haar mijn meest vreselijke stiefbroer Alfons. De leukste en de liefste in zijn eigen belevingswereld. In werkelijkheid een manipulator zonder weerga. Een, die zijn seksuele geaardheid mijn ouders door de strot had geduwd. Er geen been in zag om van de verkeerde kant mijn ouders met hun eigen falen te confronteren. Elke keer als hij er op bezoek was. Mijn moeder kon heel goed roddelen aan de telefoon. Als enige kwam hij nog bij hun langs in Friesland als hen dat zo uitkwam of zijn geld op was. Hilde had het te druk met haar baan bij het gemeente energie bedrijf. Of die voor heel Amsterdam moest koken klonk het. Hij had daarvoor op hun kosten een barrel van een auto gekocht. Waarvoor hij het benzine geld van mijn moeder uit haar portemonnee vergoed kreeg als hij tenminste kwam. Steeds dreigde hij als pressiemiddel met weglopen en voorgoed weg te blijven. Zijn enige argument in zijn veelvuldige ruzies om meer geld. Hij kende als geen ander de angst van mijn ouders alleen achter te blijven. Totaal mislukt te zijn als opvoeders op het punt van scheiden. Alleen nog elkaar te hebben om elkaar wederzijds de hersens in te slaan. Een angst die ze deed zwichten voor al zijn eisen.
__
Wat had ik al meteen bij binnenkomst weer een gruwelijke hekel aan dat arrogante smoelwerk. Aan die spuuggladde zwart gelakte glimlokken. De gebaartjes en maniertjes als een verwaande juffer in nood. De ijselijk doorgerimpelde ijdelheid in alle lagen van zijn volstrekt lege bestaan . Voor de rest zag hij er uit als een te jong gevulde Kerstkalkoen waarvoor niemand het ooit in zijn hoofd zou halen met thanksgivingday gratie te vragen. Dik en moddervet als hij geworden was. Hij had net zijn studie Nederlands cum laude afgerond vertelde hij trots zonder dat iemand hem daarna vroeg. Alleen mij moeder glimlachte trots . Ach ja de kunstacademie was ook niet echt een opleiding. Met kunst kon je toch je brood niet verdienen! Dat was meer een omhooggevallen hobby in zijn woorden. Later heeft hij het als neerlandicus nog met bul en al geschopt tot filiaalhouder bij de V&D in Amstelveen. Amstelveen in every inche a graveyard
__.
Aan zijn rechterhand zijn vriend, toeverlaat en latere huwelijkspartner Robin. Een bedeesde jongen van Indische huize met een fijn haast vrouwelijk besneden gelaat. Knap kon je rustig stellen met zijn uitstraling van Javaanse voornaamheid. Een hoogstaande hofbeschaving al in de tijd van Cornelis Houtman en Jan Pieterszoon Coen, de slachter van Banda. Een beschaving die wij barbaren uit het westen bijna ten gronde richtten De familie Zijlma had dus in die tijd eind jaren 70 de nodige tropische schatten te danken aan de voormalige koloniën . Hoe dat donkerbruin verlangen er in geslopen was? Bij de ontvangst aan de voordeur had mijn moeder bij het ophangen van onze jassen al in mijn oor gefluisterd , dat het helemaal niet erg was dat mijn vriendin wat bruin was. Per slot van rekening was Robin ook gekleurd. Zij het wel lichter als zij. Of dat iets uitmaakte! Moest ik nu huilen of lachen om zoveel naïviteit. Robin ? vroeg ik: Ja de homofiele vriend van Alphons je broer. Stiefbroer corrigeerde ik meteen. Of ik daar als je blieft aan tafel niet over wilde beginnen. Over homofilie of knapenliefde. Oh dat is pas echt wat je noemt een ware bruinwerker. Even kreeg de Lucifer in mij de overhand. Mijn humor in de tijd van Jan Wolkers was grof en voorin de mond . Maar ik hield me in. Mijn moeder kon de dubbele bodem vast niet waarderen . Als ze die al begreep.
__
Het lag toch al buitengewoon gevoelig bleek later . Wat ik als mens goed kon begrijpen. Niet dat ik echt medelijden met ze voelde. Het idee dat ze op hun oude dag nog moesten leren goed vinden en leven met wat zij en de hele maatschappij in de eerste 50 jaar van hun leven hadden verketterd. Leek mij niet makkelijk of eigenlijk ondoenlijk. Wat daarvoor op zijn zachts gezegd werd aangeduid met de omschrijving : van de verkeerde kant Of van het handje! Dat moest wel leiden tot een geloof dat zo als spekjoden alleen met de mond beleden werd. Seksueel geperverteerde kinderlokkers kwam meer in de buurt van hoe mijn ouders er in mijn jeugd over dachten en spraken . Dus voordat mijn halfbroer uit de kast kwam . Nu bleek hadden ze zelf zo een adder aan de borst gekoesterd. Gelukkig hadden ze van een gebrek aan inzicht, daadkracht en moed voor zichzelf een morele deugd weten te maken. Ze waren voor de buitenwacht als twee zij het wat weerspannige kemphanen 180 graden van windrichting gedraaid. In wat ik zag als een al te rigoureuze morele spagaat. Maar hoe diep hun geloof als zelfbedrog ging !
__
Of ze dan een verhouding hadden, het deden , samenwoonden wilde ik weten. In de smalle gang achter de voordeur. Mijn moeder knikte zwijgend van Ja. Niet te luid je vader zit in de voorkamer, die kan alles horen. De muren zagen er inderdaad uit als van bordpapier. Na mijn ontslag was het geld voor de aanpassingen in het huis op Zeg maar nergens wat over hoor. Waarschuwde ze nogmaals. Ze klonk wat zenuwachtig of ze de bui al zag hangen. Laten we het voor elkaar gezellig houden. Het is niet voor niets Kerstmis. Voor een kéér dan als het lukt zou ik mij gedragen als de heilige drie-eenheid van horen zien en zwijgen. Tevreden ging zij ons voor naar de woonkamer. Om vrijwel meteen daarna naar haar keuken te verdwijnen. Met de woorden Alleen Het eten kan nooit wachten . Aan het hoofd van de tafel zat daar als de huis, tuin en keuken potentaat en voor nu onze gastheer mijn stiefvader. Ik kuste hem gewoonte getrouw als judas op de wang. Aan de linkerkant van zijn troon het dichtste bij de deur naar de keuken kwam mijn moeder te zitten . Aan de lege stoel te zien. Bij binnenkomst uit de keuken met een blad met borden soep in haar handen droeg zij een witte schort over haar donkerrood fluwelen kerstjurk. Tegen het morsen verontschuldigde zij zich. Hij moet nog langer mee! De schort ,de jurk of mijn moeder?
__
Mijn vriendin zag er beeldschoon uit. Zelfs voor kalende Friese begrippen met een bril op. Mijn stiefvader werd zowaar charmant op zijn ouwe dag. Haar donkere huid en lange zwarte haar contrasteerde op kunstzinnige welhaast mystieke wijze met haar wit kanten Kabaja. Een erfstuk van haar jong overleden moeder met ingeweven bloemmotieven. Daaronder een sarong gebatikt met traditionele motieven uit Lariké. De adat gemeenschap op Ambon waar haar vader hoog in aanzien stond. Zonder zichtbare sieraden als trouwringen of iets in die geest was zij zelf het sieraad in mijn leven. Zelf had ik bij het leger des Heils een donker pak gekocht. Een kleur die bij elke gelegenheid past had de heilssoldate bij aanschaf gezegd. Bij zowel feesten als begrafenissen . Twee voor de prijs van een had ik haar lachend gezegd. Of die niet vielen te combineren.
__
Het traditionele kerstgebeuren kwam na een kort tafelgebed opgang. De eerste gang was een heldere kippenbouillon van kippen van het eigen erf. Eigenhandig geslacht! Mijn stiefvader kon een wat sadistische grimlach niet helemaal onderdrukken. Ik zag weer even iets van zijn oude zelf opvlammen. Daarna een garnalencocktail met mayonaise. Die had mijn moeder gemaakt van zelf gelegde eieren. Kreeg zij als compliment van mijn stiefvader te horen. Oh ja, dat is op haar leeftijd zo na de overgang best knap wilde ik opmerken. Maar belofte maakt schuld. De hele sfeer aan tafel in de kleine eetkamer begon al net zo vertrouwd bekrompen en vochtig benauwd te voelen als vroeger . Zelfs een kind kon begrijpen dat de hennen op het erf rond het huis die hadden gelegd. Zo niet waren die ook met de klewang van mijn stiefvader een kopje kleiner gemaakt.
__
De hoofdmaaltijd bestond uit een ander familielid, dat niet aan de door mijn stiefvader gestelde legeisen had kunnen voldoen. Halverwege de maaltijd deed mijn stiefvader het colbertjasje van zijn kostuum uit. Dezelfde als van wat ik in mijn jeugd zijn begrafenisoutfit noemde. Een marineblauw kostuum met overslag dat hij alleen droeg naar de begrafenis van familie en mensen van zijn werk. Een model waarin zijn buik met de jaren mee kon groeien. Een pak dat ik hem het liefst had zien dragen op zijn eigen uitvaart. Waarbij hij wat mij betrof best voor het zingen van het Dies Irae de kerk uit mocht. De rest van de maaltijd bleef hij met opgerolde hemdsmouwen en zijn bovenste knoop open er wat lusteloos bijzitten. Hem begon je de jaren aan te zien dacht ik tevreden. Mij slaan zou hij nooit meer.Daar kon hij de kracht niet meer voor opbrengen. Hij heeft weer vreselijk last van zijn hoge bloeddruk verklaarde mijn moeder. Soms zo erg dat hij er migraine van krijgt. Hij scheel ziet van ellende. Moest ik nu medelijden hebben? Niet waar Harry, mijn stiefvader knikte in derde persoon enkelvoud. . Hij was met bril en al nooit een man van veel woorden geweest.
__
Rond het toetje, zelfgemaakt vanille ijs , die kippen hadden echt hun best gedaan, met ananasschijven uit blik raakte ik in gesprek met de vriend van mijn stiefbroer Robin Hij had zich de rest van de maaltijd wat verlegen afzijdig gehouden. Ik vroeg hem belangstellend wat hij voor werk deed . Welke scholen hij had bezocht en hoe hij mijn stiefbroer had leren kennen. Ik kon hem zijn liefde niet aanreken. Zijn hobby’s kortom de geijkte lijst aan human interest. Hij zei mij dat hij mijn stiefbroer had leren kenen op de gezelligheidsavond van het COC. Een drinkgelegenheid waar mijn halfbroer als bestuursvoorzitter van het C.O.C. in Amsterdam regelmatig kwam . Dat hij bloemen verkocht op de bloemmarkt vlak bij de Munttoren. Het liefste hield hij zich echter bezig met ikebana. De Japanse bloemsierkunst, die eenvoud paart aan natuurlijkheid. Een warme lach trok hierbij over zijn gezicht. Wij raakten verder in een geanimeerd gesprek waar mijn vriendin af en toe ook een steentje aan bij droeg. Ik vroeg Robin hoe zijn ouders het hadden opgevat toen zij hoorde dat hij homofiel was. Bij deze vraag keek hij verlegen weg en zei dat ze het nog niet wisten. Misschien al wel een vermoeden hadden. Tenminste dat dacht hij want zijn zus had zo iets gezegd, maar hij was al een tijd niet thuis geweest. Zo lang er over werd gezwegen bestond het niet echt in de Indische aard zei hij. Op deze wijze kon het de ziel van Javanen ook niet kwellen. Viel er voor iedereen mee te leven. Dan kunnen we elkaar een hand geven zei ik begrijpend denkend aan mijn eigen verleden.
__
Mijn stiefbroer luisterde in eerste instantie met een half oor bezig als hij was mijn zus te ondervragen over haar voetbal carrière. Die was kaltgestelt hoorde ik vanuit de verte. Ze was nu keeper bij het Nederlands handbalteam. Een sport die ze als meisje van 8 al beoefende. Waardoor ze de derde klas van de lager school moest overdoen. In die tijd al trok ze vooral op met meisjes. Jongetjes waren maar stom. Als ze mij vroeger op straat sloeg deed ze dat inderdaad met een uithaal die nog het meest weghad van een slingerworp. Tegen de tijd dat ik dit door had kon ik die gemakkelijk ontwijken. Hardlopen kon ik veel beter. Ik vertelde Robin van mijn kant dat ik wel iets wist van de Japanse cultuur omdat ik een vechtsport beoefende. Daardoor in aanraking was gekomen met Japanse dichtkunst als haiku en tanka. Dat ik zelf ook dit soort poëzie schreef.
__
Op dat punt van ons gesprek bemoeide mijn stiefbroer zich er plotseling tegen aan. Dat was absoluut geen poëzie in zijn ogen. Kattebelletjes ellende voor gele analfabeten met spleetogen. Daar had het meer van weg. Poëzie was wat de rederijkers schreven. Niet toevallig het onderwerp van zijn doctoraalscriptie. Toen zijn vriend Robin daar iets tegen in wilde brengen werd hij bijna afgeblaft. Zitten mooi zijn en verder je bek houden. Dat ging mij te ver. Alle oude haat, alle vernederingen van vroeger kwamen op dat moment naar boven. Balde zich als een vuist van woorden. Ik kwam spontaan met de volgende improvisatie. Kijk Alplonsje zei ik denigrerend. Een verkleining en verbastering van zijn naam waar ik van wist dat hij er een pesthekel aan had. : Als jij jouw lieve broekenvriendjes en billenmaatjes van het COC. op dezelfde manier in hun oren naait als waarop je net te keer ging tegen Robin wordt jij de eerste voorzitter in de analen van die sodemieten club door wiens gebrek aan ballen en formaat het aantal leden als lid ver onder de maat van jouw eigen piemeltje daalt. Wat mij stiefbroer niet kon weten , brave neerlandicus hendrikcus als hij was. dat ik als kroegtijger gepokt en gemazeld was. Bij café marktzicht aan de bar waar ik dagelijks zat was ik een meester geworden in het bedenken van de meest verfijnde literaire beledigingen. Lange volzinnen vol venijn daarin lag mijn kracht. Het duurde even voordat de diepte van de belediging tot hem doordrong. Daarna ging het razend snel. Hij werd van het ene op het andere moment zo driftig en boos dat hij schuin over tafel wilde reiken om mij een klap voor mijn hoofd te verkopen. Angstig deinsde Maartje mijn vriendin al achteruit.
__