
VREEMDE VALENTIJNS DROMEN
Verward opende ik mijn ogen. Waarom moest mij dit nu weer overkomen? De eerste en belangrijkste vraag voor een nieuwe dag. Lag het aan de bovenburen? Een blik op het verlichte display van mijn wekker vertelde me dat het 5 uur in de namiddag was. Ik had 9 uur aan een stuk door geslapen. Ruim voldoende voor een normaal mens, zou je denken Maar was ik dat nog wel? Ik durfde er mijn manlijkheid niet onder te verwedden in mijn pyjamabroek die nat tussen mijn billen plakte. Was ik wel dezelfde als bij het inslapen of was ik ongemerkt veranderd door mijn koortsige dromen? Was er een soort van kortsluiting ontstaan tussen wie ik eerder was en het vernauwde bewustzijn van dit moment? Dromen kunnen een leven toch totaal veranderen. Waarom dan ook niet tot een pijnhoop maken? Ik deed mijn ogen weer dicht in de hoop als een jager van de Aboriginals terug te keren naar mijn tropische droomwereld. De wereld buiten te sluiten, door nog een dag in mijn warme bedje te blijven. Wat volgens het OMT de laatste tijd veel gezonder is. Maar geluiden van buiten mijn belevingswereld namen de overhand. Hield ook die ene vraag me wakker. Een vraag waarop voor een eeuwige vrijgezel alleen een half dus onbevredigend antwoord voor de hand ligt.
Wat was de rede dat ik zeven van de 10 keer droomde van ex-vriendinnen in allerlei goddelijke en duivelse vormen en gedaanten? Vrouwen van lang geleden bekend met en onderwerp van mijn zwart onchristelijk verleden. Maar al te graag had ik geweten wat maakt dat de doodlopende stegen van een voorbije liefde als neurologische paden in de hersenen door het hart nog moeiteloos kunnen worden betreden.
Waarom beperkte die wanderlust zich alleen tot de onmogelijkheden van verboden en voorbije gevoelens? Was het omdat verbroken relaties ondanks dat ze tot de meest voorkomende platitudes behoren juist daardoor automatisch tot de grootste gemene deler aan afweerreacties leiden? Een afweer en verdedigingsreactie die alleen in dromen zonder tot banaliteiten, onbegrip en ruzies te vervallen verwerkt kan worden tot aan het bittere eind. Dromen die als valse verwachtingen aan zelfs de meest banale liefde nog een gouden randje kunnen geven. Ik zou aan mijn eigen filosofische wat asociale instelling best wel eens zeker moreel ten onder kunnen gaan. Ik voelde mij een verstekeling aan boord van de Titanic.
Ook deze slaapperiode hadden de flarden en littekens op mijn ziel zich weer tot stofwegen aaneengeregen. Mijn slaap bezwaard met dromen als wilde witte wieven. Hadden losse beelden bizarre wendingen genomen en aanknopingspunten gevonden. Volgens Freud of was het Erich Fromm het kenmerk van elke goede relatie, omdat alleen totale vrijheid voor bijzondere verrassingen kan zorgen. Maar onnaspeurbaar voor het virus naar de waarheid het diep menselijke verlangen bleef het. Zelfs voor een verwend schrijver, alleen op de wereld, als een engel levend een meme in zijn eigen narratief verleden.
Lag de oorzaak van dit delirium misschien in een aanval van het sars-covid 2 virus. Was ik ondanks alle voorzorgsmaatregelen van mij en de demissionaire regering toch na nog geen jaar aan deze moderne longpest ten prooi gevallen? Nog net voor dat ik halverwege maart als verjaardagsgeschenk van het GGD. zou worden ingeënt. Vervloekt zijn al die 1,2 miljard Chinezen! Het de schuld van hun leider Xi Jinping. Of zijn favoriete huisdier; een hoefijzersnuitvleermuis.
Met het juist beantwoorden van de schuldvraag dwaalden mijn gedachten af naar de hel van 63. De zwaarste ooit verreden in de meme en saga, de folklore van de toer der tochten. Tenminste volgens hen die het geluk deelachtig waren geworden het te kunnen navertellen. Een martelgang in de hel van het Hoge Noorden. Een modern sprookje waarin er van de 9294 gestarte toerrijders er maar 69 zij het meer dood dan levend, met bevroren snot en snakkend naar adem, over de eindstreep kwamen. Aan de finish werden verwelkomd ondanks de ijzige vrieskou met warme chocolademelk en gevulde koeken door de favoriete vriendin en oermoeder van alle Nederlanders; koningin Juliana. Voor hen een plaatsje vrij hield op het voetenbankje voor haar. God zij, puur uit dankbaarheid alleen al, haar hart voor dit land genadig!
Toch de oorzaak bleek als teken van het ware een stuk eenvoudiger. Ik was bij het inslapen vergeten de elektrische deken van stand negen de allerhoogste, terug te schakelen naar stand twee. Een vorm van dementie waardoor het zelfs voor een vrijgezel te warm wordt onder drie dikke dekens. Drie! Ja, ik houd van het gewicht van een domme kudde schapen waardoor het lijkt dat ik alleen in navolging van christus met mijn vochtige kruis de last van de wereld op me neem.
Zouden er nog droomuitleggers bestaan? Langzaam kwam er enige logica in mijn gedachten. Waren die nog te vinden in het telefoonboek of op het internet? Mensen zo als Mozes voor de Egyptische farao of Sigmund Freud voor de inwoners van het Wenen in de negentiende eeuw. Een stad overwegend bevolkt door hysterica. Slavinnen van een bekrompen seksuele moraal als je de geschiedenis tenminste mag geloven. Een geschiedschrijving die al duizenden jaren als hoofdkenmerk heeft dat het voornamelijk de Bijbel vertelling en vertaling van een manlijk paternalistische zienswijze is. Mozes en Freud, niet toevallig allebei Joden. Ik citeer nu woordelijk mijn leraar geschiedenis, een voormalig seminarist, cum laude afgestudeerd aan het groot seminarie Rolduc, het bolwerk van een aartsvaderlijk conservatief katholicisme, van het bisdom Limburg: Joden hebben als moordenaars van christus met zijn allen één, hier legde hij extra nadruk op, kenmerk gemeen. Een weeffout in hun karakter. Een kronkel die eruit bestaat zij al 2000 jaar dromen met hun ogen open. Dromen over een nieuw Jeruzalem. Wij in de klas luisterde ademloos mee. Dachten vast vooruit aan de grote vakantie. Wie wilde dat nu niet op reis gaan naar een ver en onbekend land. Een terugkeer naar het beloofde land! Zijn stem klonk nu wat nasaal en onaangedaan, dromen die voor 6.000.000 voortijdig eindigde in Polen. De wachtkamer van Rusland.
Had hun moeder dan het spoorwegboekje verkeerd gelezen vroeg er een op de voorste bank net zo snugger als alert. Ik zelf dorst met de moed der wanhoop als voorlijk jongetje van negen te vragen; “Zijn we in onze dromen niet alle Joden?” Een vraag die me een oorvijg en een onvoldoende als rapportcijfer opleverde.
Over antisemitisme en eenzijdige beeldvorming al op de lagere school gesproken. Zo ging dat vroeger. Alleen met het scheppen van een vijandbeeld kon het geloof in de ware God aan de man gebracht worden. Maar laat ik vertellen wat ik droomde zodat u de lezer zelf zich een beeld kan vormen. Over wat normaal is in deze tijd die elke grens aan de vrijheid zonder generaal pardon in acht neemt!
Mijn droom
Laat in de middag net voor het wakker worden droomde ik dat ik de wachtkamer van mijn huisarts kwam binnengeslopen. Mijn huisarts woont in Amersfoort. Met alleen aan mijn voeten van die houten gezondheidssandalen van het merk Hus Puppy’s. Met een echt leren bovendek. Ook wel spottend Jezus sandalen genoemd door atheïsten die nooit op goede voet met de Heer zullen verkeren. Verder ging ik gekleed in adamskostuum. Mijn navel was verdwenen, maar verder was ik even roze gerimpeld en naakt als toen ik net uit de baarmoeder kwam. Die wachtkamer had een totale metamorfose ondergaan. Een total make-over zo als ze bij de commerciëlen graag hun eigen programma’s bewieroken. In plaats van de gebruikelijke wat saaie stoelen van de ontwerper van kantoormeubilair Gispen met donkerblauwe R.I.P. overtrek stonden er nu enorme witte lounge banken langs alle muren. Populair in een tijd dat Jan des Bouvrie, de ontwerper van het Gooi en van televisie minnend Nederland nog niet overleden was aan wansmaak. Banken lang en breed genoeg om 69 nummertjes op te maken. Het schaduwloze licht in de ruimte filterde elke onvolkomenheid weg. Ik kreeg zin om mij te vlijen en te vrijen. Op de hoek van een van de banken zat mijn huisarts gekleed in een zilver lamé bikini jong en mooi te wezen als Sophia Loren zelf in de jaren zestig. Ik wilde mijn buik inhouden maar zag dat ik nu een sixpack bezat. Een wasbord om de Kamasutra op te spelen.
Er is hier wel het een en ander veranderd wist ik niet bepaald snugger op te merken. Ben ik hier wel aan het goede adres? Al lijkt u mijn moeder wel! Daar kwam ik door haar vraag snel genoeg achter. En meneer Zijlma hoe gaat het met u? Ze kende mijn achternaam nog! Zou dat ook voor mijn voornaam gelden Nog prostaatklachten? Nee dokter, ik zweer het zo als ik hier voor u sta, antwoordde ik volledig naar mijn waarheid; het lijkt wel de fontein van de eeuwige jeugd daaronder bij mijn klokkenspel. Dat er nog vaklui bestaan in deze tijd handwerklieden die de familie juwelen zo mooi kunnen restaureren en oppoetsen mag bijna een wonder heten. Zij klopte met haar hand op het kussen links of ik naast haar wilde plaatsnemen. Ik heb mij nog nooit van mijn leven zo goed gevoeld. Ik lijk totaal herboren! Ging ik verbaasd verder. Bevrijd van alles en iedereen. Maar meneer Zijlma dat bent u ook. Waarom verbaast u zich over uw conditio sine qua non ? Klonk de repliek van mijn huisarts als advocaat van God even intens vrouwelijk als uitnodigend. Laat mij het u uitleggen. Door vandaag in bed te sterven heeft u de dood overwonnen. Als een eenmalige uitkering zonder terugwerkende kracht! Begrijpt u wel? Voor uzelf in ieder geval.
Is dat zo? Ben ik nu dan voor het eerst van mijn leven zonder zonden? Hakkelde ik nu meer dan stichtelijk verbaasd. Mag ik nu over alles het laatste oordeel vellen? Bevind ik mij in het voorportaal van het hiernamaals? Of toch in het vagevuur. Zo niet erger; het voorgeborchte van de hel? Een plek in de eeuwigheid die ik gezien mijn levensloop, het verdriet dat ik mijn 12 ex-vriendinnen als Judas Iskariot de dertiende apostel deed, meer dan verdiend heb. Beter bij mij past voor nu en altijd!
Neen! U bent in het zeven sterren grand café de Hemel zelf, klonk het als harpspel van haar goddelijk rode lippen. De liefde van uw moeder voor u heeft alles overwonnen. Maar ik hield helemaal niet van haar, kwam het zacht en wat onbeholpen als tegenwerping uit mijn mond. Een tijdelijk asielverblijf in de baarmoeder alleen kan toch geen reden voor eeuwige liefde zijn. Dat is wel de laatste vrouw die ik een verblijf in de hemel toewens. Zelfs geen vakantie op Rottumerplaat. Zeker niet samen met mij. Laat mij maar Robinson Crusoë blijven of als het niet anders kan zijn bediende Vrijdag.
Zou het misschien door Valentijnsdag komen ging het door mij heen. In de hemel is het, hoe kan het ook anders, elke dag Valentijnsdag, kerstmis, Pasen en je verjaardag tot aan sint-juttemis tegelijk. Het leek of zij mijn gedachten kon lezen. Hier kunt u meneer Zijlma, waarom nu toch weer die verrekte achternaam van mijn stiefvader, de vrijheid vinden om verliefd te blijven op uw God in de gedaante van alles en iedereen. Zo nodig van uw huisarts als u dat echt wenst.
Hoe wist zij dat verdomme, dat ik verliefd was op haar mijn huisarts, met haar koude onderzoekende blik en handen was alles wat ik kon bedenken op het moment van het wakker worden. In de normale verstandsverbijstering van dat moment. Ik had bij het laatste onderzoek in mijn onderbroek toch geen erectie gehad. Van schrik snel onder de dekens kijkend of ik toch niet alsnog besneden was. Ik had alleen in mijn bed alleen huidhonger en absoluut nog geen doodswens! Ik voelde dat ik beter kon opstaan om de kneuterige Hollandse winteravonden met mijzelf bij het wegtikken van de uren door de avondklok genoeglijk door te brengen! Liefde is leuk, maar het moet je niet je nachtrust kosten!
Ludo 12-02-2021