Klaagzang voor mijn grote liefde

Het waren voor wat wij leken
onze gouden eeuwen samen
waarin wij de tijd ontketende
als slaven van de liefde hecht verbonden
door gevleugelde woorden
vrij dartelden langs gedeelde levenspaden
–
de tijd waarin wij als engelen
nog zo alle Jezus hoog vlogen
dat wij enkel met het hooglied
van onze overmoed op de lippen
het noodlot tartte door
de barricades van hemel en hel
tussen ons te bestormen en te slechten
–
wij de dagen teder aan gruzelementen braken
en fladderend als bij -een van Godswege
kilometers aan botergeil verlangen vraten
of het mensgeworden kiloknallers waren
–
wij vol tederheid alle tijd namen
om ons in alles van waarde te baden
zonder volkomen weerloos maar één fout te maken
omdat de zwarte kralen van al onze nachten
nog te bidden rozenkransen waren
–
die onvergetelijke verleden tijd
waarmee wij tomeloos de liefde bedreven
omdat het besef niet wilde rijpen
dat wij en de nacht daarvoor
nog veel te jong waren
–
en nu de tijd van heden
dat wij alleen nog weten
zonder een woord van uitleg
en vergeven gewoon zijn vergeten
dat wij in de wei van ons verlangen
toch niet de ware lammeren waren
=
de gouden eeuwen samen in wat wij leken
ons tot niet meer dan goedgelovige leugens
voor de christenslaven van de toekomst maakten
Ludo 14-09-2020